De Koerden en andere volkeren in Rojava introduceerden het Democratic Nation-project na de Rojava-revolutie op 19 juli 2012. Deze organisatie begon als de Noord-Syrische Federatie en werd sterker naarmate ze meer ervaring opdeed. Autonome Besturen in de vorm van kantons werden uitgeroepen in de regio Cizîrê op 20 januari 2014, in Kobanê op 27 januari en in Afrin op 29 januari. Na de bevrijding van de door ISIS bezette gebieden en de territoriale expansie, werd het Autonome Bestuur van Noordoost-Syrië, dat de lokale overheden van Raqqa, Tabqa, Manbij en Deir ez-Zor omvatte, evenals de regeringen van Cizîrê, Fırat en Afrin, uitgeroepen op 6 september 2018.
Een nieuw overheidsmodel
Het Autonome Bestuur, het huidige regeringsmodel in Noordoost-Syrië, is een democratisch systeem dat steunt op een sociaal contract dat de rechten verdedigt van mensen die in de regio wonen. De architect van dit project, dat een nieuw bestuursmodel biedt voor het Midden-Oosten en de wereld, is de Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan. Öcalan, wiens ideeën over democratische autonomie dateren uit 1994, bedacht dit model voor het oplossen van problemen in de vroege jaren 2000. Öcalan definieerde dit regeringsmodel dat de weg zou effenen voor democratische, politieke, economische en culturele ontwikkelingen als volgt: “Als een democratische natie een ziel is, is democratische autonomie haar lichaam. Democratische autonomie is de belichaming van democratische natievorming.”
Geen discriminatie
Dut bestuur is gedecentraliseerd en wordt geleid door Koerdische, Arabische, Syrische, Armeense, Circassische en Turkmeense vertegenwoordigers. In de regio waren vrouwen tijdens het vorige regime op geen enkele manier vertegenwoordigd. Ze nemen nu echter hun plaats in de administratie in onder het systeem van medevoorzitterschap (man/vrouw).
Ministeriële commissies
het bestuur heeft verschillende commissies: Commissie Economie en Landbouw, Onderwijscommissie, Commissie Binnenlandse Zaken, Commissie Sociale Zaken, Commissie Lokale Besturen, Financiële Commissie, Cultuur- en Kunstcommissie, Gezondheidscommissie, Vrouwencommissie en Diplomatiecommissie. Het project Democratische Natie en Medevoorzitterschap wordt ook in deze commissies van kracht.
Kantoren in veel landen
Het Autonome Bestuur is veelbelovend gebleven voor de toekomst van Syrië, aangezien het een belangrijk voorbeeld is geworden voor het Midden-Oosten en de hele wereld. Revolutionaire organisaties en bewegingen uit verschillende delen van de wereld blijven de regio bezoeken om dit model te onderzoeken. HetAutonome Bestuur heeft officiële vertegenwoordigingen in Zwitserland, België, Duitsland, Frankrijk en Zuid-Koerdistan. Het heeft ook kantoren in meerdere landen. Bovendien zetten regionale organisaties zoals de Syrische Democratische Raad (MSD), de Democratische Unie Partij (PYD) en vrouwenkoepelorganisatie Kongra Star hun activiteiten in veel landen voort voor de erkenning van het Autonome Bestuur.
De facto erkenning is niet genoeg
Het parlement van Zuid-Koerdistan erkende het Autonoom Bestuur van Noordoost-Syrië in 2014 en Catalonië in 2021. Dit bestuur, dat een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de eliminatie van ISIS en opkomt tegen de Turkse agressie, wordt niet officieel erkend door de staten van de wereld. In feite erkennen veel staten het de facto, maar het gebrek aan officiële erkenning moedigt de Turkse staat aan om aanvallen op de regio uit te voeren.
‘Grensbeveiliging’
Het gebied van de Rojava-revolutie en het Autonome Bestuur van Noordoost-Syrië worden voortdurend onderworpen aan aanvallen van Turkse invasies en blijven een kwestie van onderhandeling tussen internationale machten. Hegemonische machten keuren het af, omdat het een democratisch model is dat voor vrijheid is. Aangezien de Turkse staat er ook van op de hoogte is, kunnen haar functionarissen gemakkelijk bedreigingen uiten, zelfs tijdens internationale vergaderingen en onderhandelingen. De Turkse regering haalt altijd “grensbeveiliging” aan om haar aanvallen en bedreigingen tegen de regio te rechtvaardigen. Als onderdeel van de “grensbeveiligingsovereenkomst” ondertekend tussen de VS, de SDF en Turkije op 7 augustus 2019, trokken de YPG-YPJ-troepen zich vanaf 24 augustus terug van de grenslijn en droegen hun punten over aan de militaire raden. De Turkse staat drong echter aan op de invasie en lanceerde op 9 oktober 2019 een invasieaanval genaamd ‘Peace Spring’, gericht op Serêkaniyê en Girê Spi. Bovendien lanceerde Turkije op 19-20 november 2022 ‘Operatie Claw-Sword’ tegen de regio en richtte het zich op de Mekmen-regio van Deir ez-Zor op een diepte van 70 km en het al-Hol kamp op een diepte van 80 km. Al deze operaties hebben aangetoond dat het echte probleem niet “grensbeveiliging” is.