Doğan: Het sturen van een delegatie naar Imralı was een langverwachte stap

  • Turkije

Ayşegül Doğan, woordvoerder van de Volkspartij voor Gelijkheid en Democratie (DEM-partij), beschreef het besluit van de parlementaire commissie om een delegatie naar Imralı te sturen voor een ontmoeting met Abdullah Öcalan als een historisch keerpunt in de ogen van politieke actoren, en voegde eraan toe dat deze stap “veel eerder had moeten worden genomen”. Ze benadrukte dat contact met Abdullah Öcalan een strategische noodzaak is om het proces vooruit te helpen en de basis te leggen voor duurzame vrede. Doğan schetste ook de strategische redenen achter het besluit en onderstreepte de centrale en onmisbare rol van Öcalan bij het voortstuwen van het proces.

Doğan zei dat elke betekenisvolle vooruitgang in de richting van een politieke oplossing en een einde aan het conflict moet worden bekeken in samenhang met de historische ontwikkeling van de kwestie, waarbij ze wees op de cruciale positie van Öcalan in deze context.

Doğan herinnerde eraan dat Abdullah Öcalan zijn organisatie had opgeroepen om de gewapende conflicten te beëindigen en een ontbindingscongres bijeen te roepen, en legde uit dat zijn oproep de weg vrijmaakte voor de vernietiging van wapens in Sulaymaniyah op 11 juli, een daad die publiekelijk aantoonde dat de organisatie van plan was om wapens volledig uit de vergelijking te verwijderen.

Ayşegül Doğan benadrukte dat Abdullah Öcalan een centrale rol speelt in elke echte democratische transformatie en merkte op dat hij ondanks jaren van isolatie in zijn boodschappen steeds heeft benadrukt dat democratisering in Turkije niet los kan worden gezien van de Koerdische kwestie. Vanuit dit perspectief zei Doğan dat Öcalan heeft gefungeerd als een politiek leider die de weg naar democratische verandering heeft gebaand.

Doğan wees op Öcalans langdurige analyses van het Midden-Oosten en de nauwkeurigheid van zijn voorspellingen, zelfs in tijden waarin de huidige ontwikkelingen nauwelijks voorstelbaar waren, en zei dat deze inzichten nog steeds zinvolle leidraad bieden voor het begrijpen van de huidige conflicten. Ze zei: “Zonder dit leiderschapsperspectief te horen, wordt het bijna onmogelijk om het proces op een gezonde manier kracht bij te zetten of met een ander tempo en momentum voort te zetten.”

Vanuit het oogpunt van conflictoplossing stelde Ayşegül Doğan dat de ontmoeting met Abdullah Öcalan ook een mechanisme is dat risico’s vermindert. Doğan zei: “Dit moment biedt een kans. Wat die kans kan versterken, is het activeren van alle noodzakelijke mechanismen en het vermijden van verdere aarzeling daarbij.”

Het besluit van de CHP is een afwijzing van een historische missie

Hoewel het besluit van de commissie algemeen wordt beschouwd als een keerpunt, merkte Ayşegül Doğan op dat de belangrijkste oppositiepartij, de Republikeinse Volkspartij (CHP), opnieuw voor een belangrijke breuk heeft gezorgd door te besluiten niet deel te nemen aan de delegatie. Ze zei dat deze stap niet simpelweg kan worden omschreven als een tactische fout, maar eerder als een weigering om een historische missie op zich te nemen.

Doğan stelde dat de CHP niet heeft voldaan aan de rol die van haar werd verwacht, en herinnerde aan het standpunt dat “zij als de oprichtende partij van de Republiek ongetwijfeld deel had moeten uitmaken van deze commissie”. Zij definieerde deze verwachting niet als een procedurele verplichting, maar als “de noodzaak om voorop te lopen in de strijd voor vrede en democratie”.

Doğan benadrukte ook dat het proces transparant moet verlopen, onder auspiciën van het parlement en via politieke besluitvorming, en voegde eraan toe dat het besluit van de CHP de partij in feite uitsluit van de bredere inspanningen voor maatschappelijke betrokkenheid.

Ayşegül Doğan zei dat de opmerking van CHP-voorzitter Özgür Özel, “We hebben gezegd dat er een Koerdische kwestie is, en daar blijven we bij”, onvoldoende is. Alleen “daar blijven staan” is volgens haar niet genoeg, en ze benadrukte dat van de partij verwacht wordt dat ze concrete politieke voorstellen voor een oplossing ontwikkelt. Doğan omschreef het huidige standpunt van de CHP als “een weigering om een van de grondleggers van de tweede eeuw van de republiek te worden” en voegde eraan toe dat deze weigering neerkomt op het omarmen van een politiek van passiviteit.

Doğan merkte ook op dat de beperkte deelname van de CHP en de Yeni Yol-groep aan de delegatie het moeilijker zou kunnen maken om het doel van een democratische republiek te bereiken in een context waarin verschillende gemeenschappen, waaronder Koerden, Alevieten en Armeniërs, zich nog niet als gelijkwaardige burgers voelen.

Vooruitkijkend zei Doğan dat de wetgevende en juridische basis die voor het proces nodig is, een dringende verantwoordelijkheid legt bij alle politieke actoren. Doğan zei: “Om een permanente situatie zonder conflicten te creëren, een duurzame vrede op te bouwen, een gelijkwaardig, rechtvaardig en waardig leven te waarborgen en een gedeelde visie op een democratische samenleving in stand te houden, ligt de verantwoordelijkheid bij ons allemaal, bij elke politieke partij.”

Bron: ANF