Het Platform van Religies en Overtuigingen van Mesopotamië heeft een verklaring afgegeven tegen het isolement dat is opgelegd aan de Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan, die al 24 jaar een politieke gijzelaar van de Turkse staat is en volledig is afgesloten van de wereld. Het laatste contact met hem en zijn drie medegevangenen op het gevangeniseiland Imrali was een kort telefoongesprek met familieleden in maart 2021, en zelfs zijn advocaten hebben geen informatie over de toestand van hun cliënt.
De bezorgdheid over de situatie van Öcalan nam toe nadat Sabri Ok, lid van de Uitvoerende Raad van de Unie van Koerdische Gemeenschappen (KCK), op 8 juli in een interview op de Koerdische tv-zender Sterk TV zei dat er onlangs anoniem dreigbrieven naar Abdullah Öcalan waren gestuurd via de gevangenisadministratie van Imrali.
Verwijzend naar de voortdurende afwijzing van aanvragen van Öcalan’s advocaten en familieleden voor een bezoek, verklaarde het Platform van Religies en Overtuigingen van Mesopotamië dat; “Öcalan is onderworpen aan een totaal isolement, wat in de internationale literatuur marteling betekent. Ondanks deze waarheid slagen de Raad van Europa, het CPT (Committee for the Prevention of Torture) en andere internationale instellingen er niet in hun verantwoordelijkheden na te komen, omdat ze samenzweren over de onwettige willekeurige behandeling door de Turkse staat.”
De verklaring vervolgde: “Mr. Öcalan was niet alleen de eerste persoon die een gemeenschappelijk leven en coëxistentie van de volkeren en overtuigingen in de oude landen van Mesopotamië verdedigde, maar werd ook de architect van het pad dat naar vrede leidt. Om deze reden verwerpen we ten stelligste de verergerde isolatie en marteling van de heer Abdullah Öcalan. Het is dankzij hem dat we vandaag samen kunnen leven na alle bloedbaden en genocides die we jarenlang in onze geografie hebben ondergaan. De fysieke vrijheid van de heer Abdullah Öcalan is voor ons van essentieel belang. Als volkeren en religies in Mesopotamië, waaronder de Assyrische, Syrische, islamitische, Yezidi, Alevi, Yarsan, Feyl en Kakai gemeenschappen, dringen we er bij de Turkse staat op aan om een einde te maken aan deze onwettige praktijken en we roepen de Raad van Europa en de CPT op om hun verantwoordelijkheden en plichten te vervullen.”