1)
We worden dagelijks op de hoogte gehouden van alle brandhaarden in de wereld. Ik zal al het menselijk leed dat daar wordt aangericht nooit willen bagatelliseren, maar ik zie die conflicten ook als een uitwas van een georkestreerd spel van een andere orde. Proxy warfare. Het affakkelen van conflicterende, strategische belangen. Als dat een louter rationeel belang zou dienen, dan zou het allemaal nog te begrijpen zijn, en daarmee potentieel oplosbaar, maar het is doorgaans ook een doorlekkende, etterende zweer. En dan is er nog de maffiose dimensie, in de zin dat de partijen die zich om de strijdende partijen bekommeren ook een soort ‘protectiegeld’ afdwingen, ‘voor wat hoort wat’. En ook nog een omerta opleggen aan de burgers. Daarmee perverteren zij het bewustzijn van die burgers, en van de toeschouwers van die conflicten.
Op lokaal niveau wordt die strijd tegen ’the enemy you love to hate’ tot op het bot uitgevochten, maar de patstelling in die conflicten wordt doorgaans wel bepaald door de weerstand van de omringende partijen – Met de opzet om toch vooral niet tot een oplossing te komen, vanwege belangen van heel andere aard.
De nucleaire slagschaduw, waaronder dit geheel van conflicthaarden mondiaal zich voltrekt, okay, die dreiging wordt ingezet als een retorisch argument. In onze tijd echter heeft de nucleaire optie alles in zich om door te groeien tot een inzetbaar wapen in de arena van die strijd. Zelfs als je die nucleaire slagkracht niet ziet als een expressie van macht, maar als een slecht gemaskeerd gebaar van wanhoop, dan nog: de gevolgen zijn wat ze zijn.
Hoe dan ook, wanhoop volgt wel haar eigen logica. Zoals een aardbeving op een actieve breuklijn niet is te voorspellen met gecalculeerde precisie, toch is haar komst onvermijdelijk. In de huidige constellatie is het ontsporen van een toekomstig nucleair conflict dus nooit de vraag òf, maar alleen de vraag wanneer het zal toeslaan. In dat doffe perspectief gloort toch ook een beetje licht aan de horizon…
In plaats van het lijdzaam toe te zien, kunnen we ons ook transformeren vanuit ons veranderd inzicht. De huidige opzet is deze: de nucleaire defensie ligt in handen van de partijen die zelf de vruchten plukken van die nucleaire dreiging. Om onze defensie uit gewoonte toe te vertrouwen aan deze partijen die baat hebben bij die nucleaire chantage, dat vind ik een vrij neo-liberale gedachte, zo van:
‘Dat moet je aan de markt zelf overlaten.’
Ik denk dat het beter zou zijn als de niet-nucleair bewapende landen ervan af zouden zien om hun bescherming te halen uit hun bondjes met de nucleair bewapende partijen. Zij zouden dan wel moeten overstappen naar een volstrekt zelfstandige, maar collectief gedragen oplossing. Wat inhoudt dat zij hun eigen watchdog moeten optuigen, en gezamenlijk hun defensieve maatregelen moeten treffen, zowel qua observatie-infrastructuur, als ook qua gepaste tegenmaatregelen bij overschrijdingen in conflicten met nucleaire chantage.
De VN heeft zeker enige expertise, maar het is naar mijn mening een iets te perverse club om de klus echt te klaren. Ja, er opereren atoomagentschappen, maar gezien het kruiperige en totaal onsympathieke karakter van de gelederen heb ik daar mijn twijfels over.
Denk even aan het WHO-onderzoek in de aanloop naar de Corona-epidemie… Dat onderzoek naar de biolaboratoria in China, dat was op voorhand al totaal naar de klote. Je mag het ergste vrezen als de VN haar kracht moet meten met de grotere mogendheden op nucleair gebied. Dan zal het zich weer manifesteren als een papieren tijger, vrees ik.
2)
Kosmologisch onderzoek in de afgelopen jaren wijst uit dat de ingrediënten voor leven, en zelfs voor intelligent leven, rijkelijk universeel aanwezig zijn in het universum. Het feit dat wij zelf vrij laat op dat kosmische toneel zijn verschenen, maar toch tot op heden maar spaarzame aanwijzingen hebben aangetroffen van mogelijke andere, doorgeëvolueerde levensvormen buiten ons zonnestelsel, dat doet vermoeden dat die universele evolutie mogelijk enkele cruciale bottlenecks vertoont. (de Fermi paradox)
Vanuit dat perspectief is de nucleaire zelfvernietiging een reële kandidaat voor zo’n evolutionaire zelfbegrenzing. Maar die visie lijkt niet te zijn doorgedrongen in ons mondiale veiligheidssysteem. Ja, natuurlijk zijn er wel zorgen over, maar er ontbreekt een reëel perspectief, en een kader van inzicht.
Zoals in ziekenhuizen of in de industrie er delen zijn afgebakend als ‘cleanroom’, zo zou je deze heroriëntatie op onze veiligheid ook moeten optrekken buiten de invloedsfeer van de besmette UN-instituties om, wil je op enig termijn daar ook echt baat bij hebben.
De switch zoals ik die zie, betreft drie zaken:
1) inzicht geven in, en openheid verschaffen over de onwerkelijke gang van zaken
2) inzicht verschaffen over de inherente instabiliteit van die situatie, en de omvang van de catastrofale afloop
3) het bieden van perspectief op fundamentele verandering ten goede
4) het uitrollen en optuigen van een mondiaal, niet-statelijk veiligheidssysteem.
Tot zover mijn mijmeringen van vandaag.
Auteur: Paul Terlunen