- Rojava/Noord-en Oost-Syrië
De Sociale Vereniging van Afrin veroordeelde de “gruwelijke misdaad begaan door de terroristische facties tegen burgers” en riep “internationale en mensenrechtenorganisaties op om het volgende te doen:
1. Afrin tot gedemilitariseerde humanitaire zone verklaren, alle militaire facties verdrijven en de veilige terugkeer van de oorspronkelijke bewoners mogelijk maken. Het proces moet onder toezicht staan van de internationale gemeenschap.
2. Verantwoording van degenen die verantwoordelijk zijn voor het plegen van misdaden tegen de menselijkheid en dagelijkse schendingen van het internationaal humanitair recht.
3. Het bestuur en de veiligheid van de regio Afrin overdragen aan de oorspronkelijke lokale bevolking. Dienovereenkomstig bouwen aan een eerlijk en transparant gerechtelijk apparaat.
4. De vrijlating van alle gedetineerden en ontvoerden, het ophelderen van het lot van de gedwongen verdwenen personen en het compenseren van de getroffenen.
5. Zorg ervoor dat de media en internationale mensenrechtenorganisaties Afrin binnenkomen en vrij kunnen opereren.”
Op 20 maart doodden de door de Turkse bezetting gesteunde terroristische groeperingen 4 burgers in het Jindires-district van Afrin. De vier dodelijke slachtoffers zijn Farah al-Din Othman, Muhammad Farah al-Din Othman, Nazmi Othman, Muhammad Othman.