Begin juli was de Japanse filosofieprofessor Motonao Mori van de Universiteit van Nagasaki te gast in Hamburg om in het TATORT Kurdistan Café te praten over de Japanse kijk op de alternatieve manier van leven in Rojava. Sinds een revolutie in 2012 zijn daar pogingen gedaan om democratisch confederalisme te implementeren. Voortbordurend op de ideeën van libertair communalisme ontwikkelde PKK-oprichter Abdullah Öcalan dit nieuwe sociale model voor het Midden-Oosten als gezaghebbend brein van de Koerdische bevrijdingsbeweging – een politiek project van een transnationale basisdemocratie met fundamentele kritiek op de natiestaat. Gendergelijkheid, etnische integratie en sociale ecologie moeten worden bereikt door de praktijk van zelfbeschikking en zelfbeheer. Motonao Mori vindt Democratisch Confederalisme “ideaal” als sociale constructie. En hij gelooft dat de utopie van Rojava ook in Japan werkelijkheid zou kunnen worden.
Ik liet deze feiten door mijn hoofd gaan in verband met anarchisme. Dit bracht me ook terug bij het fenomeen Rojava. Ik was geïnteresseerd in hoe zo’n autonoom gebied ontstaat en de dynamiek erachter. Verder was er nog een laatste factor, namelijk de situatie van vrouwen in Japan. Japan is in dit opzicht ook erg achtergebleven. Dit waren de motieven die mij tot het Rojava-onderzoek brachten. Een interview door Anja Flach en Sol Rodriguez.
Kun je jezelf voorstellen aan de lezers?
Mijn naam is Motonao Mori. De letters van de naam kunnen ook gelezen worden als Gensai. Ik werk als hoogleraar filosofie aan de faculteit Global Humanities and Social Sciences van de universiteit van Nagasaki. Mijn specialiteit is anarchisme.
Hoe heb je Rojava leren kennen?
Er waren drie gebeurtenissen die me op het onderwerp Rojava brachten. De eerste is mijn directe band met David Graeber, ik had hem ontmoet op een conferentie in Londen. Toen ik met hem communiceerde, vertelde hij me dat het belangrijkste politieke centrum in de wereld op dit moment Rojava is. Het tweede incident is dat ik een baan kreeg op de universiteit van Nagasaki en daar begon te werken. Op de universiteit ontdekte ik dat een persoon genaamd Abdurrahman Gülbeyaz daar werkte als professor in de semiotiek en dat hij van Koerdische afkomst was. Ik ben toen met hem in contact gekomen en hij heeft me veel verteld. Dat was voor mij de bron van motivatie. De derde omstandigheid is de realiteit van de vreemdelingenwetgeving in Japan en hoe Japan asielzoekers behandelt, vooral Koerdische asielzoekers, en hoe verschrikkelijk dat is. Ik voelde veel woede in die context.
Ik liet deze feiten door mijn hoofd gaan in verband met anarchisme. Dit bracht me ook terug bij het fenomeen Rojava. Ik was geïnteresseerd in hoe zo’n autonoom gebied ontstaat en de dynamiek erachter. Verder was er nog een laatste factor, namelijk de situatie van vrouwen in Japan. Japan is in dit opzicht ook erg achtergebleven. Dit waren de motieven die mij tot het Rojava-onderzoek brachten.
Is de kennis over Rojava of over de revolutie in Koerdistan wijdverspreid in Japan of is het meer gespecialiseerde kennis die je op de universiteit leert?
Mensen weten niet eens over Rojava op de universiteit. Dus het is relatief onbekend. Voor ons hier in Duitsland is het paradigma van Abdullah Öcalan een grote hoop en zo hebben we jullie begrepen. Heb je ideeën over hoe we dit paradigma bekend kunnen maken in Japan?
De vraag was hoe je een samenleving weer kunt opbouwen na een grootschalige natuurramp. Een samenleving waarin mensen kunnen samenleven met de natuur en op een zinvolle manier met elkaar kunnen omgaan. Ook vanuit dit perspectief, dat het idee er al was en dat mensen in Japan er al over nadachten, zou ik Öcalans systeem voor Japan overwegen. Ik zie dus de mogelijkheid dat het paradigma ook in Japan kan worden verspreid. Verder heb ik ook de Jineolojî ontdekt, die van groot belang zou kunnen zijn voor Japan. Enerzijds in de context van sociale ecologie en anderzijds ook in de context van de historische ontwikkeling van vrouwen in Japan. De huidige situatie van vrouwen in Japan is verschrikkelijk. Maar dat is niet altijd zo geweest. In de Edo-periode (1603 tot 1868) was er een samenleving waarin vrouwen zelfs een centrale rol speelden. Dit is onder andere onderzocht door Takamure Itsue en Yoshihiko Amino. Er was een matrilineaire cultuur. Het was niet altijd zo dat vrouwen alleen maar absoluut onderdrukt werden. Nadat de Europese cultuur rond 1865 naar Japan kwam, werd het patriarchaat ook in Japan gevestigd. Dat was een Europees probleem dat zich zodanig manifesteerde dat de rol van de vrouw in Japan nu zo laag is.
Denkt u dat zulke ideeën in Japan verspreid kunnen worden? Is dat een realistisch beeld?
Mijn boek “Introduction to Anarchism” uit 2017 verkoopt erg goed. Het zou een teken kunnen zijn dat het anarchisme de Japanse samenleving toch kan bereiken.
Het verschil tussen Graeber, Bookchin en Ocalan is dat Ocalan gender voorop stelt. Hij zegt dat zonder de bevrijding van vrouwen er geen bevrijding van de samenleving kan zijn. Hoe wordt de genderkwestie behandeld in je nieuwe boek?
Het nieuwe boek gaat over geweld in het algemeen, in theoretische en praktische zin. In het boek over anarchisme is het nog geen onderwerp, omdat ik het nog niet behandeld had. In het nieuwe boek spelen de YPJ en Jineolojî een belangrijke rol.
Bedankt voor het interview.
Opmerking: Een langere versie van het interview met Motonao Mori zal verschijnen in de volgende uitgave van het tijdschrift “Kurdistan Report”.