De covoorzitter van de kantonraad van Girê Spi, Hevin Ismail, sprak met Hawar Nieuwsagentschap (ANHA) over het Turkse bezettingsleger dat onlangs de belangrijkste archeologische heuvel in Girê Spi (Tal Abyad) platwalste ter voorbereiding op plundering.
Hevin veroordeelde “de misdaad gericht op het vernietigen van de beschaving en het culturele erfgoed van de regio, dat een voortzetting is van het criminele beleid van Turkije in Girê Spi na de gedwongen verplaatsing van de bevolking door de bezetting van de stad en haar dorpen.”
“De praktijken van de Turkse bezetting zijn erop gericht de beschaving van inheemse volkeren uit te wissen”
Ismail wees erop dat de Turkse bezetting met deze praktijken tot doel heeft de beschavingen van de inheemse volkeren die de regio al duizenden jaren bewonen, uit te roeien door vindplaatsen en artefacten te plunderen en opzettelijke sabotage op een manier die in strijd is met de wetten van de Internationale Organisatie voor de bescherming van het menselijk erfgoed (UNESCO).
Het Turkse bezettingsleger en zijn huurlingen hebben onlangs de belangrijkste archeologische heuvel in Girê Spi platgewalst, de heuvel die bekend staat als Tal Sahlan, gelegen nabij het dorp Khirbet al-Raz in het kanton. Volgens de archeologische missies die het gebied bezochten, dateert het uit het derde millennium voor Christus.
“Dit beleid is een voortzetting van ISIS-praktijken tijdens hun controle over de regio”
Hevin Ismail legde uit dat dit beleid een voortzetting is van wat ISIS-huursoldaten deden tijdens hun controle over de regio, aangezien de artefacten de Turkse grenzen over kwamen middels ISIS-facilitering, en later via Turkse tussenpersonen op een openbare en schandalige manier werden verkocht.
In het slot van haar toespraak deed Ismail een beroep op mensenrechten- en humanitaire organisaties, zoals UNESCO, om in te grijpen om deze praktijken te voorkomen en om mechanismen in gang te zetten om oudheden en archeologische vindplaatsen onder controle van de Turkse bezetting te beschermen.
De archeologische site van Tal Sahlan is niet de enige site die met bulldozers is platgewalst en geplunderd, aangezien er verschillende sites zijn in het Girê Spî-gebied, die ook aan dezelfde praktijken zijn onderworpen, waaronder de oude stad Al- Far en al-Sabi al-Abyad, naast de inbeslagname van de site van Tel Kafifa die nu als een militair punt dient.
Het Turkse bezettingsleger heeft de archeologische vindplaatsen in alle bezette gebieden van Afrin, Serêkaniyê, Girê Spî geplunderd en antiquiteiten die het in de regio heeft gevonden, overgebracht naar Turkije. Alleen al in de regio Afrin zijn minstens 75 archeologische vindplaatsen geplunderd door de bezettingsmacht.
De Turkse staat wil Koerdisch cultureel erfgoed vernietigen
De schendingen van het Turkse leger en zijn huurlingenbendes waren niet alleen gericht op onschuldige burgers en hun eigendommen in bezette gebieden, maar ook op historische en culturele sites. Het doel is om het culturele erfgoed van Afrin en zijn volkeren te elimineren.
Het vernietigen van historische en culturele sites is ten strengste verboden door een reeks internationale verdragen.
De Autonome Regering van Afrin heeft eveneens op diverse gelegenheden verklaard dat “Het bombardement op archeologische vindplaatsen en moskeeën in Afrin maakt deel uit van de systematische en directe aanvallen door het Turkse leger, die kan worden beschouwd als terroristische daden volgens de regels van het internationaal recht en resoluties van de VN-Veiligheidsraad”.
Het Turkse leger vernietigde grote delen van de Ain Dara-tempel, die duizenden jaren oud is (12.000 jaar volgens sommige experts). Evenzo richtte het Turkse leger zich op de Salah Al Din-moskee en de begraafplaats van Jindires.
Het graf van de legendarische bekende Koerdische schrijver en denker Nuri Dêrsimî, dat was ondergebracht in het bedevaartsoord in Afrin, werd ook vernietigd.