- Frankrijk
De effecten van de ernstige reeks aardbevingen in het Turkse-Syrische grensgebied zijn dramatisch. Tienduizenden mensen verloren hun leven en overlevenden blijven met niets achter. Alleen al in Turkije worden minstens 13,5 miljoen mensen direct getroffen door de aardbevingen. Niets is zoals het vroeger was. Alleen in het overheidsbeleid blijft alles hetzelfde. Recep Tayyip Erdogan bevindt zich in de verkiezingscampagnododus en zet zijn campagne tegen oppositiepartijen voort, zelfs temidden van de ramp.
De belangrijkste focus ligt op de Democratische Volkspartij (HDP), het onderwerp van een procedure om de oppositiepartij te verbieden. De beschuldigingen zijn “links naar terrorisme”. De aanklachten zijn voornamelijk gebaseerd op berichten van Selahattin Demirtaş, Pergin Buldan en Mithat Sancar op sociale media in de tijd van het vredesproces tussen de PKK en de Turkse staat. Uit de tweets construeert de vervolging een structureel verband tussen de HDP en de Koerdische bevrijdingsbeweging. Bovendien is er ook het zogenaamde Kobanê-proces, waarin 108 mensen, waaronder de voormalige medevoorzitter van de HDP, Selahattin Demirtaş, wordt veroordeeld tot meerdere levenslange straffen over een oproep tegen de aanvallen op Kobanê. Een definitieve beslissing in de BAN -zaak zal naar verwachting worden genomen door het Turkse constitutionele hof in Ankara vóór de parlementaire en presidentsverkiezingen, die op 14 mei zullen plaatsvinden. De mondelinge hoorzitting tegen HDP begint op 14 maart.
Internationaal is er scherpe kritiek op het plan van Erdogan’s rechterlijke macht om de HDP van het politieke podium te duwen. De partij staat al jaren onder druk. Duizenden van haar leden, waaronder voormalige burgemeesters en partijleiders, zitten in de gevangenis wegens terreurkosten, en bijna alle gemeenten die het won bij de laatste lokale verkiezingen werden door de overheid door trustees gebruikt.
De Franse Communistische Partij (PCF) heeft een verklaring vrijgegeven waarin de Turkse regering werd opgeroepen om de procedure onmiddellijk te stoppen om de HDP te verbieden, waardoor president Erdogan zich ervan beschuldigde Turkije in chaos te hebben gestoken en de regio te destabiliseren door zijn agressieve beleid.
“We veroordelen het verbod sterk en verzekeren de HDP van onze volledige solidariteit. Omdat het zich inzet voor een democratisch en divers Turkije, vecht met vastberadenheid en creativiteit voor de emancipatie van vrouwen, sociale en ecologische vooruitgang, vrijheid en de gelijkheid van alle mensen – ongeacht hun etnische en culturele achtergrond. Dit is niets minder dan het verbieden van een democratische partij met miljoenen stemmen en een belangrijke speler in het Turkse politieke leven. De beslissing die zal worden genomen, kan alleen willekeurig zijn en in elk geval het Europees Verdrag inzake mensenrechten (EVRM) schenden. Wij eisen, in overeenstemming met het Europees Verdrag inzake mensenrechten (EVRM), de nietigverklaring van de huidige procedure, respect voor de rechtsstaat en vrijheid voor alle volkeren van Turkije”, verklaarde de PCF.
In Turkije is de sluiting van politieke partijen, met name pro-Koerdische partijen, niet historisch uitzonderlijk. Toch zijn er verschillende uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) tegen het land, waaronder in het geval van HADEP en HEP, die de fundamentele rol onderstrepen die partijen spelen in een democratie en berispingverboden of ontbonden dienovereenkomstig. De rechtbank beschouwt partijverboden als een extreme maatregel, alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd als een laatste redmiddel. Deze omvatten bijvoorbeeld een direct verband tussen een politieke partij en de criminele handelingen van een “terroristische organisatie” die door een onafhankelijk rechtbank is bewezen. In overeenstemming met de jurisprudentie van het EHRM kan een partijverbod niet worden gerechtvaardigd door het loutere feit dat deze partij probeert publiekelijk te debatteren over de situatie van een deel van de bevolking.