Wie over Neîm begint te praten, laat de gesprekspartner glimlachen. De meeste mensen verwijzen naar hem met de uitdrukking ‘gekke’.
Soms doet hij alsof hij een beetje gek is. Voor 19 juli, zou iedereen in Kobanê hem kennen. Na de Kobanê-weerstand besloot hij de stad niet te verlaten, waardoor alle Koerdische mensen hem vandaag de dag kennen.
Toen zijn vrienden hem zeiden, “we gaan je uit Kobanê halen”, zou hij in tranen uitbarsten. Na de opstand van 2004 werd hij door het Baath-regime in bewaring genomen en 40 dagen gemarteld.
Sinds de weerstand van Kobanê is zijn naam bekend op elke frontlijn. Toen Raqqa bevrijd was, was Neîm ook aanwezig op de frontlijn en schreeuwde slogans over de hele buurt. Daarnaast was hij de eerste die de vlag hees op het Al-Naimplein in Raqqa.
Iedereen die hem kent, vraagt hetzelfde: ‘Is Neim degene die gek is, of zijn wij gek?’. Hij is een gekke verzetsstrijder. Met zijn houding, zijn manier van spreken en lachen, kan hij iedereen een klein beetje vrolijk maken om hem heen.
Na de overwinning zei Neîm zelf: “Er zijn geen dieren achtergelaten in Raqqa.” In zijn eigen taal is “dier” gelijk aan Daesh (ISIS).