Zelfs al is het nog maar een klein stapje, volgens Bêrîtan Asiya, de vervulling van de grote dromen van Suruç’s martelaren heeft in Kobanê plaatsgevonden met de opening van een speeltuin voor kinderen. Bêrîtan Asya, een van de activisten die gewond is geraakt in het Suruç -massacre, zei: “We willen de wens van onze gevallen kameraden vervullen met het openen van dit kinderpark, al is het pas een kleine stap.
Op de herdenking van het Suruç-bloedbad, nu drie jaar geleden, die de dood van 33 socialistische jongeren uit Turkije heeft veroorzaakt, die zich ingespannen hebben met een internationalistische geest om de Rojava-revolutie te steunen, maar gedood werden in een zelfmoordaanval waarvoor officieel ISIS verantwoordelijk wordt gehouden, weoden de grote dromen en projecten van die jongeren door hun kameraden in Kobanê vervuld.
Bêrîtan Asiya was een van die enthousiaste jongeren die drie jaar geleden in de stad Kobanê in Rojava zijn ingezet. Asiya werd ernstig gewond in de mortieraanval, maar na een behandeling van drie maanden heeft zij zich onbetwistbaar ingespannen voor Kobanê, om de dromen van haar gevallen kameradenwaar te maken.
“Na de bevrijding van Kobanê zijn we samen met de socialistische jeugd van Noord-Koerdistan en Turkije een campagne gestart met het motto ‘We hebben het samen verdedigd, we zullen het samen herbouwen’. Maar het werd duidelijk dat de Turkse staat de eerbare jongeren niet tolereerde en deed een dodelijke aanval met zijn bendeleden. De straf voor het verzamelen van speelgoed voor de beroofde getraumatiseerde kinderen van Kobanê, was een gerichte mortieraanval en daarbij vonden 33 van onze kameraden de dood.
Toen ik voor het eerst de kinderen in Kobanê zag, herinnerde het mij meteen aan mijn gevallen kameraden. Als het gelach van de kinderen van Kobanê in mijn oren klinkt, zie ik de gezichten van mijn gevallen vrienden. Vandaag, op de herdenking van hun martelaarschap, is de speeltuin van de Pirsus martelaren geopend en hoewel het nog een kleine stap is, is het de vervulling van de dromen van mijn kameraden.”