- Rojava/Noord- en Oost-Syrië
In het hart van het kanton Jazira (Cizîrê) in Noord- en Oost-Syrië, aan de hoofdstraat van Al-Hasakah (Hesekê), staat een klein winkeltje waar je bij binnenkomst meteen wordt omhuld door de geur van het verleden. De planken, muren en zelfs de vloer staan vol met honderden voorwerpen. Koerdische kelims liggen naast Armeense koperen dienbladen. Arabisch aardewerk staat naast yezidische symbolen. Syrische en Assyrische vijzels delen de ruimte met Circassische handwerkproducten.
Mihemed Hac Xıdır heeft zijn fascinatie uit zijn kindertijd omgezet in een uitgebreide collectie en uiteindelijk in een ruimte die nu het culturele geheugen van de regio weerspiegelt. Zijn winkel voelt als een levend fragment van het veelzijdige erfgoed van Syrië, dat in de schaduw van de oorlog voortleeft. Van buitenaf lijkt het misschien een bescheiden winkelpand, maar als je de drempel overschrijdt, voelt het alsof je een huis van een eeuw geleden binnenstapt. Kleikannen, koperen kruiken, koffiepotten, oude kisten, handgeweven kelims, decoratieve zwaarden, koperen platen met de afbeelding van Nefertiti en talloze andere stukken uit het rijke en diverse verleden van het gebied vullen de ruimte.
Elk voorwerp heeft een ziel
Hac Xıdır vertelde dat hij al sinds zijn tiende of twaalfde oude voorwerpen verzamelt. Hac Xıdır zei: “Ik verzamelde vroeger kleine dingen. Op een dag vroegen mijn vrienden me: ‘Je hebt zoveel mooie stukken verzameld, waarom open je geen winkel?’ Hun aanmoediging zette me ertoe aan om eerst een kleine winkel te openen, die ik later uitbreidde tot wat het nu is.”
Hij zag elk stuk als iets dat hem was toevertrouwd
De winkel bevatte voorwerpen die toebehoorden aan Assyrische, Armeense, Syrische, Koerdische, Arabische, Yezidische en Circassische gemeenschappen, waarvan sommige vijftig, tachtig, honderd of zelfs meer dan honderdtwintig jaar oud waren. Hac Xıdır benadrukte dat hij zijn collectie niet rond één enkele groep had opgebouwd, maar rond de gedeelde levenscultuur van de regio. Hij zei: “Elk object had een verhaal en een ziel. De mensen hier leefden ooit samen, vierden samen bruiloften, rouwden samen. Deze objecten droegen die gedeelde geest in zich. Je kon geen scheidslijnen tussen hen trekken.”

Een groot deel van de collectie was afkomstig uit dorpen en landelijke gebieden. Sommige eigenaren wilden hun stukken verkopen, terwijl anderen hem voorwerpen toevertrouwden omdat ze het niet over hun hart konden verkrijgen om ze weg te gooien. Hac Xıdır zag zichzelf niet als handelaar, maar als bewaker van cultureel erfgoed. Hij zei: “Ik ben dit niet als een zakelijke onderneming begonnen. Dit was mijn passie. Ik heb stukken meegebracht uit Aleppo, Damascus, Qamishlo, Raqqa en Idlib, en zelfs uit Zuid-Koerdistan (Başur).”
Een van de oudste voorwerpen in de winkel was een Assyrische knoflookstamper van meer dan een eeuw oud. Hac Xıdır herinnerde zich: “Een Assyrische man die zich op een reis voorbereidde, wilde hem verkopen. Hij wist niet wat hij waard was. Ik heb hem gekocht zodat hij niet zou verdwijnen. Veel mensen hebben geprobeerd hem van mij te kopen, maar ik kon hem niet verkopen.”
Zijn grootste droom was om een museum te openen
Hac Xıdır had gezegd dat een winkel als deze tijdens het Baath-regime nooit had kunnen worden geopend en dat hij zijn droom had kunnen verwezenlijken dankzij de relatieve stabiliteit die in Noord- en Oost-Syrië was tot stand gekomen. Toen hij over de toekomst sprak, gaf hij duidelijk blijk van zijn vastberadenheid: “Als de oorlog voorbij is, ga ik een grotere winkel openen. Mijn grootste droom is om een museum op te richten en dit erfgoed door te geven aan de kinderen van onze kinderen.”
Bron: ANF

