- Turkije
Çiçek Kobanê, voormalig strijdster van de Vrouwelijke Volksbeschermigseenheden (YPJ) die in Turkije tot levenslang is veroordeeld, is onder dwang overgebracht naar een andere gevangenis. De Koerdische vrouw maakt deel uit van een groep van vier politieke gevangenen die sinds vrijdag niet meer in het gevangeniscomplex in de provincie Riha (Tr. Şanlıurfa) worden vastgehouden, aldus de advocatenvereniging ÖHD. Kobanê werd overgebracht naar een detentiecentrum in Ezirgan (Erzincan), ongeveer 500 kilometer ten noorden van Riha. Het is onduidelijk waar de andere drie gevangenen naar toe zijn gebracht.
Details over de redenen voor de overplaatsing van de vier gevangenen uit de twee T-type maximaal beveiligde gevangenissen in Riha werden ook niet bekendgemaakt. Op verzoek van de ÖHD verklaarde de gevangenisdirectie dat ze geen commentaar zou geven op kwesties met betrekking tot het gevangenissysteem. Er wordt echter gespeculeerd dat de verhuizing verband zou kunnen houden met protesten van gevangenen tegen schendingen van hun rechten. De T-type faciliteiten in het gevangeniscomplex in Riha zijn berucht vanwege systematische mensenrechtenschendingen. Er is geen telefonisch contact geweest tussen de gevangenen en hun wettelijke vertegenwoordigers.
Gevangen genomen en gemarteld door bezettingsmilities
Çiçek Kobanê, wiens burgernaam Dozgin Temo is, werd in oktober 2019 in Ain Issa in het noorden van Syrië gearresteerd door de jihadistische militie “Ahrar al-Sham”, die als bondgenoot van Turkije betrokken was bij de invasie van Rojava. De huurlingen hadden aanvankelijk video’s op internet verspreid waarop te zien was hoe ze hun gewonde gevangenen beledigden en dreigden hen te executeren. Na internationale protesten droegen ze haar over aan het Turkse leger, dat Kobanê deporteerde naar Turkije.
In maart 2021 werd Çiçek Kobanê door een Turkse rechtbank veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf met verzwarende omstandigheden plus nog eens tien jaar en tien maanden voor “het verstoren van de eenheid en integriteit van de staat”, “lidmaatschap van een gewapende terroristische organisatie” en “poging tot moord”. Het Hof van Cassatie bevestigde het vonnis in mei 2022 en negeerde daarbij het feit dat Kobanê op het moment van haar gevangenneming niet deelnam aan vijandelijkheden, maar humanitaire hulp verleende. In de video’s direct na haar gevangenneming draagt ze burgerkleding.