- België
In het Europees Parlement in Brussel wordt een internationale conferentie gehouden over “Şengal – Een samenleving bedreigd door genocide – Wederopbouw als garantie voor vrede in het Midden-Oosten”. Ze wordt georganiseerd door de overkoepelende organisatie van Ezidi-vrouwenraden (SMJÊ) in samenwerking met de Centrale Vereniging van Ezidi-verenigingen in Duitsland. In twee thematische blokken zullen de noodzakelijke gevolgen van de erkenning van de massamoord op de Yezidi-gemeenschap in Noord-Irak door IS op 3 augustus 2014 als genocide en de vooruitzichten voor wederopbouw en de erkenning van het zelfbestuur van Şengal worden besproken.
Eisen van de Yazidi vrouwenvereniging
In de openingstoespraak van de conferentie sprak SMJÊ-woordvoerster Nûjiyan Günay over het verzet van de Yezidi’s en de prestaties van de afgelopen tien jaar en riep op tot erkenning van een status voor Şengal op internationaal niveau. Nûjiyan Günay zei dat er concrete maatregelen genomen moeten worden voor de slachtoffers van de genocide en dat het democratische autonomiemodel in Şengal een oplossing biedt. “Om de slachtoffers van de genocide een nieuw leven te laten opbouwen, hebben ze materiële steun nodig. Om verdere aanvallen op de regio te voorkomen, moet het luchtruim gesloten worden. De daders van de genocide moeten op internationaal niveau worden berecht. Het yezidisme moet worden erkend als een onafhankelijke religie”, verklaarde de woordvoerder van SMJÊ over de fundamentele eisen van de koepelorganisatie van yezidi-vrouwen.
Suad Murad Khalaf: Het gevaar van genocide duurt voort
In de ochtendsessie, die gemodereerd werd door Feleknas Uca, sprak de hedendaagse getuige Suad Murad Khalaf over het onderwerp “Vrouwenbevrijding en zelfverdediging”. Suad Murad Khalaf werd in 2014 ontvoerd door IS in Şengal en kon zichzelf later bevrijden. Ze vertelde hoe de in de regio gestationeerde PDK peshmerga zich zonder slag of stoot terugtrok tijdens de aanval van IS en zei: “Het was allemaal gepland. Şengal was verkocht voor de genocide.” IS was gesteund door Turkije en de Yezidi bevolking was ontwapend voor de aanval.
Vervolgens beschreef ze hoe ze het bloedbad destijds meemaakte. Duizenden mensen werden gedood, zei ze, en zelf was ze een van de vrouwen die werden ontvoerd en geketend verkocht op slavenmarkten. “Maar er waren ook strijdkrachten die de Yezidi-gemeenschap verdedigden,” zei Suad Murad Khalaf en ze meldde dat guerrillastrijders uit de bergen en de YPJ/YPG uit Rojava onmiddellijk na de aanval in de regio arriveerden. Zelf wist ze na een jaar te ontsnappen en sloot ze zich aan bij de verdedigingstroepen. Vandaag wordt Şengal verdedigd door Yezidi-strijdkrachten.
Tot slot verklaarde Suad Murad Khalaf dat de erkenning van de genocide door verschillende staten belangrijk is, maar dat het gevaar van genocide blijft bestaan. Vooral de Turkse luchtaanvallen op de regio moeten gestopt worden.