Gedurende bijna vier jaar stond Raqqa onder het bewind van terreur van de zogenaamde “Islamitische Staat” (ISIS). Het offensief van de Syrische Democratische Krachten (SDF) om de “Kalifaathoofdstad” te bevrijden met de steun van de internationale anti-ISIS-coalitie duurde bijna een jaar, en de intense gevechten in het stadsgebied duurden meer dan vijf maanden.
Met de bevrijding van Raqqa keerden veel mensen terug naar hun huizen. Ze vonden echter een woestijn aan puin. Het ISIS had grote delen van de stedelijke infrastructuur – de levering van water, elektriciteit en telefoonverbindingen- lamgelegd. De stad werd ook zwaar getroffen door bombardementen. Een ander ernstig probleem is de explosieve erfenis van de ISIS-jihadisten. De terroristische militie had zich zorgvuldig voorbereid op het SDF-offensief op Raqqa en had duizenden booby-traps in het puin gelegd voordat ze zich terugtrokken. Zelfs in alledaagse voorwerpen zoals speelgoed en boeken werden explosieven geplaatst.