Bloedbad in Parijs: Wie huurde moordenaar William Malet in?

  • Frankrijk

De aanslag van 23 december in Parijs eiste het leven van een prominent lid van de Koerdische vrouwenbeweging, Emine Kara, de Koerdische kunstenaar Mir Perwer en Abdurrahman Kızıl. Terwijl de aanvaller, William Malet, werd gearresteerd, verwerpt de Franse Democratische Koerdische Raad (CDK-F) het argument van de Franse autoriteiten dat de aanval was gebaseerd op een “racistisch motief”.

De CDK-F beweert dat deze aanval niet alleen een racistisch incident is, maar eerder politiek en moet worden onderzocht door het parket van de “antiterreur”.

In reactie op het onderzoek hielden CDK-F-woordvoerders Berivan Fırat en Agit Polat en advocaten Christian Charrière-Bournazel, David Andic en Jean-Louis Malterre een persconferentie in het Ahmet Kaya Koerdisch Cultureel Centrum. Advocaten uitten hun bezorgdheid over het inerte onderzoek, onbeantwoorde vragen en vermoedens.

De Franse advocaat Christian Charrière-Bournazel verklaarde dat de Turkse staat vijandig staat tegenover de Koerden, daarbij verwijzend naar het jarenlange harde optreden tegen zijn Koerdische burgers.

In een verwijzing naar het bloedbad in Parijs merkte Charrière-Bournazel op dat “alle vroegere relaties van de moordenaar moeten worden onderzocht”. De Franse advocaat benadrukte dat het nodig was om te onderzoeken of de moordenaar instructies had gekregen van de Turkse staat.

Waarom is de anti-terreur-aanklager niet tussenbeide gekomen?

Advocaat David Andic wees erop dat hoewel het parket voor terrorismebestrijding over het algemeen de zaken tegen Koerdische jongeren behandelt, er geen antiterreuraanklager tussenbeide is gekomen in de bloedbadzaak.

Andic zei: “We willen dat gerechtelijke instellingen hun werk kunnen doen.”

Advocaat Jean Luis Malterre zei dat hoewel hij blij was te zien dat Frankrijk de Koerden erkent, sommige regeringspartnerschappen met de Turkse staat verontrustend zijn.

Staatsgeheim

Malterre wees erop dat de staatsgeheime hindernis bij het eerste bloedbad in Parijs een negatieve invloed had op de lopende zaak. Hij zei dat ze niet konden begrijpen waarom de aanslag van 23 december 2022 niet als een terreuraanslag werd beschouwd. PKK-oprichter Sakine Cansız, KNK Parijs-vertegenwoordiger Fidan Doğan en lid van de Koerdische jeugdbeweging Leyla Şaylemez werden op 9 januari 2013 vermoord tijdens een ander drievoudig bloedbad. Turkse inlichtingendienst MIT in het bloedbad.

Malterre wees erop dat de relaties van de Franse politieagenten die het onderzoek uitvoeren met de Turkse staat onder verdenking staan.

Onderzoek verloopt langzaam

Agit Polat, woordvoerder Buitenlandse Zaken van CDK-F, wees erop dat het onderzoek erg langzaam vorderde.

Polat vroeg waarom het huis van de moordenaar een maand nadat hij was gepakt, werd doorzocht. Polat hield vol dat er veel vragen moesten worden beantwoord en verklaarde dat ze wilden dat het onderzoek goed en sneller zou verlopen.

De moordenaar heeft politieke banden met Turkije

Polat onthulde dat de moordenaar bleef gebruikmaken van zijn recht om te zwijgen, maar tijdens de psychiatrische sessie rechtvaardigde hij de aanval duidelijk, daarbij verwijzend naar zijn onverdraagzaamheid jegens de “Koerden” en de “PKK”. Polat voegde eraan toe dat het “politieke” en “terroristische karakter” van deze aanval voor hen duidelijk was: “Tijdens zijn ontmoeting met de psychiatrische dienst vroeg niemand hem iets over de Koerden. Hij zei dat hij de Koerden en de PKK niet mocht omdat de PKK aanslagen pleegde in Turkije. Hieruit blijkt dat de moordenaar een politieke band heeft met Turkije. Ik wil hier de aandacht op vestigen: de PKK pleegt geen aanslagen in Frankrijk en Mallet (moordenaar William Malet) heeft het er helemaal niet over. Hij heeft dus dezelfde vooroordelen tegen de Koerden als het Erdogan-regime.”

Polat stond erop dat de schutter tijdens zijn detentie bekende dat hij het Ahmet Kaya Koerdisch Cultureel Centrum had aangevallen. Polat stelde de vraag “Wie heeft William Malet ingehuurd?”.