Bleekneusje
Daar stond ze dan. Aan de grond genageld, in die eerste versplinterde seconde, nadat de voordeur was ingetrapt. Daar stond ze, nog in haar nachtpon, met haar blote voetjes op het koude zeil. De mannen baanden zich een weg naar binnen. Doorzochten de woonkamer. Het gezin waar zij veiligheid had gezocht was al stilletjes weggevlucht, zonder haar. Dat was 6 april 1945. Wat in de uren daarna door de muitende soldaten haar werd aangedaan heeft zij tot op de dag van vandaag met zich mee te dragen. Het bleekneusje Franci, een meisje van nog geen 12 jaar oud.
—
Nog steeds worden deuren ingetrapt, mensen vernietigd. In Turkije, in Syrië. Mensen moeten alles achterlaten, maar dragen de littekens met zich mee. Voor altijd. De aanstichters van al dit geweld worden vanuit de Nederlandse politiek beloond met een vluchtelingen deal. Je kan zeggen: tja, maar dat is wel ver van ons bed, en voorbij de reikwijdte van onze jurisdictie.
Echter raken wij zelf steeds dieper verstrikt in eigentijdse intoleranties. Weten wij de terreur in Nederland en Duitsland op eigen bodem niet naar behoren aan te pakken. Voor de instroom van Islamitische cultuuruitingen maken wij ruimbaan, ( de burka nog een twijfelpuntje: weliswaar verboden maar de facto prima gedoogd; en het keppeltje: nog steeds wel legaal, maar vogelvrij verklaard).
Deze week gaf Felix Klein, de antisemitisme-commissaris, aan de Joden in Duitsland het advies mee, om toch maar geen keppeltje meer te dragen in het openbaar. Hij erkende dat het probleem de Duitse overheid boven het hoofd was gegroeid. In Nederland wordt dat niet zo uitgesproken, maar iedereen weet al dat je er zelf om hebt gevraagd dat je met een keppeltje op bespuugd en verrot gescholden wordt. Misschien is de Duitse overheid in haar gênante onmacht toch wel meer oprecht dan wij in Nederland, waar we de samenleving zelf het Joden-probleem laten “oplossen”. We trekken ons terug, kijken weg. En na Die Endlösung lopen we door.
Niet vreemd dat we ook geen oren hebben naar wat de Jezidis en de Koerden hebben te verduren in Turkije en Syrië. Heel naar allemaal, maar laten ze vooral niet hier in beeld komen. Laten we ze toch vooral over laten aan hun beulen daar. Turkije blijft deze mensen opjagen en martelen. Zet haar nieuwste wapentuig in, ver buiten haar landsgrenzen. En binnen de eigen landsgrenzen heeft de Turkse staat ook geen enkele restricties meer voor haar terreur.
Het idee om voorbij de diplomatieke piepgrens te treden is al gewaagd, maar om het ook werkelijk in onze portemonnee te gaan voelen, dat gaat echt te ver. De terreur en de handelszaken… een naadloze machine. Alleen de schaal en precisie is in onze tijd van ongekende klasse.
—
Franci Stukart exposeerde haar werk o.a. in het Van Der Togt museum, en sinds afgelopen vrijdag in Ouderkerk aan de Amstel. Een aanrader voor wie wil weten waar wij vandaan komen en wie wij zijn.
Auteur: Paul Terlunen