De systematische vernietiging van de natuur van Koerdistan maakt deel uit van de speciale oorlogsstrategie van de Turkse staat, zegt Murat Bilgiç van de ecologiebeweging van Mesopotamië. Vooral de laatste jaren is de vernietiging van het milieu enorm geëscaleerd.
Murat Bilgiç is een milieuactivist en lid van de Mesopotamische ecologiebeweging. Hij benadrukt dat de vernietiging van de natuur in Koerdistan geen kwestie is van periodieke gebeurtenissen, zoals vaak wordt aangenomen. Het gaat veeleer om een historisch proces dat zich afspeelt sinds de oprichting van de Turkse Republiek. “Parallel aan de oprichting van Turkije werd een vernietigingsbeleid tegen alle niet-Turkse identiteiten ingevoerd. Deze staat beschouwde alle niet-Turkse groepen als slaven of gemeenschappen die de dood verdienden. Hij sloeg bloedig de opstanden van Şêx Seîd, Seyîd Riza, Agirî en Qoçgirî neer, maar in de wetenschap dat dit niet tot enig blijvend succes zou leiden. Men geloofde dat de Koerden van nature begunstigd waren. Dit wordt weerspiegeld in vroege verslagen van staatsfunctionarissen. De zin ‘Het milieu beschermt u’ vat deze veronderstelling het duidelijkst en opvallendst samen. De aard van Koerdistan zorgde ervoor dat de mensen die er woonden jarenlang in hun behoeften konden voorzien zonder steun van buitenaf. Daarom noemden de verslagen de vernietiging van het milieu als de belangrijkste voorwaarde voor de succesvolle vernietiging van de Koerdische identiteit.”
Aanvallen op de natuur van Koerdistan zijn routine
Bilgiç ziet de aanvallen op de natuur van Koerdistan als een echte routine die elke dag systematisch wordt uitgevoerd, maar van tijd tot tijd escaleert: “De aanvallen van de staat bereikten in fasen nieuwe pieken. Hele regio’s werden ontvolkt als dorpen werden platgebrand. De vernietiging van de dorpen had ook ecologische gevolgen. Ze werden uitgeroepen tot no-go-gebieden en de toegang tot hen werd decennialang ontzegd. Daarnaast werd het plunderen van bomen en andere vormen van vegetatie stelselmatig bevorderd. Maar zelfs het platbranden van de dorpen en de verdrijving van hun bevolking brachten geen oplossing. Want zolang de natuur bleef bestaan en gunstige omstandigheden schepte, zouden mensen naar deze plekken terugkeren. Dus de staat wilde het probleem bij de wortel aanpakken door de natuur volledig te vernietigen.”
“Het Sri Lankaanse model wordt al eeuwenlang toegepast tegen het Koerdische volk”
Volgens Bilgiç zijn bosbrandstichtingen en opruimingswerkzaamheden in Koerdistan sinds 2009 enorm toegenomen. De activist legt de redenen uit: “In dat jaar werd in Sri Lanka een ‘blijvende overwinning’ op de Tamil Tijgers gepropageerd. Dit wordt het ‘Sri Lanka-model’ genoemd. Dit model werd in 2012 ook aan de toenmalige Turkse president [Abdullah Gül] gepresenteerd. De metafoor dat het meer moet worden drooggelegd zodat de vissen op natuurlijke wijze sterven, overtuigde de Turkse staat van de strategie voor zijn oorlog tegen het Koerdische volk. Ik vermoed dat de Turkse functionarissen niet bijzonder onder de indruk waren van deze presentatie. Omdat dit model al eeuwenlang tegen de Koerden wordt gebruikt. Maar het Sri Lankaanse model lijkt internationale legitimiteit te hebben gekregen. Daarom wordt het steeds vaker gebruikt tegen samenlevingen die strijden voor hun rechten en vrijheden. Vanaf dat moment breidden de bouw van dammen en politiebureaus, het aansteken van bosbranden, het kappen van bomen en andere praktijken die de natuur vernietigen zich aanzienlijk uit.”
“Georganiseerde maatregelen zijn nodig om levens te beschermen”
Bilgiç waarschuwt dat de gerichte vernietiging van het milieu niet alleen een regionaal maar een mondiaal gevaar is: “De bossen maken deel uit van het ecologische systeem. De problemen met het water en de atmosfeer hebben te maken met de bossen. Ze zijn het leefgebied van vele wezens. Als hun leefgebieden worden vernietigd, zullen ook zij uitsterven. Maar de ecologische gevaren die dit met zich meebrengt, worden niet gezien. Racisme heeft de ogen van het regime zo verblind dat het niet uitmaakt of het milieu in de wereld eronder lijdt, zolang de Koerden geen successen boeken. Het regime is niet geïnteresseerd in de ecologische vernietiging die de wereld doormaakt. Het is daarom noodzakelijk om ons sterker te verdedigen tegen deze slachtingen van de natuur. De bestaande protesten zijn waardevol, maar niet genoeg. Om het leven te beschermen, mogen de protesten niet afnemen. Integendeel, er moet meer georganiseerde actie worden ondernomen om deze misdaden te stoppen.”
“Als het om Koerdistan gaat, denkt zelfs Greenpeace als het systeem”
Maar ook milieuorganisaties zoals Greenpeace zwijgen en verklaren zich niet verantwoordelijk als het gaat om de vernietiging van de natuur in Koerdistan, zegt Bilgiçen en wijst op tegenstrijdigheden met de eigen doelen van dergelijke NGO’s: “Als Turkse staatsorganen de vernietiging van de natuur in Koerdistan steunen, Koerdistan met ‘veiligheidszorgen’, dan geloven de milieuorganisaties in Turkije ze helaas. Je moet je echter afvragen wat de Turkse staat verontrust aan het leven van de Koerden en waarom hun natuur om veiligheidsredenen wordt vernietigd.” Maar ook internationaal gebeurt er niets. Greenpeace zwijgt bijvoorbeeld over ecologische vernietiging in Koerdistan, met het argument dat de kwestie niet binnen hun expertisegebied valt. “Op een plek waar bomen worden vernietigd, heb je geen expertise nodig. Deze houding is niet overtuigend. Greenpeace heeft zelfs geholpen bij het blussen van bosbranden in Turkije. Maar als het om Koerdistan gaat, zien we dat de organisatie niet anders denkt dan het systeem.”