- Rojava/Noord-en Oost-Syrië
De districten Shera en Sherawa van Afrin grenzen aan de door Turkije bezette gebieden en dus aan een oorlogsfront. De Turkse troepen en hun huurlingen openen het vuur op alles wat zich langs de grensstrook beweegt. Verder weg worden willekeurig artilleriegranaten getroffen. In deze death strip is landbouw praktisch onmogelijk. De olijven en fruit aan bomen verdrogen en rotten of de bomen verbranden door de aanvallen.
Mijnen, raketten en schoten tegen boeren
Volgens het Landbouwcomité van disctrictsraad van Sherawa staan er 149.000 fruitbomen in deze stroken. Dit zijn 99.000 olijfbomen en 50.000 granaatappelbomen. Daarnaast kan 3.550 hectare landbouwgrond waar vroeger vitale granen zoals tarwe en gerst werden verbouwd niet meer worden verbouwd. Als ze het toch proberen, worden ze meteen beschoten door de bezetter. Soms worden raketten of granaten, maar ook mijnen, ingezet tegen de boeren. De meest getroffen dorpen zijn Zoq al-Kabir, Kelutiye, Burj al-Qas, Soxanekê, Aqibê, Bênê en Tinib.
Mensen worden beroofd van hun levensonderhoud
Ismail Ehmed, uit het dorp Bênê in het district Sherawa, kan zijn gewassen niet oogsten en zijn bomen niet verzorgen en oogsten vanwege de aanvallen van de bezettingstroepen. Ehmed bezat 3.000 bomen, waarvan 2.000 door de bezettingstroepen in beslag werden genomen. Hij hield nog maar een derde over, die hij ook niet kan verzorgen door de aanvallen. Hij spreekt over dagelijkse aanvallen en herinnert zich dat hij al vier jaar geen olijven heeft kunnen oogsten.
Yahya Nebo heeft 200 olijfbomen. Hij meldt beschietingen en mijnen die op landbouwgrond worden gelegd en klaagt: “Deze bomen zijn ons levensonderhoud, we leven ervan. Maar nu hebben we moeilijkheden. Omdat de huurlingen ons verhinderen de olijven te oogsten met hun aanvallen.”