Hrant Dink werd dertien jaar geleden vermoord voor de voormalige uitgeverij van het Armeense weekblad Agos. De redacteur, die jarenlang werd vervolgd door nationalistische krachten in de samenleving en de rechterlijke macht, werd op 19 januari 2007 op straat doodgeschoten.
Dink schreef en sprak over de Armeense genocide van 1915. Hij stond bekend om zijn inspanningen voor verzoening tussen Turken en Armeniërs.
Op het moment van zijn dood stond hij terecht wegens het overtreden van artikel 301 van het Turkse wetboek van strafrecht en het “denigreren van de Turksheid”.
De moordenaar van Hrant Dink werd kort na de moord opgepakt en later veroordeeld. De meesterbreinen van het staatsapparaat zijn nog steeds niet berecht.
Şeref Ateş, een van de verdachten in de zaak, is vermoord in de stad Düzce.
Als voormalig inlichtingenofficier van de gendarmerie (militaire politie) werd Ateş in december 2017 vrijgelaten uit de gevangenis nadat hij was gearresteerd in de zaak van de vermoorde journalist.
Volgens berichten in de media werd Ateş gisteravond laat in zijn auto in de wijk Çavuşlar aangevallen in een gewapende aanval.Terwijl de aanvallers wisten te vluchten, stelden gezondheidsteams ter plaatse vast dat Ateş was doodgeschoten in zijn auto, zijn lichaam doordrenkt met bloed.
Achtergrond
Dink werd op 19 januari 2007 rond 12.00 uur GMT in Istanbul vermoord toen hij terugkeerde naar de kantoren van Agos.
De moordenaar zou zich hebben voorgesteld als student aan de universiteit van Ankara die Mr. Dink wilde ontmoeten. Toen zijn verzoek werd afgewezen, wachtte hij een tijdje voor een bank in de buurt. Volgens ooggetuigen werd Dink neergeschoten door een man van 25 tot 30 jaar, die drie keer op Dink’s achterhoofd schoot voordat hij te voet de scène ontvluchtte. Volgens de politie was de huurmoordenaar een man van 18 tot 19 jaar. Twee mannen waren in de eerste uren van het politieonderzoek in hechtenis genomen, maar werden later vrijgelaten.
Een dag na de moord kondigde de politie aan dat de schutter was geïdentificeerd in videobeelden die waren verzameld via zowel het Istanbul MOBESE elektronische bewakingsnetwerk (meer dan 4.000 camera’s in de hele stad) als lokale beveiligingscamera’s. Ze publiceerden later foto’s voor het publiek en drongen er bij elke burger op aan het onderzoek te steunen.
Persagentschappen meldden dat de schutter was geïdentificeerd als “Ogün Samast”, een tiener geboren in 1990 en geregistreerd als woonachtig in Trabzon.
De vader van Samast identificeerde hem op basis van de openbaar gemaakte foto’s en waarschuwde de autoriteiten. Zes mensen, waaronder Samast’s vriend Yasin Hayal, die in 2004 betrokken was geweest bij een bombardement op een McDonald’s-restaurant in Trabzon, werden in hechtenis genomen en naar Istanbul gebracht.
Op 25 juli 2011 werd Samast veroordeeld voor moord en wapenbezit. Hij werd veroordeeld tot 22 jaar en 10 maanden gevangenisstraf.
Op 16 januari 2012 oordeelde het 14e zware strafhof van Istanbul dat er geen samenzwering plaatsvond achter de moord en verklaarde dat de moord een gewone moord betrof. Yasin Hayal werd schuldig bevonden aan moord en veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, terwijl twee andere mannen schuldig werden bevonden aan medeplichtigheid en werden veroordeeld tot 12 jaar en 6 maanden gevangenisstraf.
In 2013 vertelde een geheime getuige de aanklagers over de betrokkenheid van JITEM en Gendarmerie bij de moord op Dink.
Op 12 januari 2015 werden arrestatiebevelen uitgevaardigd voor twee officieren, waarmee zij de eerste in het onderzoek gearresteerde ambtenaren waren.
