Bedoeïenenfamilies uit Suweida geëvacueerd

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

Na de recente zware aanvallen en gevechten in Suweida zijn honderden leden van bedoeïenenfamilies geëvacueerd uit de provincie in het zuiden van Syrië. Volgens het persagentschap ANHA werden meer dan 1.500 mensen met de steun van de Syrische Rode Halve Maan naar de landelijke regio van het naburige Daraa gebracht. Het doel is om een verdere escalatie van het geweld te voorkomen en de situatie in de provincie te stabiliseren.

De evacuatie van de bedoeïenenfamilies, die pas in Suweida aankwamen na het uitbreken van de laatste golf van geweld, vond plaats na dagen van gevechten tussen troepen en aanhangers van de islamistische overgangsregering in Damascus en Druzische zelfverdedigingstroepen. Parallel aan de nachtelijke aanvallen van jihadisten op verschillende dorpen in Suweida, voerden Israëlische gevechtsvliegtuigen afgelopen nacht luchtaanvallen uit op doelen in de omgeving van de provinciehoofdstad Suweida. De getroffen dorpen waren onder andere Al-Ariqa en Umm al-Zaytoun in het noorden. Ook het dorp Dama werd gebombardeerd.

Als gevolg van een overeengekomen maar fragiel staakt-het-vuren trokken eenheden van de interim-regering zich plaatselijk terug uit de regio. Het Israëlische leger dropte vervolgens hulpgoederen boven de stad. Tegelijkertijd verslechterde de situatie in verschillende dorpen verder. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR) braken er zware gevechten uit in onder andere Umm al-Zaytoun. Islamisten zouden opnieuw huizen van burgers in brand hebben gestoken en belangrijke transportroutes hebben geblokkeerd. Een geplande gevangenenruil in het dorp mislukte zondagavond door mortieraanvallen van jihadistische militieleden, waardoor de veiligheidssituatie verder verslechterde.

Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zijn er meer dan 1.100 mensen gedood sinds het uitbreken van het geweld in de provincie Suweida op de voorlaatste zondag. 531 van de dodelijke slachtoffers waren Druzen, waaronder verschillende burgers die door de islamisten zijn geëxecuteerd. Volgens het SOHR zijn er meer dan 370 leden van de zelfbenoemde overgangsregering en verschillende leden van bedoeïenenstammen onder de doden. Tijdens de gevechten werd ook een journalist gedood.

De humanitaire situatie in Suweida blijft kritiek. De angst voor verder geweld en ontheemding neemt toe onder de bevolking. Vanuit binnen- en buitenland gaan steeds meer stemmen op voor een onmiddellijke beëindiging van de gevechten en voor beschermende maatregelen voor de burgerbevolking.