De families van PKK-leider Abdullah Öcalan, Hamili Yıldırım, Veysi Aktaş en Ömer Hayri Konar, die worden vastgehouden in de zwaar beveiligde F Type gesloten gevangenis op het Turkse gevangeniseiland Imralı, mochten op 5 juni, de tweede dag van het suikerfeest, hun gedetineerde familieleden bezoeken.
Ömer Hayri Konar en Veysi Aktaş hebben hun families voor het laatst ontmoet op 15 maart 2015, en Hamili Yıldırım op 15 juli 2015.
Sabiha Aslan sprak met Mesopotamia Agency (MA) over haar ontmoeting met haar broer Veysi Aktaş, een van de gevangenen in de gevangenis van Imralı.
Aslan vertelde het volgende;
“Als ik me niet vergis, werden we 6-7 keer aan een onderzoek onderworpen. Bovendien was er natuurlijk de terugkeer. We hebben hen in totaal 12-13 keer gezocht. Meerdere keren fouilleren, intense doorzoekingen, handtekening procedures, schoenen uit.
Aslan verklaarde dat elke gevangene na de doorzoekingen zijn familieleden in afzonderlijke kamers ontmoette, waardoor ze Öcalan, Yıldırım of Konar niet kon zien. Ze merkte op dat hun ontmoeting ongeveer een uur duurde.
Hoe is het gesprek verlopen?
Aslan zei dat haar (oudere) broer met een glimlach op zijn gezicht naar de kamer kwam waar ze had zitten wachten. Ze zei: “Ik omhelsde hem. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik kuste voortdurend zijn handen, zijn gezicht. Het was een heel vreemd gevoel. Voordat ik hem verliet, omhelsde ik hem opnieuw.”
Aslan zei dat ze met zijn broer over hun familie hadden gesproken, omdat het 4 jaar geleden was dat ze elkaar voor het laatst ontmoet hadden, en ging verder; “Hij vroeg me ‘wie is er dood en wie leeft er nog?”4 jaar is geen korte periode. Ik vertelde hem dat onze grootmoeder was overleden. Hij vroeg: “Wanneer? Hoe lang geleden, een jaar of maanden?” Toen vertelde ik hem dat het in november was.” Aslan merkte op dat ze bijna niet wist wat ze moest zeggen en vragen omdat ze er voor de eerste keer was. Ze citeerde haar broer door te zeggen: “Het is niet zeker of je hier weer toegelaten zou worden. Dit kan het laatste bezoek zijn “.
Aslan ging verder; “Hij vroeg me om mijn kinderen mee te nemen als ik daar weer naartoe kon gaan. Hij vroeg hoeveel ze zijn opgegroeid. Hij zei: ‘Ik wou dat je Sarya ook had gebracht’. Sarya is mijn dochter. Ik heb haar niet meegenomen omdat ik niet wist of ze het haar zouden toestaan of niet.”
Aslan merkte op dat haar broer in goede gezondheid en moraal verkeerde. Zij ging door; “Hij zei dat ze oncomfortabel waren met de vochtigheidsgraad. Er was geen ander probleem dat hij noemde. Hij leek aan te komen. Hij zei dat dit kwam omdat hij was gestopt met roken.”
Aslan zei tenslotte het volgende; “Het is niet mogelijk voor mij om mijn gevoelens te uiten. Het was toch een heel zwaar gevoel, afgewisseld met vreugde. Ik zou een boek vol kunnen schrijven met alle gevoelens die ik ervaar, maar ik kan het niet. Ik ben nog steeds beduusd.”