De politie in Ankara heeft donderdag hardhandig opgetreden bij protest tegen de agressieoorlog van Turkije tegen Noord- en Oost-Syrië. Zeven mensen uit het spectrum van de Democratische Partij van Volkeren (HDP) werden over de grond gesleept en gearresteerd.
De provinciale vereniging van de HDP had opgeroepen tot een protest tegen de oorlog in Noord- en Oost-Syrië. ‘s Avonds kwamen activisten en leden van de partij samen in het district Çankaya voor Sakarya Caddesi om te demonstreren in een winkelstraat. De politie omsingelde de demonstranten en verbood demonstraties. Het hoofd van de operaties legde uit: “Terwijl Turkse soldaten gebed en ondersteuning nodig hebben, zullen we dergelijke maatregelen niet toestaan. Het voortbestaan van de staat staat op het spel.”
Na onderhandelingen met de politie mochten de parlementsleden passeren. Kort daarna kwam de wachtende menigte, die grotendeels uit vrouwen bestond, in beweging. De politie benaderde de groep vervolgens op gewelddadige wijze en sleepte de activisten over het asfalt naar noodvoertuigen. Advocaten van de FHD ÖHD (Özgürlükçü Hukukçular Derneği) werden met geweld verwijderd.
De arrestanten zijn mede-woordvoerder van het HDK (Democratisch Volksongres) in Ankara, Fatma Kılıçarslan en Betül Koca van het provinciale bestuur van HDP. Waar ze worden vastgehouden is nog onduidelijk.
Onderzoek tegen HDP-voorzitters
Op donderdag werd ook aangekondigd dat de procureur-generaal van Ankara een onderzoek heeft ingesteld tegen de twee covoorzitters van de oppositiepartij HDP, Sezai Temelli en Pervin Buldan, evenals andere leden van de partij. De reden voor het onderzoek is dat de HDP-politici de agressieoorlog van Turkije tegen Noord- en Oost-Syrië een “invasie” hebben genoemd.
Turkije valt sinds woensdag de zelfbesturende gebieden in Rojava aan. Ze krijgt steun van haar jihadistische bondgenoten, die al aan haar zijde stonden in de oorlog tegen Afrin, waar zij gezamenlijk het internationale recht schonden.