In een rapport over de Turkse invasie-aanval op Afrin zei Amnesty International dat tientallen burgers zijn omgekomen als gevolg van de Turkse bombardementen en beschietingen in de regio.
Amnesty schrijft in haar rapport:
“Op 20 januari begon het Turkse leger in het noorden van Syrië de operatie Olijftak. Die is erop gericht om de Koerdische invloed in de regio terug te dringen. Volgens de Koerdische Halve Rode Maan zijn er sinds het begin van het offensief als gevolg van Turkse aanvallen 93 burgers om het leven gekomen, onder wie 24 kinderen. Daarnaast vielen er 353 gewonden; 51 van hen waren kinderen.”
Tegelijkertijd heeft de Koerdische YPG-militie vier burgerdoden op haar geweten, onder wie een meisje van negen jaar. Daarnaast eisten volgens de Turkse overheid raketten en mortiergranaten op Turks grondgebied 7 burgerdoden en 113 gewonden.”
Dit laatste wordt tegengesproken door Luitenant-generaal Ismail Metin Temel, de commandant van de invasie-aanvallen tegen Afrin. Hij gaf toe dat ondanks de aanhoudende burgeroorlog in Syrië gedurende 7 jaar, er geen enkele kogel vanuit Afrin is afgevuurd.
“Bommenregen op burgerdoelen”
Amnesty International interviewde vijftien mensen uit de regio. Veel van hun getuigenissen over de aanvallen worden bevestigd door de videoanalyse die werd uitgevoerd door een gespecialiseerd onderzoeksteam van Amnesty.
Zeina, een inwoonster van het op zeven kilometer van de Turkse grens gelegen dorp Jenderness, vertelde aan Amnesty:
‘In het begin geloofden we de verklaring van de Turkse regering, die op tv zei dat ze geen burgerdoelen zouden aanvallen. Maar dat was een leugen. Ik heb nog nooit zulke bombardementen gezien; de bommen vielen als regen.’
Inwoners van de stad Azaz, onder wie media-activist Mustafa, vertelden Amnesty over de aanvallen van Koerdische troepen, waarbij huizen en ziekenhuizen geraakt werden:
‘Op 5 februari was ik getuige van de ergste aanval. Een auto werd geraakt door een raket die was afgevuurd door de PKK [getuige bedoelt de YPG, red.]. Een meisje van negen jaar was op slag dood en vijf van haar familieleden raakten ernstig gewond. Ze werden naar Turkije overgebracht. Ik snap niet hoe ze het overleefd hebben. De auto stond in brand. Het was verschrikkelijk om naar te kijken.’ Aldus het verslag van Amnesty.
Amnesty laat verder weten;
‘Het conflict in Syrië heeft ondraaglijk lijden veroorzaakt bij de mensen die daar wonen, omdat de strijdende partijen niet de nodige voorzorgsmaatregelen nemen om burgers te beschermen,’ zegt Lynn Maalouf, onderzoeksdirecteur Midden-Oosten bij Amnesty International. ‘De Verenigde Staten, Rusland en andere landen moeten hun invloed aanwenden en druk uitoefenen op de betrokken partijen om deze onwettige aanvallen te stoppen en respect te tonen voor het internationale oorlogsrecht.’
Sido, een inwoner van het dorp Maabatli, beschreef hoe een granaat het huis van zijn buurman raakte op 25 januari en daarbij vijf van de zes mensen doodde.
“De aanval vernietigde het huis volledig, waarbij de vader, moeder en drie kinderen jonger dan 15 werden vermoord. Een vierde kind … overleefde maar is in kritieke toestand,” verteld Sido. “Er is geen militair hoofdkwartier naast het huis … De dichtstbijzijnde frontlinie is 41 km verderop aan de grens.”
Verzet tegen Turkse invasie
Turkije schrikt niet terug van het aantal gedode burgers, vrouwen en kinderen en zet zijn aanvallen voort. Aan de andere kant blijven de Koerdische volkeren en strijdkrachten zich verzetten tegen de Turkse invasie.