Amnesty International zei in een op 11 april gepubliceerde verklaring dat “de sluiting van de HDP de rechten op vrijheid van meningsuiting en vereniging zou schenden”.
De verklaring voegde eraan toe dat “een besluit om de op één na grootste oppositiepartij van Turkije, de Democratische Volkspartij (HDP), te sluiten na een rechtszaak bij het Grondwettelijk Hof van het land, zou resulteren in meerdere schendingen van de rechten op vrijheid van meningsuiting en vereniging. Terwijl het land zich voorbereidt op cruciale verkiezingen in de nasleep van de verwoestende aardbevingen van 6 februari, zou een bevel om de HDP te sluiten en een politiek verbod op enkele honderden huidige en voormalige HDP-leden een duidelijke schending zijn van de internationale verplichtingen van Turkije.
Amnesty benadrukte dat Turkije tot nu toe “er niet in is geslaagd uitspraken van het Europese Hof uit te voeren waarin mensenrechtenschendingen werden vastgesteld op basis van de sluiting van politieke partijen of andere beperkingen die werden opgelegd aan mensen die met hen verbonden zijn. Deze uitspraken omvatten gevallen waarin de autoriteiten HDP hebben opgeheven de immuniteit van wetgevers, waardoor ze onterecht kunnen worden vervolgd, evenals gevallen waarin de antiterrorismewet is gebruikt om de rechten op vrijheid van meningsuiting en vereniging onnodig te beperken.”