- Duitsland
Het 100-jarig jubileum van de Sheikh Said opstand nadert en markeert een cruciaal moment in de Koerdische geschiedenis. De opstand werd gelanceerd als reactie op het feit dat de Turkse Republiek haar beloften aan het Koerdische volk niet nakwam en hun rechten bleef ontkennen. Het verzet, dat door de Azadî Beweging werd geïnitieerd als een roep om gerechtigheid, werd door de Turkse staat met geweld onderdrukt. Sjeik Said en 46 van zijn kameraden werden op 29 juni 1925 in Amed (Diyarbakır) geëxecuteerd.
In de eeuw die volgde heeft de Turkse staat zijn beleid van ontkenning en vernietiging voortgezet, terwijl het Koerdische volk nooit is opgehouden zijn rechten op te eisen. Ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum van het verzet van Sheikh Said zal het Koerdische Nationale Congres (KNK) op 27 en 28 juni een tweedaagse conferentie houden in Brussel, de hoofdstad van België. Onmiddellijk na de conferentie wordt op 29 juni een rally en mars gehouden in Keulen, Duitsland.
KNK co-voorzitter Ahmed Karamus sprak met ANF Nieuwsagentschap over de komende conferentie in Brussel en de demonstratie in Keulen.
Karamus benadrukte dat de achtergrond van de Koerdische opstanden, vooral in Noord-Koerdistan (Bakur), tijdens het republikeinse tijdperk grotendeels verdoezeld blijft. Hij merkte op dat het cruciaal is voor Koerden om de motivaties en ontwikkelingen rond deze opstanden, die werden uitgelokt door eisen voor rechten en vrijheid, volledig te begrijpen. Karamus legde uit: “Ons doel is om te bespreken wat er voor en na de Sheikh Said-opstand gebeurde, tegen wie ze gericht was, welk doel ze diende, de historische achtergrond en de gevolgen ervan. We willen eerlijk spreken over het verleden.” Hij herinnerde er ook aan dat er een gelijkaardige conferentie was gehouden op de honderdste verjaardag van het Verdrag van Lausanne om historische waarheden onder ogen te zien.
Koerden werden met het Verdrag van Lausanne van alle rechten beroofd
Ahmed Karamus verklaarde dat de Koerden ernstig onrecht werd aangedaan door het Verdrag van Lausanne en dat de opstand van Sheikh Said ontstond als reactie op het onrecht dat uit dit verdrag voortkwam. Hij merkte op dat veel progressieve, intellectuele en zelfs academische kringen serieus onderzoek hebben gedaan naar Sheikh Said. Karamus benadrukte de verschillen tussen de grondwetten van 1921 en 1924 en merkte op: “Alle culturele, wettelijke en grondwettelijke rechten die vóór 1921 aan de Koerden waren toegekend, werden in beslag genomen door het Verdrag van Lausanne.” Volgens hem was dit één van de belangrijkste factoren die het Koerdische volk tot rebellie aanzette. Karamus benadrukte dat de eisen van Sjeik Said en zijn kameraden vandaag de dag nog steeds relevant zijn. Verwijzend naar de huidige debatten over het oplossen van de Koerdische kwestie in Turkije, benadrukte hij dat de kwestie alleen kan worden aangepakt met democratische middelen en door wettelijke en grondwettelijke hervormingen.
Karamus herinnerde aan het onwrikbare aandringen van het Koerdische volk op een oplossing en verklaarde: “Deze conferentie is ook een eis tot afrekening. Als echte vrede gewenst is, moet het onrecht worden erkend dat de Koerden is aangedaan.” Hij wees op de voortdurende desinformatie binnen de Turkse staatsideologie over de opstand in Sheikh Said en stelde dat de staat geprobeerd heeft de opstand in diskrediet te brengen door deze als ‘reactionair’ te bestempelen om de blijvende impact ervan te ondermijnen. In tegenstelling tot dit verhaal beschreef Karamus de Sheikh Said opstand als “een opstand gedreven door eisen voor rechten en vrijheden.” Hij merkte op dat de conferentie alle aspecten van de opstand zou behandelen en belangrijke inzichten zou kunnen opleveren voor de huidige strijd van het Koerdische volk. Karamus herinnerde er ook aan dat belangrijke geleerden die belangrijk werk hebben verricht over de opstand in Sheikh Said, aan de conferentie zullen deelnemen.
Koerden moeten samen optrekken voor nationale eenheid
Ahmed Karamus onderstreepte dat het belangrijk is dat Koerden collectief optreden op gemeenschappelijke grond om nationale eenheid te bereiken. Hij benadrukte de relevantie van de komende conferentie voor dit doel en zei: “Het is cruciaal dat Koerden een gemeenschappelijke basis vormen, hun gedeelde historische ervaringen vergelijken en hun huidige eisen kenbaar maken. De opstand in Sheikh Said was een beweging die voortkwam uit nationale en democratische aspiraties. Elke opstand die daarop volgde, Dersim, Agri, Koçgiri, Zilan, Sason, had één rode draad: de vraag van het Koerdische volk naar democratische rechten en vrijheden. Deze voorbeelden tonen ons dat Koerden doorheen de geschiedenis, ongeacht hun ideologische verschillen, collectief hebben gestreden voor hun nationale en democratische rechten. Met deze conferentie willen we aantonen dat de geest van die eenheid vandaag nieuw leven kan worden ingeblazen.”
Karamus merkte ook op dat deskundigen op dit gebied, academici, onderzoekers en intellectuelen, zullen deelnemen aan de conferentie, die diepgaande discussies zal bevatten over de opstand van Sheikh Said. Hij nodigde iedereen uit om de conferentie op de voet te volgen en benadrukte het belang van de rally en mars die op 29 juni in Keulen zullen plaatsvinden.
In zijn slotopmerkingen deed Karamus de volgende oproep: “Op 29 juni werden Sheikh Said en 46 van zijn kameraden geëxecuteerd in Amed. Er is een eeuw verstreken en we weten nog steeds niet waar hun graven zijn. Door middel van de bijeenkomst die we zullen houden, roepen we zowel de Turkse staat als de internationale gemeenschap op om de graven van onze martelaren te lokaliseren en ervoor te zorgen dat ze waardig worden begraven. Dit maakt deel uit van de geschiedenis van het Koerdische volk. Als KNK eisen we dit opnieuw als onderdeel van onze plicht om alle martelaren te eren. Ongeacht ideologische verschillen zou iedereen moeten deelnemen aan deze bijeenkomst en de Sheikh Said beweging moeten omarmen. We roepen iedereen op om naar Keulen te komen.”