Advocatenkantoor Asrin roept op tot dwangmaatregelen van het CPT

  • Turkije

Al bijna twee jaar is er geen teken van leven van Abdullah Öcalan en zijn drie medegevangenen op het gevangeniseiland Imrali, Ömer Hayri Konar, Veysi Aktaş en Hamili Yıldırım. Het laatste contact met Öcalan was een telefoongesprek met zijn broer Mehmet Öcalan op 25 maart 2021, dat om onbekende redenen werd onderbroken. Het bijna vijf minuten durende gesprek werd toegestaan ​​als gevolg van massale protesten na geruchten over de dood van de Koerdische vertegenwoordiger verspreid. Een telefoontje van Hamili Yıldırım naar familieleden werd ook onderbroken. Ömer Hayri Konar en Veysi Aktaş weigerden familieleden te bellen om te protesteren tegen het isolement.

De vier gevangenen op Imrali worden vertegenwoordigd door het Advocatenkantoor Asrin in Istanbul. De advocaten hebben zich opnieuw tot het Comité ter Voorkoming van Foltering (CPT) van de Raad van Europa gewend om opheldering te vragen over de toestand van hun cliënten en hun onwettige isolement te beëindigen. In de motie verzoekt de griffie de CPT om het rapport vrij te geven over het laatste bezoek van de Anti-folteringscommissie aan Turkije op 20-29 september.

In de brief wordt erop gewezen dat familie- en advocatenbezoeken, telefoontjes, brieven en alle andere communicatiemiddelen worden verhinderd en dat de Turkse autoriteiten niet reageren op verzoeken om bezoeken. Evenzo zijn de verzoeken van 350 advocaten uit 22 verschillende landen aan het ministerie van Justitie op 14 september 2022 en van 756 advocaten uit het Midden-Oosten op 19 september 2022 niet beantwoord.

‘Het CPT wordt niet serieus genomen door Turkije’

“Er zal aan worden herinnerd dat uw commissie in haar rapport uit 2013 duidelijk heeft verklaard dat het verbod op het bezoeken van advocaten sinds 27 juli 2011 was gebaseerd op een politieke beslissing die in strijd was met zowel het nationale recht als het internationale recht. Men vond deze situatie onaanvaardbaar en adviseerde om het recht op rechtsbijstand in de praktijk te brengen. De houding van de autoriteiten en rechtbanken is sindsdien echter niet veranderd’, aldus de brief aan de CPT.

“Het is onbegrijpelijk dat uw commissie geen toevlucht heeft genomen tot de procedures van artikel 10, lid 2 van het Europees Verdrag ter Voorkoming van Foltering (EVRM), die een dwangmaatregel vormen om eenzame opsluiting af te schaffen. Het niet volgen van de procedures roept ernstige twijfels op over de houding van uw commissie. Dit leidt tot de conclusie en de overtuiging dat uw recente bezoek niet serieus is genomen door de Turkse staat, regering, autoriteiten en rechtbanken, niet heeft geleid tot enige verandering en niet verder is gegaan dan een formaliteit”, aldus Advocatenkantoor Asrin. Het is tijd dat de CPT “een effectief antwoord geeft op dergelijk onwettig, onmenselijk, lichtzinnig en willekeurig gedrag”.

Eisen aan het Europees Comité tegen foltering

Het Advocatenkantoor Asrin stelt de volgende eisen aan de CPT:

*Onmiddellijke publicatie van het rapport en de bevindingen van het recente CPT-bezoek aan Turkije

*Zorgen voor het snelle verloop en de continuïteit van bezoeken aan advocaten en het beëindigen van de preventie van dergelijke bezoeken door onwettige rechterlijke beslissingen

*Parallel aan de instelling van het bezoekrecht moet worden gezorgd voor regelmatig telefonisch contact tussen gevangenen en hun familieleden en schriftelijke communicatie met de buitenwereld en juridisch advies

*Toegang tot kranten, tijdschriften en boeken

*Er wordt aangedrongen op het nemen van dwangmaatregelen om een ​​einde te maken aan de omstandigheden van foltering, onmenselijke en mishandelende behandeling en eenzame opsluiting en op het naleven van de procedures voorzien in artikel 10/2 van het Verdrag.