- Noord-Koerdistan
In de Noord-Koerdische provincie Şirnex (Tr. Şırnak) gaat het kappen van bomen in het bergachtige gebied Besta door, ondanks ontkennende verklaringen van de Turkse autoriteiten. Volgens informatie uit de regio vindt de ontbossing plaats onder militair toezicht en wordt deze uitgevoerd door zogenaamde veiligheidswachten (dorpsbewakers). Officieel wordt deze maatregel gemotiveerd met veiligheidsoverwegingen.
Sinds ongeveer vijf jaar worden in verschillende berggebieden van de provincie – waaronder Cûdî, Gabar en Besta – op grote schaal bomen gekapt. Milieuactivisten en omwonenden spreken van toenemende ecologische vernietiging, die onder het mom van militaire noodzaak wordt gelegitimeerd.
Op 19 oktober nog benadrukte Birol Ekici, de gouverneur van Şırnak, tijdens een evenement ter gelegenheid van de “Dag van de dorpshoofden” dat er in de provincie voortaan geen bomen meer zouden worden gekapt. “We zullen niet langer wegkijken bij illegale ontbossing”, zei Ekici toen.
Maar nieuwe beelden uit de regio lijken deze uitspraken te tegenspreken. Volgens deze beelden vindt er in de gebieden Xirbgebestê en Avyan – tussen het stadscentrum van Şirnex en het district Xisxêr (Pervari) in de naburige provincie Sêrt (Siirt) – nog steeds grootschalige ontbossing plaats.
Ontbossing in verboden verklaarde gebieden
De beelden tonen dorpswachten uit het dorp Hosyan die met kettingzagen bomen omhakken die soms tientallen jaren oud zijn. De stammen worden vervolgens gezaagd, op tractoren geladen en uit het gebied vervoerd – blijkbaar onder toezicht en met toestemming van militaire controleposten.
De regio Besta wordt sinds de jaren negentig beschouwd als gevoelig op het gebied van veiligheid. In die periode werden 18 dorpen in het gebied om militaire redenen geëvacueerd. Sindsdien is toegang voor burgers alleen mogelijk met een speciale vergunning. Voor het kappen van bomen krijgen de ingezet dorpsbewakers echter blijkbaar regelmatig toestemming om militaire controleposten te passeren.
Gebruik van het hout onduidelijk
Volgens lokale bronnen wordt een deel van het gekapte hout naar militaire bases vervoerd en daar als brandstof gebruikt. Het resterende deel wordt voor commerciële doeleinden doorverkocht aan andere provincies. Milieugroeperingen eisen al jaren een einde aan de systematische ontbossing in de Koerdische berggebieden. Ze bekritiseren dat onder het mom van “veiligheidsbelangen” ingrijpende maatregelen worden genomen in kwetsbare ecosystemen – zonder publieke controle, transparante vergunningsprocedures of ecologische effectbeoordelingen.
Bron: ANF

