Çiğdem Doğu is lid van de uitvoerende raad van de KJK (Komelen Jinen Kurdistan, Koerdistan Vrouwen Gemeenschap).
De Academie voor Democratische Moderniteit deed een tijdje geleden een interview met Doğu waarna het werd gepubliceerd door ANF Nieuwsagentschap.
Als KJK hebben we een lange geschiedenis van strijd. Het lichaam en de geest van deze strijd kwamen tot leven met de principes van PAJK (Partiya Azadiya Jinen Kurdistane, Partij van Vrije Vrouwen in Koerdistan). Hoe evalueer je deze principes? En kunnen we dit een strijd voor “xwebun” noemen?
We hebben vijftig jaar geschiedenis sinds martelares Sakine Cansız zich aansloot bij de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), zevenendertig jaar sinds de oprichting van onze eerste vrouwenorganisatie YJWK (Unie van Patriottische Vrouwen Koerdistan), eenendertig jaar sinds de oprichting van ons eerste vrouwenleger, vijfentwintig jaar sinds het eerste initiatief van onze vrouwenpartij en negentien jaar sinds onze overgang naar het confederale systeem met KJK. De vrije vrouwenidentiteit en aanpak gecreëerd door Sakine Cansız, die samenkwam met Reber Apo’s (naam gebruikt voor Abdullah Öcalan binnen de Koerdische Vrijheidsbeweging) lijn in de PKK, heeft onze geschiedenis van vrouwenstrijd voor vrijheid bepaald. Om deze reden, in de woorden van Reber Apo, is onze vrouwenbevrijdingsstrijd de weg, de strijd en de identiteit van kameraad Sakine Cansız.
De vrijheidsmars van vrouwen in Koerdistan is altijd gemarkeerd geweest door Sakine Cansız’ leven van strijd en liefde voor de mensheid. Van haar leerden we voor het eerst de waarheid over onszelf worden; haar strijdlustige persoonlijkheid die nooit boog voor fascisme, kolonialisme of mannelijke overheersing, evenals haar immense liefde voor kameraadschap, menselijkheid en vrij vrouw-zijn, en haar bescheidenheid, leidden ons en gaven ons de kracht en vastberadenheid om dit pad te bewandelen. Daarom ontmoeten we op alle beslissende punten van onze strijd voor vrouwenemancipatie de waarheid van Sakine’s zelfrealisatie, haar ervaringen en nalatenschap – haar spoor.
Ons democratisch confederaal systeem voor vrouwen in Koerdistan ontstond met de strijd om zichzelf te worden. Het werd ontwikkeld tegen hoge kosten. Tienduizenden van onze vrouwelijke kameraden hebben bloed en zweet vergoten voor deze zaak, en hebben hun identiteit als vrije vrouwen onthuld na het worstelen met immense tegenslagen. Koerdische vrouwen theoretiseerden niet de realiteit om zichzelf te worden terwijl ze aan een tafel zitten. Midden in de oorlog, in de gevangeniscellen, op straat, binnen het gezin, op school, op het werk, waar ze ook bestaan – ze hebben het ervaren en theoretiseren met collectieve geest, collectief hart, collectieve organisatie en strijd – en betaalden een prijs bij elke stap. De ideologie van vrouwenemancipatie en vrouwenparticipatie is voortgekomen uit deze ervaringen en erfenis, en onthult de principes waarop de realiteit van het zichzelf worden gebouwd moet worden.
De strijd voor vrouwenemancipatie werd gevoerd in overeenstemming met de vijf principes van PAJK (Koerdische Vrijheidspartij voor Vrouwen) en haar ideologie voor vrouwenemancipatie; liefde voor het vaderland, vrij denken en vrije wil, strijd, organisatie en ethiek-esthetiek, allemaal gericht op het bijbrengen van een bewustzijn van zelf-zijn bij vrouwen individueel en over de hele vrouwelijke sekse. Deze strijd heeft verschillende tijdperken en fasen doorlopen en heeft het stadium bereikt van het vestigen van zelfbestuur voor vrouwen in de samenleving. Een dergelijke strijd kan niet los worden gezien van de waarheid van het zelf worden.
1) Hoe denk je dat de identiteit van “xwebun” [jezelf zijn] een uitdrukking is geworden van de Koerdische vrouwen en samenleving?
Stel je voor dat je bestaat in een sociale, culturele en nationale realiteit die baanbrekend is geweest in de ontwikkeling van de menselijke geschiedenis, maar je hebt geen naam, geen taal en geen land. Toch besta je al duizenden jaren. Je bent de vrouw van een naamloos land dat gekoloniseerd is door verscheurd te worden. Identiteitsloze vrouwen van een identiteitsloos land. De Koerdische vrouw leefde in een realiteit waarin de koloniserende staten haar opsloten binnen de familie en de gekoloniseerde Koerdische mannelijkheid als bewaker aanstelden. Ze bevond zich in een situatie waarin de koloniale macht en de door mannen gedomineerde macht samen haar wil opeisten, en ze werd dubbel gedesidentificeerd. Deze diepe tegenstrijdigheid die Koerdische vrouwen ervaren heeft ook een groot potentieel en een zoektocht naar vrijheid met zich meegebracht.
In feite is het zeer opvallend dat toen de PKK in Koerdistan begon op te komen, de moeders en jonge vrouwen deze gemakkelijk omarmden en hun eigen bestaan en toekomst erin weerspiegeld begonnen te zien en te voelen. De fascistische Turkse staat tolereerde het niet om zelfs maar het woord “Koerd” te horen; zijn enige reflex tegen het fenomeen en het concept van Koerdisch zijn was – en is nog steeds – massamoord, onderdrukking en geweld. Daarom betekende spreken over Koerdisch zijn in die tijd dat je geconfronteerd werd met de ergste onderdrukking, en het vergde veel moed, vooral van vrouwen, om naar zo’n bewustzijn toe te werken en te proberen voor de zaak te vechten. Het was in deze omgeving dat Sakine Cansız het voortouw nam en een moedig en bewust voorbeeld gaf wat betreft de deelname van vrouwen en moeders.
Vrouwen begonnen zichzelf te vinden binnen de PKK realiteit. Tot het derde PKK-congres in 1986 was er geen specifieke evaluatie of vrouwenorganisatie geformuleerd. In het algemeen ging de theoretische benadering niet veel verder dan het kader dat door het reëel socialisme werd getrokken. De praktische aanpak van Reber Apo was echter om vrouwen zonder aarzeling bij elk werk te betrekken en om meer originele plaatsen van organisatie te ontwikkelen om de betrokkenheid en de ontwikkeling van vrouwen te versterken. Het derde congres, de oprichting van een vrouwenorganisatie genaamd JJWK in 1987, en de ontwikkeling van een analyse van vrouwen en familie in Koerdistan in dezelfde periode, betekende een keerpunt in onze vrouwenstrijd. Het proces dat volgde ontwikkelde zich stap voor stap.
Vrouwen evolueerden naar een meer authentieke en autonome organisatie, zowel in de guerrilla als in de maatschappij, en werden bij elke stap bekwamer.
Onze vrouwenstrijd kwam tot leven als vrouwenleger, vrouwenorganisatie, vrouwenbevrijdingsideologie, vrouwenpartij en democratisch confederalisme van vrouwen in de vorm van specifieke en autonome organisatie binnen het bereik van de algemene organisatie. In 2008 culmineerde dit in Reber Apo’s conceptualisering van “Jineoloji” als de wetenschap van de vrouw. Al deze processen, die we heel kort hebben samengevat, waren de processen waarin vrouwen in Koerdistan zichzelf herkenden, ontdekten en realiseerden. Met andere woorden, in onze strijd zijn vrouwen vooruitgegaan en gaan verder op het pad van zichzelf worden, van zelfrealisatie, met hun zelfverdediging, organisatie, strijd, liefde en verdediging van het vaderland, de kracht om vrij te denken en politiek te bedrijven, en hun bewustzijn. Natuurlijk zal deze strijd doorgaan zolang het door mannen gedomineerde systeem en de individuen bestaan. Ze zal doorgaan tot alle vrouwen en de samenleving in Koerdistan, het Midden-Oosten en de wereld bevrijd zijn.
De vrouwenrevolutie die vandaag in Rojava plaatsvindt, is de meest concrete en zichtbare manifestatie in de sociale sfeer van de strijd om zichzelf te worden. Hier komen het democratische natieproject en de democratische confederale organisatiestijl tot leven als directe democratie. En binnen dit systeem proberen vrouwen op alle gebieden van het leven een plaats in te nemen. Door medevoorzitterschap, door gelijke machtsvertegenwoordiging, articuleren vrouwen zichzelf en implementeren ze beslissingsbevoegdheid op elk gebied van het leven, terwijl ze hun unieke en autonome organisatie binnen de samenleving ontwikkelen. Van economie tot gezondheid, onderwijs, ecologie, justitie en zelfverdediging; vrouwen spelen een rol die zowel hun gender als de samenleving als geheel versterkt en democratiseert. Momenteel worden kandidaten geselecteerd en voorbereidingen getroffen voor de gemeenteraadsverkiezingen die in mei zullen plaatsvinden. Kongra Star doet mee aan deze gemeenteraadsverkiezingen in alliantie met de PYD, maar bepaalt haar kandidaten via voorverkiezingen. Vrouwen kiezen zelf de vrouwelijke kandidaten in de voorverkiezingen, wat een zeer belangrijk voorbeeld en model is. Vrouwen bepalen hun eigen vrouwelijke medeburgemeesterskandidaten, terwijl ze de medeburgemeesters kiezen, wat zelfbestuur bevordert. Ze worden gekozen op basis van vrouwelijke principes en criteria.
De realiteit van het zichzelf worden die voor de Koerdische vrouw is ontstaan, is het verwerven van een betekenis en identiteit met een eigen unieke en autonome organisatie. Deze identiteit verdedigt zichzelf en loont de strijd, en, nog belangrijker, wordt gebruikt om een vrij leven op te bouwen. Het is niet alleen een theoretisch, filosofisch en ideologisch concept – het is een realiteit die op de meest betekenisvolle en mooie manier geleefd wordt.
2) Hoe beoordeel je de identiteit van Xwebun en de banden met de filosofie van “Jin, Jiyan, Azadi”?
De filosofie van “Jin, Jiyan, Azadi” [Vrouw, Leven, Vrijheid], waarin de fenomenen van leven, vrouwen en vrijheid holistisch worden beschouwd, vereist een diep begrip. Na de executie van Jîna Emini door het Iraanse regime kregen deze woorden een universele weerklank, ingebed in de golf van strijd die over de wereld raasde. Het werd onze gemeenschappelijke stem, ons woord. Vanwege de diepte van zijn betekenis en bevrijdende kracht, omdat het vrouwen en mannen raakte die op zoek waren naar vrijheid, omdat het bewustzijn en harten bezielde, golfde het over de hele wereld.
Jarenlang scandeerden we de slogan “Jin, Jiyan, Azadi” op de bergtoppen en in de guerrillagebieden en zegenden we onze strijd met deze betekenisvolle woorden. Met de Rojava revolutie en vervolgens de moord op Jîna Emini in Rojhilat (Oost-Koerdistan), begon deze slogan te stromen als een vloed, die elke dam doorbrak en zich uitstrekte over een wijder terrein. Want dit waren de woorden en de stem van vrijheid, van ware liefde, van hen die alle onwaarheden en kunstmatigheden wilden overwinnen en de waarheid wilden bereiken. Het werd gefilterd door een proces van strijd op het terrein in Koerdistan dat heel moeilijk uit te leggen en te beschrijven is. Deze filosofie manifesteerde en bloeide in de bergen, op straat, in de gevangenissen, in de kreten van vrouwen en kinderen van geëvacueerde dorpen, in “serhildans” (opstanden), in de strijdkreet van Beritan op de rand van de klif, in de geest van Zilan op het Dersim plein, in de laatste woorden van duizenden jonge vrouwen en mannen. Bovendien kon deze energie zichzelf niet bedwingen, ze kon niet stoppen bij haar grenzen – ze begon buiten haar grenzen naar nieuwe landen te stromen om nieuwe synergieën te vormen. Deze stortvloed blijft op de meest waardevolle manier stromen.
Omdat deze filosofie het ‘zijn’ uitdrukt, of Xwebun, in Koerdistan, is Xwebun ook het andere, het andere met zijn kracht van sociale relatie, zijn gemeenschappelijkheid. Daarom, als Xwebun Xwebun wordt, bereikt het een dialectiek die de ander ontmoet, zichzelf vervolledigt met de wil van de ander, zichzelf herschept, in een constant proces van creatie. Terwijl Reber Apo de mens beschreef als de onvolledige god, beschreef hij god ook als de voltooide mens. De onvolledige mens wil zichzelf altijd heel maken; wat hij eigenlijk zoekt is dat te doen met het leven, de maatschappij, de mensen, de natuur, vrouwen en mannen, met hun vrije wil. De dialectiek van Xwebunisering wakkert dit gevoel en bewustzijn in de mens aan, en tegelijkertijd bevordert dit gevoel en bewustzijn het zoeken naar organisatie en strijd om te willen. Het zet aan tot het gevoel van strijd tegen die werkelijkheid die de wil vernietigt, die vrijheid en waarheid onderdrukt, uitbuit, vervalst, verdraait en verbergt. Dit statisme en zijn wapens doden mijn vermogen om mezelf te worden en mijn proces van Xwebun met mijn nationale, gender, religieuze, culturele, taalkundige en sociale identiteit. Als het belangrijkste obstakel voor mij om mezelf te zijn de machtsmachten zijn die vijanden zijn van leven en vrijheid, dan is het eerste wat ik moet doen tegen dit obstakel vechten. Dit is waar de realiteit van de vrouw, het fundamentele onderwerp van leven en vrijheid, naar voren komt. Want het leven, de wil, de vrijheid en de intrinsieke natuur zijn gedecimeerd door eerst de vrouw te vernietigen. Een leven zonder vrouwen heeft geen betekenis, geen vrijheid, geen natuurlijkheid, schoonheid of eenvoud.
Om zin te geven aan het leven, om in vrijheid jezelf te zijn, om jezelf te worden, is het dus noodzakelijk om te strijden voor leven en vrijheid door de vrijheid en strijd van vrouwen centraal te stellen. Deze noodzaak geldt in de eerste plaats voor vrouwen, maar ook mannen zullen zich in deze positie bevinden. Het leven zal zinvol en mooi zijn als de samenleving de dialectiek ontwikkelt van de vrije en zinvolle relatie tussen de seksen met de actualisering en bevrijding van de identiteit van vrouwen en mannen. Ik wil er nogmaals op wijzen dat om hiertoe in staat te zijn een grote vastberadenheid nodig is om te strijden, om te organiseren, een liefde voor de mensheid; het drinken van de zoete en echte siroop van de samenleving – de mensheid, niet de giftige siroop van de machthebbers. De schoonheid ervan ligt in het ervaren hoe het voelt om de kracht, de moed en het bewustzijn te ontwikkelen om de grenzen die ons worden gesteld te overwinnen. In de woorden van Reber Apo ligt het verborgen in het risico van “een strijd die Prometheus waardig is”, in het cultiveren van de moed om op de rand van de afgrond te lopen, in de kracht om strijd om te zetten in liefde en liefde in strijd. Niet met een toverstokje uit sprookjes, maar met de liefde voor strijd, met de dialectiek van “hebun-zanabun-xwebun” (bestaan, weten en jezelf worden), kunnen we het giftige ‘verleidelijke’ leven van de machten, de kapitalistische moderniteit, overwinnen en de constructie van vrije vrouwen, vrije mannen, vrije maatschappij realiseren en onze symbiotische relatie met de al vrije natuur ontwikkelen. We kunnen gloednieuwe synergieën creëren.
3) Is het mogelijk om een vrij individu, een vrije vrouw en een vrije samenleving te creëren zonder de identiteit van “xwebun”?
Natuurlijk zijn, dat wil zeggen echt jezelf zijn, is een heel belangrijk, existentieel kenmerk van elk wezen in de natuur, van elk levend wezen en van de mens, zowel man als vrouw. In het planten- en dierenrijk is er geen probleem van zichzelf zijn, van “xwebun”. Zij zijn niet gecorrumpeerd door de heersende fictieve analytische intelligentie – hoewel hun bestaan wordt bedreigd door de effecten ervan. Sommige soorten zijn op weg naar uitsterven, maar afgezien van enkele overgedomesticeerde dieren zijn ze niet verwijderd van hun eigen existentiële structuur, gedegradeerd of geassimileerd.
In de structuur van de menselijke samenleving die niet hegemoniaal is of gedomineerd wordt door mannelijkheid, bestaat deze degradatie niet; socialiteit is het zelf, dat zijn natuurlijkheid behoudt en ontwikkelt met zijn morele en politieke structuur. De overblijfselen uit het neolithicum vertellen ons duidelijk dat de oorspronkelijke structuur van de samenleving deze natuurlijkheid in stand hield. Al deze overblijfselen, zij het in verschillende geografische gebieden, laten zien dat de natuurlijke sociale structuur geen kenmerken heeft van uitbuiting, macht, voortdurende oorlogen, overheersing zoals onderdrukking of ongelijkheid. Het laat ook zien dat de relaties tussen mannen en vrouwen niet gekenmerkt worden door overheersing, geweld, ongelijkheid en een gebrek aan vrijheid. We begrijpen dat deze samenlevingen en de individuen die erin leven zichzelf zijn in al hun natuurlijkheid, ze zijn in “xwebun”. Dat wil zeggen, het primaire karakter van de mens en de samenleving heeft een morele en politieke structuur, en met deze structuur is het zichzelf, er is geen deformatie of degradatie. Socialiteit, en de voortzetting van het fysieke bestaan en de metafysische structuur van het individu binnen deze socialiteit, is ook verbonden met dit karakter.
Met het vijfduizend jaar oude, door mannen gedomineerde systeem is deze natuurlijkheid achteruitgegaan en aan het verdwijnen. Als we bedenken dat vijfduizend jaar lang de geschiedenissen van de democratische beschaving en de hegemonische beschaving als twee vorken van een rivier zijn blijven stromen, dan zien we dat de krachten van de democratische beschaving enerzijds hebben geprobeerd hun oorspronkelijke structuur te behouden en anderzijds hebben geleden onder achteruitgang. Uit de erfenis van bevrijdend en moreel verzet die ons is nagelaten, weten we echter heel goed dat er geen sprake is geweest van totale vernietiging of totale overgave aan de krachten van de heersende hegemoniale beschaving.
Hoewel de krachten van de kapitalistische moderniteit erop staan om dit erfgoed te vernietigen en ze vrouwen, volkeren en onderdrukten aanvallen, kunnen en zullen ze niet vernietigd worden. De energie van het verzet is, zoals alle energieën, onverwoestbaar. De rivier van de democratische beschaving heeft ons gedragen en blijft ons dragen in de geest van leven, vrijheid, moed en verzet. Daarom komen vrouwen, volkeren en onderdrukte groepen als de krachten van de democratische moderniteit in elke regio van de wereld in actie tegen de krachten van de kapitalistische moderniteit.
Vooral in ons tijdperk vallen de krachten van de kapitalistische moderniteit aan op basis van de vernietiging van de waarheden die een mens tot mens maken, de samenleving tot samenleving en zelfs de natuur tot natuur, zonder enige grenzen en maatregelen te erkennen. Het probeert de mens te ontdoen van zijn mens-zijn, de maatschappij van zijn maatschappij-zijn, de natuur van zijn natuur-zijn en het leven van zijn leven. Het scheidt vrouwen en mannen van hun eigen natuur. Het probeert hen hun menselijke identiteit te ontnemen. De belangrijkste noodzaak is om onze sociale en menselijke natuur terug te krijgen, en daarvoor is het nodig om het kapitalistische systeem, zijn beleid, zijn staats- en niet-staatsaanvalsmethoden, zijn ideologische structuur die de waarheid verdraait en ons effectief van onze natuur scheidt, te overwinnen en alternatieven te ontwikkelen.
Hoe kunnen we een leven opbouwen dat het waard is om te leven, een vrij leven, als we niet kunnen analyseren wat dit kapitalistische systeem – het hegemoniale mannelijke systeem – ons heeft doen verliezen? Hoe het ons misleidt en hoe het de realiteit van een vals leven en valse relaties opbouwt? Hoe kunnen we onszelf zijn als we ons niet kunnen ontwikkelen als betekenisvolle mensen, betekenisvolle vrouwen en mannen die op zoek zijn naar een betekenisvol leven, met zijn georganiseerde en strijdlustige dynamiek? Hoe kunnen we onze waarheid ontmoeten, de waarheid van onszelf worden? Om deze reden, zoals je in je vraag stelt, kan de constructie van vrije vrouwen, vrije mannen en vrije maatschappij niet gerealiseerd worden zonder de zoektocht naar jezelf. En men kan niet zichzelf zijn zonder de strijd om vrije vrouwen, vrije mannen en een vrije samenleving op te bouwen. In de wereld van vandaag, waar de klok des oordeels luidt, kan de strijd om de mensheid, de natuur, vrouwen en mannen te redden alleen mogelijk zijn door de confrontatie aan te gaan met de realiteit van het kapitalistische systeem, dat vergif en dood verspreidt, dat elk moment geweld voortbrengt, en door de eeuwige scheiding daarvan te bereiken.
Als we het vanuit de vrouwelijke dimensie bekijken, is het nodig om het bedwelmende gif te zien dat het systeem als een zoete siroop aan vrouwen aanbiedt onder het mom van vrijheid en gelijkheid, en om het uit te braken en ons ervan los te maken. Het hegemoniale mannelijke systeem en de mannelijke individuen die de dienaren van dit systeem zijn geworden in alle opzichten in twijfel trekken, de verdoezelingen en trucs herkennen die de illusie van vrijheid creëren: zich losmaken van de mannelijke overheersing is de basis van de strijd om zichzelf te worden. De realiteit van vrouwen die zichzelf vinden en herscheppen, die zichzelf kunnen zijn, kan de kracht ontwikkelen om zowel de maatschappij als mannen te transformeren vanuit de kracht van verandering die ze in zichzelf creëren. Het kan de capaciteit en waarden van het samenleven vergroten en de weg vrijmaken voor vrije individuen en vrije relaties. Als we deze strijd opvoeren, zal de ruimte van het heersende mannelijke systeem, het kapitalistische systeem, kleiner worden – en zal de capaciteit voor vrij leven, vrije vrouwen en vrije mannen groter worden. De revoluties van onze tijd moeten zich op een dergelijke manier ontwikkelen. Daarom is het van groot belang dat elk individu dat zich tegen dit systeem verzet en emancipatie nastreeft, de strijd ontwikkelt en de gebieden van vrijheid uitbreidt waar en wanneer hij zich ook bevindt. Hoe meer elke persoon zijn eigen strijd om zichzelf te worden vergroot, hoe meer de mannelijke overheersing en het heersende systeem zullen terugvallen en instorten.
4) Hoe kan de identiteit van “xwebun” banden scheppen tussen vrouwen in termen van internationalisme? En wat is in dit opzicht je oproep aan de krachten die zich verzetten tegen het systeem?
In onze tijd zien we dat een strijd die zich lokaal ontwikkelt snel universeel kan worden, wat leidt tot regionale en wereldwijde effecten. We hebben dit duidelijk gezien, vooral in de vrouwenstrijd, in de mobilisaties, in de snelle convergentie van de slogans en resultaten. De vrouwenstrijd vindt en beïnvloedt elkaar, of we elkaar nu fysiek herkennen of niet. Het verzet van vrouwen leidt snel tot een collectieve energie en synergie. Het is opmerkelijk dat in periodes waarin de vrouwenstrijd intensiever wordt en radicaliseert, het dominante mannelijke systeem zijn strategieën en tactieken toepast en de intensiteit van de strijd wordt verstrooid en onderbroken. Terwijl de periode vóór de pandemie van het coronavirus een tijd was waarin de vrouwenstrijd radicaliseerde en in universele zin een hoogtepunt bereikte, werd er met de pandemie een sfeer gecreëerd waarin iedereen aan huis gekluisterd was, waarin allerlei relaties een bedreiging vormden voor de dood door het virus, en de vrouwenorganisatie achteruitging. De opsluiting van elke vrouw in huis versterkte het mannelijke geweld en creëerde een situatie waarin staatsautoriteit en -controle volledig dominant werden. Na de pandemie was er een discontinuïteit in het activisme van vrouwenbewegingen. Er was een pauze in de samenwerking.
Wat ons als vrouwen zal vestigen als een echte kracht is de mogelijkheid creëren om ons te verenigen met vrouwen van elke cultuur, elk geloof, elke taal op basis van zichzelf zijn, het bereiken van “xwebun”. Als de vrouwenidentiteit die ontstaat in haar eigen ruimte, in haar eigen plaats, andere vrouwenidentiteiten ontmoet, andere vrouwen die vechten om zichzelf te worden, door te vechten voor deze unieke ware identiteit, door deze te ontwikkelen en te versterken, zal onze kracht groeien. Op deze manier moeten we een terrein ontwikkelen waar elke vrouw-tot-vrouwenbeweging zowel haar identiteit kan behouden als kan samenkomen in de identiteit van een bredere vrouwenorganisatie. Alleen door zo’n organisatie te ontwikkelen kunnen we ons verzetten tegen de wereldwijde overheersing van het hegemoniale mannelijke systeem, zijn beleid en oorlogen, en onze alternatieven ontwikkelen. En we stellen dat dit de vorm moet aannemen van een democratische confederale vrouwenorganisatie. Hoe meer we vrouwenorganisaties kunnen integreren in een democratisch confederaal verband, hoe meer ons netwerk van relaties en onze organisatie zullen groeien.
Als we het systeem van vrouwenzelfbestuur, vrouwengemeenschappen, vrouwenvergaderingen, vrouwenacademies en gemeenschapseconomieën kunnen ontwikkelen binnen de gebieden waar we leven, en als we deze confederale organisatiekracht kunnen verheffen tot regionale en wereldwijde eenheid, dan zullen we meer succes hebben. Een vrouwenwerkelijkheid die zichzelf niet kan besturen, die geen eigen systeem van leven, economie, gezondheid, onderwijs, recht, media, cultuur, kunst, wetenschap en geloof kan ontwikkelen, kan het geweld van de hegemoniale mannelijkheid en de massamoorden die in verschillende vormen worden uitgevoerd, niet overleven. Het ervaart altijd een staat van slachtofferschap, van altijd slachtoffer zijn. In de mate dat we zegevieren over datgene wat ons machteloos en weerloos maakt, datgene wat ons gevangenen maakt van dit systeem, kunnen we ons eigen alternatief creëren en een vrij leven opbouwen, vrije vrouwen en vrije mannen met het begrip van democratische confederale organisatie.
Mijn oproep is gebaseerd op een ontmoeting met alle vrouwelijke kameraden in dit organisatiemodel dat onze macht zal verenigen en vergroten. Zowel het versterken van onszelf in onze eigen plaats – door middel van de democratische confederale organisatiestijl – als het integreren met de vrouwen van andere gebieden door middel van de democratische confederale organisatiestijl zou de belangrijkste aanpak kunnen zijn om ons te redden van de apocalyps van onze tijd. Meer discussiëren over dit onderwerp, het op de agenda zetten en concrete stappen nemen zal heel belangrijk zijn om de erfenis van het vrouwenverzet te versterken en door te geven aan toekomstige generaties.
Het bereiken van “xwebun” is jezelf zijn, een kameraad zijn met vrouwen, harmonieus zijn met je samenleving, identiteit en een vrij leven. Het is leven in het moment met geschiedenis en toekomst, met strijdbaarheid en productie verweven in elk moment naar een vrij leven. Het is onze menselijke plicht om de liefde van vrouwen in de mooiste patronen te verweven met de kameraadschap van vrouwen, om het te doordrenken en te bezielen met de mooiste kleuren van het leven. Of we elkaar nu kennen of niet, ik groet met liefde en respect al mijn vrouwelijke kameraden wier hart klopt voor vrijheid en zichzelf zijn, en ik wens vrouwen succes in hun zoektocht naar de overwinning.
Bron: ANF