- Noord-Koerdistan
In de Noord-Koerdische provincie Van (Wan) werd een geplande demonstratie tegen het isolement van Abdullah Öcalan en het oorlogsbeleid van de Turkse regering met geweld afgebroken. Met een massale inzet had de politie ‘s morgens vroeg de binnenstad al afgezet om de mars te voorkomen. Desalniettemin wisten talrijke mensen zich vanuit twee verschillende richtingen voor het grote winkelcentrum te verzamelen. De politie omsingelde de menigte en voerde eerst de opvragingen van gegevens uit via door de overheid opgeslagen gegevens (GBT). Ondertussen vloog een helikopter laag over het centrum en zijn veel ambtenaren in zijstraten gestationeerd.
Een brede alliantie van politieke en maatschappelijke groeperingen en partijen riep op tot de demonstratie, waaronder de HDP en DBP, de basisbeweging “Democratische Congres van Volkeren (KCD), de vrouwenbeweging TJA en de Federatie van Verenigingen voor Gevangenen Solidariteit (MED TUHAD- GEVOED). Onder de deelnemers waren leden van de HDP-fractie in het Turkse parlement. Naast de voormalige medevoorzitter Sezai Temelli, reisden ook Murat Sarısaç, Muazzez Orhan, Hüseyin Kaçmaz, Sait Dede en Hasan Özgüneş vanuit Ankara om de demonstranten te steunen.
Terwijl de afgevaardigden nog aan het onderhandelen waren met het hoofd operaties en eisten dat de omsingeling van de politie zou worden verbroken, vielen zogenaamde anti-oproereenheden de oprukkende steun voor de demonstratie aan met traangas en rubberkogels en joegen de demonstranten uit elkaar. Vervolgens scandeerden ze de slogan “Bijî Berwedana Îmraliyê” (“Lang leve het verzet op Imrali”). Een vrouw werd duizelig in de menigte.
Temelli veroordeelde het optreden van de politie en beschreef het als een “uiting van onbeschaafd gedrag” van het staatsgezag jegens de Koerdische samenleving. Het is bijzonder verraderlijk dat met name oudere vrouwen, waaronder leden van de Raad van Vredesmoeders, duidelijk “het doelwit waren en vooral” gewelddadig werden aangevallen door de agenten. Tot nu toe zijn meer dan veertig mensen in hechtenis genomen en naar het plaatselijke politiebureau gebracht. De ketel rond de deputaten werd pas opgebroken na langdurige en krachtige overreding door het operationeel management.
Bezorgdheid over het leven van Abdullah Öcalan
Ook in Europa vinden al dagenlang dagelijks protesten plaats van de Koerdische gemeenschap en hun vrienden. Talloze mensen eisen duidelijkheid over de situatie van Abdullah Öcalan, de PKK-oprichter die sinds 1999 gevangen zit op het Turkse gevangeniseiland Imrali. Aanleiding voor de protesten is de volledige radiostilte rond de 73-jarige en het verzoek aan het Anti-Torture Committee van de Raad van Europa (CPT) om contact met hem en zijn medegevangenen te verzekeren.
Sinds het Asrin Advoctenkantoor eind november verklaarde dat de CPT waarschijnlijk geen persoonlijk contact had met Öcalan tijdens haar laatste bezoek aan Turkije in september, zijn de zorgen over het leven en de veiligheid van Abdullah Öcalan toegenomen. De Koerdische samenleving eist opheldering over het bezoek van de CPT aan Imrali en informatie over de toestand van de gevangenen.
Abdullah Öcalan wordt beschouwd als een sleutelfiguur voor een politieke oplossing van de Koerdische kwestie en de democratisering van Turkije. De Turkse staat investeert een groot deel van zijn budget in de oorlog in Koerdistan terwijl de bevolking lijdt onder een zware economische crisis. Tegelijkertijd sterven er in Turkije steeds meer politieke gevangenen, vooral moeders die op vreedzame wijze vechten voor het leven van hun kinderen.