- Noord-Koerdistan
De Turkse rechterlijke macht heeft opnieuw een vonnis geveld tegen de persvrijheid. Het 9e Hof van Assisen van Diyarbakır veroordeelde journaliste Hatice Şahin tot zes jaar en drie maanden gevangenisstraf voor haar journalistieke werk aan het Democratisch Congres van Volkeren (KCD), een alliantie van legale basisinitiatieven, als een vermeend lid van een ”terroristische organisatie” (wat wordt bedoeld is de PKK). De rechtbank baseerde zich op de verzonnen getuigenissen van zogenaamde “geheime getuigen”. Hatice Şahin werd er ook onder meer van beschuldigd lid te zijn van de vrouwenorganisatie KJA. Haar lidmaatschap werd ‘bewezen’ door haar aanwezigheid als journaliste op KCD-evenementen.
De officier van justitie beweerde dat Şahin de misdaad had begaan door lid te zijn van een illegale organisatie en eiste dat zij tot gevangenisstraf zou worden veroordeeld. Het verzoek werd gedaan na het luisteren naar geheime getuigen met de codenaam Ezel en Firar en nadat de aanklager beweerde dat de journaliste lid was van Koma Jinên Azad (KJA), die per decreet werd gesloten.
Şahins advocaat, Resul Temur, zei dat zijn cliënte werd vastgehouden in een dossier dat niets met haar te maken had en zei dat er een operatie werd uitgevoerd op de werkplek van zijn cliënte waar documenten die daar in beslag waren genomen zouden bewijzen dat ze met de DTK samenwerkte.
Temur verzocht om vrijspraak van zijn cliënt.
De rechtbank maakte zijn beslissing bekend na een vrij snelle hoorzitting en veroordeelde Şahin tot 6 jaar en 3 maanden gevangenisstraf.