- Zuid-Koerdistan
Op de herdenking van de Yazidi-genocide van IS roepen vertegenwoordigers van 21 maatschappelijke organisaties uit Shengal de internationale gemeenschap op om stappen te ondernemen om de verdwenen personen op te sporen en de regio Shengal weer op te bouwen.
Om het begin van de IS-genocide van de Yazidi-bevolking in de regio Shengal acht jaar geleden te herdenken, kwamen vertegenwoordigers van het georganiseerde maatschappelijk middenveld bijeen in Sinûn. Na een minuut stilte werden kaarsen aangestoken ter nagedachtenis aan de slachtoffers.
“2.882 Yazidi’s worden nog steeds vermist”
Een gezamenlijke verklaring van de organisaties luidt: “Het is acht jaar geleden sinds de genocide, maar de gevolgen ervan houden aan. 2.882 Yazidi’s zijn nog steeds verdwenen, slechts 31 van de 82 massagraven zijn tot nu toe geopend. IS heeft 68 historische sites vernietigd. Tot nu toe hebben er slechts twee veroordelingen plaatsgevonden. Tot dusver hebben de staten geen enkele stap gezet om Shengal weer op te bouwen.
‘Slechts elf landen hebben de genocide tot nu toe erkend’
De noodzakelijke werken voor de wederopbouw van Shengal vinden niet plaats. Tot nu toe hebben slechts elf landen de genocide erkend. We roepen alle landen op om massamoord als genocide te erkennen. Alle landen zouden IS-criminelen voor de rechter moeten brengen. Irak moet zijn grondwettelijke beslissing over de vrouwen die uit handen van IS zijn bevrijd, uitvoeren. De pijn van onze mensen duurt voort en er zijn nog geen krachtige stappen ondernomen om die pijn te verzachten.
We roepen alle Yazidi-instellingen en organisaties wereldwijd en in de regio, maar vooral de Verenigde Naties en Irak, op om te werken aan het vervullen van de eisen en rechten van het Yazidi-volk. We herdenken nogmaals al diegenen die zijn omgekomen in de genocide en spreken onze dankbaarheid uit aan de strijdkrachten waarvan de leden hun leven hebben opgeofferd voor Shengal. We eisen de vrijheid van de door IS gevangengenomen Yazidi’s. Iedereen heeft een verantwoordelijkheid jegens onze mensen en moet die nakomen.”