- Duitsland
In Irak lijdt het geen twijfel dat Turkije verantwoordelijk is voor de aanslag op een picknickplaats in het district Zakho afgelopen woensdag. Negen mensen kwamen om bij het bombardement, onder wie twee kinderen, en tientallen mensen raakten gewond. Het Iraakse parlement zal naar verwachting zaterdag tijdens een speciale zitting de sancties tegen Turkije bespreken. Ondertussen gaan de protesten buiten de Iraakse ambassade in Bagdad sinds woensdagavond door. Een woedende menigte eist de sluiting van de ambassade en de terugtrekking van alle Turkse troepen uit Irak.
In Turkije zijn de reacties terughoudend en wordt het bloedbad niet genoemd in de kranten van vandaag. Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken ontkende woensdag elke verantwoordelijkheid en verwees naar de PKK. Minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Çavuşoğlu vertelde vandaag aan de tv-zender TRT dat Turkije nooit burgers had aangevallen, dat was wereldwijd bekend. “Volgens de Turkse strijdkrachten is er door ons geen enkele aanval op burgers geweest”, zei Çavuşoğlu. Hij ging ervan uit dat de aanslag was gepleegd door “terroristische organisaties”.
De Duitse Bondsregering heeft hierover een verklaring afgegeven. In een reactie op de aanval zei een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken vandaag: “De federale regering veroordeelt de aanval op burgers in de provincie Dohuk, waarbij verschillende mensen zijn omgekomen en nog veel meer gewond zijn geraakt. Aanvallen op burgers zijn volkomen onaanvaardbaar en hun bescherming moet onder alle omstandigheden een topprioriteit zijn. Ons diepste medeleven gaat uit naar de families van de doden. Wij wensen de overlevenden van de aanval een spoedig en volledig herstel.
De omstandigheden van de aanval en de verantwoordelijkheid ervoor moeten dringend worden opgehelderd. De federale regering hecht het grootste belang aan de eerbiediging van de Iraakse staatssoevereiniteit en het internationaal recht. We zullen Irak blijven steunen, inclusief de regio Koerdistan-Irak, met name in veiligheidskwesties en de stabilisatie van het land.”