Op 15 november 1937 werden Seyit Rıza, leider van het grote verzet van Dersim (Tr. Tunceli), en zijn metgezellen geëxecuteerd.
Naar aanleiding van de gedenkdag van hun executie verklaarde het voorzitterschap van de uitvoerende raad van de KCK: “Wij eren Seyit Rıza en zijn metgezellen opnieuw met respect. Tegelijkertijd eren wij alle martelaren die hun leven hebben gegeven voor de revolutie en de democratie. Wij buigen ons hoofd in eerbied voor hun dierbare nagedachtenis en veroordelen opnieuw het bloedbad van Dersim, dat een van de meest brute en meedogenloze bloedbaden in de geschiedenis van de mensheid was.
Er werd een pijnlijke slachting gepleegd tegen het Koerdische volk van Dersim. Het is in alle opzichten een pijnlijke en leerzame geschiedenis. Het is in het geheugen gegrift als een slachting waarbij rivieren rood kleurden van het bloed en ongeboren kinderen in de baarmoeder van hun moeder werden vermoord. Het bloedbad van Dersim is een stukje geschiedenis dat de realiteit van een ontkennende, genocidale staat blootlegt. Het getuigt ook van de diepte en omvang van de vijandigheid tegen de Koerden. Het is noodzakelijk om de historische realiteit van het bloedbad van Dersim onder ogen te zien om de zwarte vlek op de mensheid uit te wissen en echte verandering in Turkije mogelijk te maken. Het oplossen van de Koerdische kwestie en het democratiseren van Turkije kan alleen worden bereikt door de geschiedenis onder ogen te zien, en dat moet beginnen met het bloedbad van Dersim.
De verklaring voegde hieraan toe: “Seyit Rıza, de leider van het verzet in Dersim, werd ontvoerd en geëxecuteerd tijdens een complot terwijl hij op weg was naar een ontmoeting met staatsfunctionarissen om de kwestie via dialoog en vrede op te lossen. De executie van Seyit Rıza en zijn metgezellen op deze manier onthulde de voorbereidingen en intenties van de staat. De staat had besloten tot het bloedbad en zette hiervoor allerlei spelletjes en complotten in werking. De executie van Seyit Rıza en zijn metgezellen was ook het resultaat van een samenzwering.
Door te weigeren te buigen voor de daders van het bloedbad, liet Seyit Rıza het Koerdische volk een onschatbare erfenis van verzet na. Hoe pijnlijk en verwoestend het bloedbad van Dersim ook was, de onverzettelijke houding van Seyit Rıza was even groot en eervol. Het verzet van het Koerdische volk tegen bloedbaden en genocide in Koerdistan was ook te danken aan de onverzettelijke houding van Seyit Rıza en Sheikh Said en al diegenen die hen volgden. De PKK, die door 52 jaar ononderbroken strijd de ontkenningsmentaliteit heeft verslagen en het bestaan van het Koerdische volk heeft geconsolideerd, heeft geput uit deze historische erfenis.
De verklaring vervolgde: “Opnieuw herdenken we Seyit Rıza en zijn metgezellen en buigen we respectvol voor hun dierbare nagedachtenis. Het lijdt geen twijfel dat het immense lijden van het Koerdische volk en de hoge prijs die zij hebben betaald, niet tevergeefs zijn geweest. Met het succes van het vredes- en democratiseringsproces dat door de Koerdische leider Abdullah Öcalan is ontwikkeld, zullen de oplossing van de Koerdische kwestie en de democratisering van Turkije dit lijden en deze opoffering hun rechtmatige plaats in de geschiedenis geven, en zullen wij onze verantwoordelijkheid jegens de geschiedenis hebben vervuld.”
Bron: ANF

