- Frankrijk
Verschillende leden van de Franse Nationale Assemblee hebben een gezamenlijke verklaring uitgegeven waarin zij de aandacht vestigen op de aanvallen op het Rojava-model in Noord- en Oost-Syrië en waarin zij de internationale gemeenschap oproepen om actie te ondernemen. De parlementsleden verklaarden dat het democratische confederale systeem de volkeren in de regio in staat stelt om gelijkwaardig en vrij samen te leven en zeiden dat Turkije het “recht op hoop” van Abdullah Öcalan moet erkennen binnen het kader van het internationaal recht.
In de verklaring stond: “Wij, leden van de Franse Nationale Assemblee, betuigen onze volledige en onvoorwaardelijke steun aan de volkeren die in de Rojava-regio in Noord- en Oost-Syrië leven. Het model waarin vrouwen een centrale rol spelen en dat wordt bestuurd volgens de principes van democratisch confederalisme, biedt een systeem waarin verschillende etnische, religieuze en culturele gemeenschappen (Koerden, Arabieren, Assyriërs, Yezidi’s, christenen enz.) in harmonie kunnen samenleven.
Sinds 2012 wordt dit communale model echter voortdurend blootgesteld aan aanvallen en bedreigingen. Enerzijds is er het nieuwe Syrische regime onder leiding van Ahmed al-Sharaa (Al-Jolani), dat ooit door de “westerse” mogendheden werd gelegitimeerd voor het omverwerpen van de bloedige dictator Bashar al-Assad, maar vandaag de dag een oogje dichtknijpt voor de moordpartijen op etnische en religieuze minderheden, waaronder alawieten, druzen en christenen, heeft het repressieve beleid tegen vrouwen verscherpt: discriminatie, uitsluiting van het sociale leven en het opleggen van verplichte kledingvoorschriften.
Anderzijds is Turkije tot voor kort doorgegaan met het bombarderen van het autonome bestuur van Noord- en Oost-Syrië. Ondanks de bereidheid om de wapens neer te leggen die de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) heeft uitgesproken naar aanleiding van de oproep van Öcalan vanuit de Imrali-gevangenis, is er tot op heden geen concrete democratische oplossing bereikt en is er evenmin vooruitgang geboekt om de democratische ervaring in Rojava te waarborgen.
Om het vredesproces echt vooruit te helpen, moet Turkije zich houden aan internationale wettelijke normen en Öcalans ‘recht op hoop’ erkennen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelde op 9 juli 2013 dat het volledig uitsluiten van de mogelijkheid van voorwaardelijke vrijlating in strijd is met de menselijke waardigheid en artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) schendt. Volgens dit artikel heeft elke gevangene het recht om te weten op welke datum zijn situatie zal worden herzien.
Voor de volkeren van Rojava is het model van democratisch confederalisme de essentiële manier om hun bestaan en collectieve leven te beschermen. De vrijheid van Öcalan, die wordt beschouwd als de leider van de Koerden, is een onmisbare voorwaarde voor de voortgang van de vredesonderhandelingen tussen Turkije en de Koerden. Öcalan, die al zesentwintig jaar in de gevangenis zit, en alle politieke gevangenen moeten worden behandeld onder humane omstandigheden, in overeenstemming met internationale verdragen.
Frankrijk, Europa en de wereld hebben een historische schuld aan het Koerdische volk en in het bijzonder aan de Koerdische vrouwen, vanwege hun beslissende rol in de nederlaag van ISIS. De Volksbeschermingseenheden (YPG) en Vrouwenbeschermingseenheden (YPJ) en de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) hebben een hoge prijs betaald, duizenden burgers gered, uitgestrekte gebieden bevrijd van ISIS en de verantwoordelijkheid op zich genomen voor het bestuur van deze gebieden.
Als Franse parlementariërs eisen wij dat Frankrijk de nodige maatregelen neemt om verantwoordelijkheid te nemen voor Franse ISIS-leden en hun families die nog steeds worden vastgehouden in kampen onder controle van de Autonome Administratie van Noord- en Oost-Syrië, en op zijn minst zorgt voor de terugkeer van vrouwen en kinderen. Bovendien eisen wij dat de steun aan het regime van Al-Jolani wordt beëindigd en dat Turkije een duurzaam staakt-het-vuren in Rojava aanvaardt en zijn verplichtingen uit hoofde van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens nakomt.
De strijd van de onderdrukte volkeren in Syrië en van het Koerdische volk is ook onze strijd; vandaag en morgen zullen wij daar deel van blijven uitmaken.
Ondertekenaars:
* Mathilde Panot, voorzitter van de fractie La France Insoumise (LFI)
* Emmanuel Fernandes (LFI)
* Nadège Abomangoli, vicevoorzitter van de Nationale Assemblee
* Clémence Guettê, vicevoorzitter van de Nationale Assemblee
* Thomas Portes, voorzitter van de werkgroep Koerden
* Anaïs Belouassa-Cherify (LFI)
* Christophe Bex (LFI)
* Carlos Martens Bilongo (LFI)
* Pierre-Yves Cadalent (LFI)
* Gabrielle Cathala (LFI)
* Hadrien Clouet (LFI)
* Jean-François Coulomme (LFI)
* Sylvie Ferrer (LFI)
* Arnaud Le Gall (LFI)
* Muriel Lepvraud (LFI)
* René Pilato (LFI)
* Aurélien Tache (LFI)
* Paul Molac, Groep Vrijheden, Onafhankelijken, Overzeese Gebieden en Territoria (LIOT)
* Danielle Simonnet, Economische, Sociale en Milieuraad (EcoS)
* Elsa Faucillon, Groep Democratisch en Republikeins Links (GDR)
Bron: ANF