De christelijke vredesorganisatie Community Peacemaker Teams (CPT) heeft Turkije ervan beschuldigd systematisch bosgebieden in de Koerdische regio van Irak (KRI) te ontbossen en het hout over de grens te vervoeren. CPT-lid Kamaran Osman zei dat er sinds september op grote schaal ontbossing plaatsvindt, met name in de regio’s Zap en Avashin in de buurt van de stad Amêdî in de provincie Duhok.
Videobeelden die het persbureau Roj News heeft verkregen, tonen hoe boomstammen in de getroffen gebieden op voertuigen worden geladen en naar Turkije worden vervoerd. Osman benadrukte dat de bomen niet alleen worden gekapt, maar dat hele bomen, inclusief hun wortels, met zwaar materieel zoals graafmachines en bulldozers uit de grond worden gehaald. Vervolgens worden ze met moderne machines in stukken gezaagd en met tractoren over de grens vervoerd.
Volgens Osman wordt een deel van het hout gebruikt als brandstof, terwijl een ander deel wordt gebruikt voor de productie van meubels zoals tafels, stoelen en huizen. “Sommige van deze producten worden vervolgens teruggebracht naar de regio Koerdistan en hier verkocht”, zei hij. Voor de lokale bevolking levert deze praktijk geen economische of ecologische voordelen op, maar veroorzaakt ze juist onherstelbare schade aan de bossen en het ecosysteem in het grensgebied, voegde hij eraan toe.
De activist beschuldigde de politieke leiders in de KRI ervan niet daadkrachtig genoeg op te treden tegen ontbossing. “Welke Koerdische partij heeft de bescherming van bossen en grensecosystemen in haar programma opgenomen? Wie verzet zich tegen de plundering van Koerdistan?”, vroeg Osman.
De getroffen gebieden liggen in een grensgebied dat gekenmerkt wordt door illegale bezetting door Turkije, waar het Turkse leger al jaren militaire operaties uitvoert tegen Koerdische guerrillaposities en oorlogsmisdaden begaat, ook tegen de burgerbevolking van Zuid-Koerdistan. De internationale gemeenschap negeert deze schendingen van fundamentele mensenrechten.

