Wan: “Onze taal is onze rode draad”

  • Noord-Koerdistan

In Wan (Tr. Van) vindt momenteel een tweedaagse strategieworkshop plaats over de toekomst van de Koerdische taal, georganiseerd door het Platform voor Democratische Instellingen (DEKUP) in samenwerking met verschillende Koerdische taal- en cultuurorganisaties. Onder het motto “Her dem Kurdî, her der Kurdî” (“Altijd Koerdisch, overal Koerdisch”) bespreken vertegenwoordigers van verschillende maatschappelijke sectoren concrete strategieën en politieke richtlijnen voor het versterken van de Koerdische taal.

Dilbihar: “De Koerdische taal is onze rode lijn”

Heval Dilbihar (DEKUP)

In zijn openingsrede wijdde Heval Dilbihar, lid van het voorbereidingscomité van de workshop, de bijeenkomst aan Abdullah Öcalan en de gesneuvelden van de Koerdische vrijheidsbeweging. Hij citeerde Öcalan met de woorden “Taal is voor een natie net zo belangrijk als water en brood” en benadrukte dat de moedertaal van fundamenteel belang is voor sociale vooruitgang.

In dit verband moet de Koerdische taal eindelijk een officiële status krijgen, aldus Dilbihar: “We weten dat er geen vrede en rust zal zijn zolang de Koerdische taal niet wordt erkend en Koerdisch niet als moedertaal wordt onderwezen. Daarom is de Koerdische taal onze rode lijn.”

Er zijn duurzame strategieën en mechanismen nodig om de Koerdische taal te vestigen en een einde te maken aan de situatie waarin deze taal het voorwerp van kritiek is.

Hoofdthema’s van de eerste twee panels

Het eerste panel richtte zich op het verband tussen de strijd voor de Koerdische taal en het paradigma van de vrijheidsbeweging en de democratische natie, terwijl de lezingen van het tweede panel thematisch gericht waren op het verband met de lokale besturen en het zelfbestuur, en de richtlijnen in dit verband.

Colemergî: “Als je je taal niet waardeert, zul je verdwijnen”

In de eerste sessie zei auteur İhsan Colemergî: “De strijd om de hegemonie en onderwerping van volkeren begint met cultuur en taal. Als je niet schrijft, zul je verdwijnen, en je volk zal met je verdwijnen. Toen 400.000 jaar geleden het land van de Sumeriërs werd veroverd, werden hun taal en cultuur bijzonder hard getroffen.”

In tegenstelling tot dominante regionale machten maakten de Koerden onvoldoende aanspraak op hun taal, constateerde de auteur. Een gebrek aan waardering voor de eigen taal leidt echter tot het verdwijnen van de identiteit.

“Laten we ons de woorden van Ehmedê Xanî herinneren. Toen hem werd gevraagd waarom hij Mem û Zîn in het Koerdisch had geschreven, antwoordde hij: ‘Als het Koerdische volk niet in zijn eigen taal schrijft, kan het met zijn taal geen plaats veroveren onder de volkeren van de wereld. Daarom moeten we onze taal verdedigen’, concludeerde Colemergî.

Zeydan: “Het Koerdische volk zal zijn taal en cultuur blijven beschermen”

Abdullah Zeydan is de gekozen medeburgemeester van de grote gemeente Wan. Hij werd uit zijn ambt ontheven en vervangen door een bewindvoerder. In zijn bijdrage legde hij uit dat het Koerdische volk in de loop van de geschiedenis al een hoge prijs heeft betaald voor de bescherming van zijn taal, maar benadrukte: “Zolang het Koerdische volk bestaat, zal het zijn taal en cultuur blijven beschermen. We hebben veel problemen, maar deze bijeenkomst is zeer waardevol. Elke inspanning vereist een strategie en vechtlust.”

De politicus toonde zich ervan overtuigd dat de tijdens de workshop opgedane inzichten “de weg kunnen effenen voor het plannen van de toekomst van het Koerdisch”. Hiervoor moet zelfkritiek worden geoefend en moeten consequent veranderingen worden doorgevoerd. “Lokale besturen en zelfbesturende structuren moeten in dit opzicht meer verantwoordelijkheid nemen”, concretiseerde Zeydan.

Hij beschouwde ook het huidige proces in Turkije als een integraal onderdeel van de strijd voor de Koerdische taal: “Met name het door Abdullah Öcalan geïnitieerde proces speelt een zeer belangrijke rol in deze strijd. We moeten een democratische, ethische en politieke samenleving opbouwen. De basis hiervoor ligt in het prioriteren van taalonderzoek. We moeten samen vooruitgaan en onze collectieve wijsheid gebruiken.”

Turhallı: “We putten kracht uit onze taal”

Ook Cemile Turhallı, medewoordvoerder van de commissie voor taal, cultuur en kunst van de Partij van de Volkeren voor Gelijkheid en Democratie (DEM), toonde zich in het tweede deel vastberaden en hoopvol: “De staat en de machthebbers willen dat we ons door hun beleid schamen voor onze taal. Waarom zouden we dat doen?

We putten kracht uit onze taal. Taal is het erfgoed van een volk. Terwijl de aanvallen van de staat enerzijds voortduren, ontstaat er anderzijds een groot verzet daartegen. We zullen onze taal in leven houden en haar door middel van onze politiek en strategieën uitdragen.

Bron: ANF