Het co-voorzitterschap van de uitvoerende raad van de KCK (Unie van Koerdische Gemeenschappen) heeft een verklaring uitgegeven naar aanleiding van de tiende herdenking van het bloedbad in het treinstation van Ankara, dat door ISIS onder leiding van de staat werd gepleegd en waarbij meer dan 100 mensen om het leven kwamen.
De verklaring van de KCK van donderdag bevat het volgende:
“Op 10 oktober 2015 kwamen meer dan 100 deelnemers aan de ‘Arbeid, Vrede en Democratie-bijeenkomst’ voor het treinstation van Ankara om het leven bij een bomaanslag, waarbij nog eens enkele honderden mensen gewond raakten. Wij veroordelen deze verachtelijke aanslag, die gericht was tegen de broederschap tussen volkeren en het ideaal van een democratisch en gemeenschappelijk leven, opnieuw op de tiende verjaardag ervan, en wij herdenken met respect degenen die het leven hebben verloren. Hun idealen van broederschap tussen volkeren, vrede, vrijheid en democratisch leven leven voort in de strijd van onze volkeren en zetten hun weg naar de overwinning voort. Bloedbaden zullen het verlangen van de volkeren naar vrede, vrijheid en broederschap niet doen verdwijnen. In een democratiserend Turkije kan het ideaal van een gelijkwaardig, vrij en gedeeld leven voor Turken, Koerden en alle volkeren niet worden verhinderd. Degenen die liederen zingen over vrede en broederschap voor een gelijkwaardig en vrij leven van de volkeren, die dit uitdrukken in klassieke dansen, hebben deze krachten vanaf het begin verslagen. Hun aspiraties zullen worden verwezenlijkt.
Het bloedbad voor het treinstation van Ankara werd uitgevoerd onder toezicht van de staat. Het feit dat het bloedbad zelfs na tien jaar nog steeds niet volledig is opgehelderd, toont de rol van de staat en de regering zelf in het bloedbad aan. Het feit dat het bloedbad werd uitgevoerd door ISIS ontslaat de staat en de regering niet van hun verantwoordelijkheid. ISIS is bij veel aanslagen en bloedbaden aangestuurd en gebruikt.
Het feit dat dit bloedbad plaatsvond vóór de nieuwe escalatie van de oorlog tegen het Koerdische volk, die al jaren aan de gang is, laat zien dat het werd aangestuurd. Het feit dat er vóór de verkiezingen van 7 juni en 1 november veel van dergelijke bloedbaden hebben plaatsgevonden, kan niet als toeval worden beschouwd. De historische acties die arbeiders, vrouwen en democratische sociale organisaties hebben ondernomen in de periode waarin dergelijke aanslagen werden gepleegd om oorlog te voorkomen en vrede te bewerkstelligen, zullen altijd worden herinnerd in de strijd voor democratie en vrijheid in Turkije. Na deze aanslagen werden alle democratische ruimtes in Turkije geleidelijk aan beperkt en werden vrijheden ingeperkt. De vuile en speciale oorlog die tien jaar lang tegen het Koerdische volk en de democratische krachten in Turkije werd gevoerd, was het resultaat van een dergelijk proces.
Tien jaar onderdrukking hebben het Koerdische volk en de democratische krachten in Turkije niet kunnen onderwerpen. Integendeel, dit beleid heeft Turkije in een politieke, sociale, economische en diplomatieke impasse gebracht. Onze volkeren hebben in deze tien jaar een hoge prijs betaald, maar ze hebben de strijd voor democratie, vrijheid en vrede niet opgegeven. Het resultaat van deze strijd is de start van het proces voor ‘vrede en een democratische samenleving’, dat is geïnitieerd door de Koerdische leider Abdullah Öcalan. Het belangrijkste doel van dit proces is om de aspiraties van de martelaren van het bloedbad van 10 oktober te verwezenlijken. Als dit proces slaagt, zal de hoge prijs die met het leven van onze martelaren is betaald, nog betekenisvoller worden.
Al onze mensen en internationale vrienden moeten actief bijdragen aan de strijd voor het welslagen van het proces van ‘Vrede en Democratische Samenleving’. Dit is het meest gepaste antwoord dat we kunnen geven ter nagedachtenis aan degenen die het leven hebben verloren in de bloedbaden. Met dit begrip en deze overtuiging herdenken we nogmaals respectvol degenen die het leven hebben verloren in het bloedbad in het treinstation van Ankara, en beloven we hun nagedachtenis levend te houden in onze strijd en hun aspiraties te verwezenlijken.
Bron: ANF