- Turkije
De Turkse regering heeft verzocht om heroverweging van de zaak door de Grote Kamer. De deadline voor het instellen van beroep was 8 oktober.
Demirtaş werd veroordeeld tot 42 jaar gevangenisstraf in een politiek gemotiveerd proces dat werd gevoerd door de regeringsgezinde rechterlijke macht in verband met het verzet in Kobanê in 2014. In dezelfde zaak kreeg Figen Yüksekdağ 30 jaar en 3 maanden, terwijl andere HDP-leidinggevenden werden veroordeeld tot maximaal 22 jaar en 6 maanden.
Hoewel de uitspraken van het EHRM bindend zijn voor Turkije, zijn er verschillende voorbeelden van niet-naleving, waaronder de zaken van Demirtaş en Osman Kavala. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa blijft controleren of Turkije deze uitspraken uitvoert, maar heeft zich tot nu toe beperkt tot het verlenen van uitstel.
De vicevoorzitters van de DEM-partij, Gülistan Kılıç Koçyiğit en Sezai Temelli, hebben samen met de parlementsleden van de partij in een persverklaring voor het ministerie van Justitie gezegd dat de regering tijd rekt met “juridische manoeuvres” in plaats van de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uit te voeren.
Gülistan Kılıç Koçyiğit zei dat Turkije is veranderd in een “open gevangenis” en voegde eraan toe: “Als we kijken naar wie er aan de basis van deze praktijk staat, zien we dat de minister van Justitie en de AKP-regering de uitvoerders van deze praktijk zijn.”
Koçyiğit herinnerde eraan dat het EHRM voor de derde keer had geoordeeld dat de rechten van Demirtaş waren geschonden en zei: “In plaats van de uitspraken van het EHRM uit te voeren, proberen het ministerie en de regering de situatie te manipuleren door de wet te omzeilen, tijd te winnen en juridische spelletjes te spelen, in plaats van de vrijheden van onze vrienden te waarborgen die voortvloeien uit internationale universele rechten en de wet.”
Koçyiğit wees erop dat de bezorgdheid onder de bevolking toeneemt en deed een beroep op de regering: “Voer de uitspraken van het EHRM uit. Ondermijn het vertrouwen van het publiek niet nog verder. De samenleving ziet wat u doet, en dat heeft gevolgen voor het proces. Met een aanpak die dit negeert, is het voor ons onmogelijk om vooruitgang te boeken op het gebied van vrede of democratie in dit land.”
Sezai Temelli beschreef het beroep van het ministerie van Justitie tegen de uitspraak van het EHRM als “geen wet, maar een samenzwering” en zei: “Wij verwachten dat het ministerie van Justitie zijn beroep intrekt. Wij accepteren niet dat een vredesproces, een onderhandelingsproces dat wij met zoveel opoffering en verantwoordelijkheid hebben gevoerd, wordt vergiftigd door het ministerie van Justitie zelf. De minister van Justitie moet dit beroep onmiddellijk intrekken.”
Aan de andere kant protesteerden afgevaardigden van de DEM-partij in de Algemene Vergadering van de Turkse Grote Nationale Assemblee (TBMM) tegen het beroep van het ministerie van Justitie tegen de uitspraak van het EHRM.
Tijdens de zitting van de Algemene Vergadering op woensdag stonden de afgevaardigden van de DEM-partij op en protesteerden ze met applaus tegen het beroep van Turkije.
De parlementsleden droegen spandoeken met foto’s van politici die vastzitten in het Kobanê-proces en van Selahattin Demirtaş, voormalig medevoorzitter van de HDP.
Tijdens het protest scandeerden de parlementsleden “Vrijheid voor Demirtaş” en “Handhaaf de uitspraken van het EHRM”, wat werd gevolgd door langdurig applaus vanuit de banken van de DEM-partij.
