- Zuid-Koerdistan
Onder leiding van de Maxmur Jeugdbeweging (TCM) en de Maxmur Jonge Vrouwenbeweging (TJCM) werd in het Martyr Rustem Cudi Vluchtelingenkamp in Maxmur een workshop gehouden over het Manifest voor Vrede en een Democratische Samenleving, met als slogan: “Geschiedenis is niet de oorlog tussen klassen, maar de oorlog tussen staten en gemeenten.”
De workshop, die plaatsvond in het Volkshuis van Maxmur, begon met een openingsrede van Pınar Bayar, lid van de TJCM. Bayar vestigde de aandacht op de concepten van de commune en de staat die in het Manifest voor Vrede en een Democratische Samenleving van Abdullah Öcalan worden benadrukt, en zei: “De concepten die Abdullah Öcalan het meest benadrukt, zijn de commune en de staat. Zijn uitspraak ‘Geschiedenis is geen klassenoorlog, maar een oorlog tussen staten en communes’ zegt ons veel. In deze context wilden we als jongerenbewegingen een workshop voor jongeren organiseren.”
De deelnemers lazen en bespraken Abdullah Öcalans visie op communes en de staat, gevolgd door een videopresentatie over het concept van communes.
De slotverklaring van de workshop, voorgelezen door TJCM-lid Axîn Gökalp, bevatte de volgende uitspraken: “Als jongeren omarmen we het historische proces dat onder leiding van Abdullah Öcalan in gang is gezet. In deze context hebben we een workshop georganiseerd onder het motto ‘Geschiedenis is geen klassenoorlog, maar een oorlog tussen staten en communes’ om te bespreken hoe wij als jongeren een leidende rol kunnen spelen in dit proces.
Er werden evaluaties gemaakt over het onderwerp. De inhoud van de workshop was gericht op de concepten van commune en staat, en er werden waardevolle discussies gevoerd. De staat blijft zich in deze periode op alle vlakken organiseren.
Vooral voor jongeren is het de rol en missie binnen het democratische maatschappijstelsel om te werken in de geest van groepen en communes. Het lijdt geen twijfel dat het begrijpen van de waarheid van de eigen geschiedenis de manier is om het leven vorm te geven. De geschiedenis van de Koerden laat duidelijk zien dat zij zich hebben georganiseerd in communes. Deze gemeenschappelijke organisatie heeft het Koerdische volk tegen vele aanvallen beschermd.
Op basis hiervan ligt de eerste plicht en verantwoordelijkheid bij het organiseren van het gemeenschapsleven bij vrouwen en jongeren. Zoals het leiderschap zegt: “Wie geen commune heeft, is geen kameraad van mij.” Deze uitspraak van het leiderschap moet als fundamenteel worden beschouwd en communes moeten op buurtniveau worden georganiseerd. Tegelijkertijd blijft de fysieke vrijheid van Abdullah Öcalan de basis van al ons werk.
De workshop werd afgesloten met de slogan “Bijî Serok Apo” (“Lang leve leider Abdullah Öcalan”).
Bron: ANF