EHRM veroordeelt Turkije: Boekverbod in gevangenissen schendt vrijheid van meningsuiting

  • Turkije

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft geoordeeld dat het ontzeggen van toegang tot bepaalde boeken en publicaties aan gevangenen in Turkije een schending van de vrijheid van meningsuiting vormt. In zijn arrest van 2 september in de zaak Aktaş en anderen tegen Turkije heeft het Hof een schending van artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vastgesteld.

De zaak betrof met name verschillende klachten van gevangenen die geen toegang hadden gekregen tot geschriften van de Koerdische leider Abdullah Öcalan en diverse tijdschriften en boeken met deels politieke en deels literaire inhoud. Het gevangeniswezen rechtvaardigde dit onder meer op grond van veiligheidsoverwegingen.

Medegevangene van Öcalan krijgt geen boeken van Öcalan

Een van de klagers was Veysi Aktaş, die samen met Öcalan in de zwaarbeveiligde gevangenis op het gevangeniseiland Imrali zat tot zijn vrijlating in juli. Hij kreeg onder meer geen toegang tot Öcalans boek “Democratic Nation” en nummers van het tijdschrift “Democratic Modernity”. Hij diende in 2016 een klacht in bij het EHRM.

Een andere zaak betrof Turan Günana, die een gevangenisstraf uitzit in Kocaeli. In 2018 werd hem onder meer verboden om Öcalans “The Path of the Kurdistan Revolution” en nummers van de krant “Yeni Yaşam” te ontvangen. Ook tegen deze beslissing werd beroep aangetekend bij het EHRM.

Andere klagers waren onder meer Ramazan Ilter in de T-type gevangenis van Menemen, aan wie twee romans van auteur Azra Kohen werden geweigerd op grond van vermeende “obscene inhoud”; Engin Gökoğlu in de T-type gesloten gevangenis nr. 2 van Tekirdağ, aan wie exemplaren van de kranten “Kızılbayrak” en ‘Yüksel’ werden geweigerd omdat zij volgens de autoriteiten “leden van een organisatie verheerlijkten”; Barış Inan in de F-type gesloten gevangenis nr. 2 in Kocaeli, die klaagde over het feit dat hem de krant Atılım werd geweigerd, en Ibrahim Bektaş in de T-type gevangenis in Akhisar, aan wie verschillende boeken werden geweigerd op grond van “obscene inhoud”.

Eisers krijgen schadevergoeding

In zijn uitspraak wees het EHRM erop dat de autoriteiten onvoldoende rechtvaardiging hadden gegeven voor de beperkingen van de vrijheid van meningsuiting. De algemene classificatie van geschriften als “terroristische propaganda” of “obsceen” was onvoldoende om de inbreuk op de rechten van de gevangenen te rechtvaardigen. De uitspraak verplichtte Turkije tot het betalen van een schadevergoeding aan de eisers.