Orde van Advocaten: Forensische geneeskunde blokkeert opheldering in de zaak Rojin Kabaiş

  • Noord-Koerdistan

Een jaar na de dood van studente Rojin Kabaiş in Wan (tr. Van) bekritiseert de regionale orde van advocaten ernstige nalatigheden in het onderzoek. Voorzitter Sinan Özaraz ziet het Instituut voor Forensische Geneeskunde, dat onder het Turkse ministerie van Justitie valt, als een belangrijk obstakel voor de opheldering van de zaak. Ondanks herhaalde verzoeken heeft de instelling essentiële forensische informatie achtergehouden, zei Özaraz tegen persbureau MA.

Rojin Kabaiş was eerstejaarsstudente kinderpedagogiek aan de universiteit Yüzüncü Yıl en verdween op 27 september 2024 uit een studentenhuis in Wan. Haar lichaam werd 18 dagen later gevonden aan de oever van het Wan-meer. Volgens de autopsie zou de 21-jarige zijn verdronken. Op haar lichaam en persoonlijke bezittingen werden echter DNA-sporen van twee mannen en een bloedspoor op een kledingstuk aangetroffen. Tot op heden is niet duidelijk geworden van wie deze sporen afkomstig zijn.

Sinan Özaraz © MA

“Het Instituut voor Forensische Geneeskunde heeft essentiële informatie achtergehouden, waaronder de herkomst van de DNA-sporen op het lichaam van Rojin. Deze informatie is van cruciaal belang voor de procedure”, aldus Özaraz. Het onderzoek zou al maanden geblokkeerd zijn. “Sinds januari wachten we op een antwoord, maar ondanks herhaalde verzoeken aan het instituut is er tot op heden niets in het onderzoeksdossier opgenomen”, bekritiseerde de jurist.

Aangifte wegens het achterhouden van bewijsmateriaal

Samen met de Orde van Advocaten van Diyarbakır (Ku. Amed) heeft de Orde in Wan nu aangifte gedaan tegen de verantwoordelijken van het Instituut voor Forensische Geneeskunde. De aanklacht is niet alleen gericht tegen de in Istanbul gevestigde autoriteit, maar ook tegen het vakcomité voor biologie. De kamer beschuldigt het instituut van schendingen van artikel 257 (ambtsmisbruik) en artikel 281 (verduistering van bewijsmateriaal) van het Turkse wetboek van strafrecht.

“Het feit dat er geen DNA-sporen op het lichaam van een vermoedelijk slachtoffer van geweld zijn aangetroffen, is geen gewone vertraging in de procedure – het gaat hier om een ernstige belemmering van de waarheidsvinding”, benadrukte Özaraz. Het onderzoek werd bovendien bemoeilijkt door het voortdurende geheimhoudingsbevel op het dossier, wat onafhankelijke beoordelingen bemoeilijkt.

Volgens de orde van advocaten zijn de exacte tijdstip van overlijden, de toestand van het water waarin het lichaam werd gevonden en de toxicologische bevindingen over de maaginhoud van de overledene nog onduidelijk. Ook deze informatie is tot nu toe nog niet volledig verstrekt.

“Het vertrouwen van de samenleving in justitie wordt geschaad”

Özaraz waarschuwt voor de maatschappelijke gevolgen van dergelijke nalatigheden: “Bij onopgehelderde sterfgevallen van vrouwen ontstaat steeds meer de indruk dat het onderzoek opzettelijk wordt vertraagd.” Veel van deze zaken zouden zonder betrouwbare opheldering worden gesloten, wat het vertrouwen van het publiek in justitie blijvend zou ondermijnen.

Bron: MA