Pure Winst!

In 2018 werden de skeletten van acht mannen en een vrouw opgegraven. 

‘The eight men and one woman bear signs of precisely inflicted blunt force cranial trauma, suggesting they were victims of mass execution’, dat stond daarbij vermeld, The Smithsonian.

Zonder veel ceremonie waren de lichamen in een gat gedumpt.

Ik heb te veel fantasie om de beelden die dan bij me oppoppen te kunnen wegdrukken.

Dat was 7000 jaar geleden, op de plek waar nu Halberstadt ligt. 

Nog altijd worden lichamen in gaten gedumpt, zand erover, en de zaak nog even aangestampt. Mensen migreren van west naar oost en treffen reizigers in tegengestelde richting…  Op z’n tijd wordt dan de grond weer omgewoeld. 

Ik zie de mens als een broze vlinder. 

Bij tijden krimpt mijn hart ineen: soms lijkt alles even op z’n plek te vallen, maar dan spat die bubbel weer uiteen.

Met welke blik zullen over 7000 jaar onderzoekers onze graven openleggen? Welke vragen zal dat oproepen? Getuigt deze mijmering zelf niet al van een ongepast optimisme?

Vandaag dwalen mijn gedachten even af naar de vijftiende eeuw, naar Leonardo Da Vinci, die rond keek in de jonge stadstaat Florence. Hij onderzocht de mens van zijn tijd in al z’n gedaanten. Vooral in de mortuaria. Daar zocht hij het antwoord op zijn vragen.

Hij schuwde het niet om de minder fijne trekjes van de medemens op te tekenen. Een botoxje of een strakgetrokken hazenlip, dat zat er toen nog niet in. What you see is what you get. In zijn tijd groeide de opvatting dat de uiterlijke lelijkheid de spiegel was van de innerlijke verdorvenheid. Da Vinci observeerde. De voortschuifelende, imperfecte mens kon zijn ontledende blik niet ontlopen. Dat werd geen love affair. Geen John Legend ode aan ‘All your perfect imperfections’. Nee, het was meer een soort van fascinatie. Wratten, puisten, bulten en bochels, dat was allemaal fijn oefenmateriaal, op weg naar zijn ultieme date met de Mona Lisa. Alles voor de kunst. 

In de tussentijd verkocht hij z’n briljante uitvindingen van fraai oorlogstuig aan de hoogste bieder: Lorenzo de Medici  – gevreesd door vriend en vijand –, een brute hufter, die met list, bedrog, en snoeihard geweld, weldra de vrije stadstaat Florence op de knieën bracht, en haar weer onderwierp aan zijn gezag. Niccolò Machiavelli waarschuwde Lorenzo voor de rampspoed die hij over de stad en over zichzelf afriep. Maar dat mocht niet baten. Dat alles gleed een beetje langs Da Vinci heen. Hij verheerlijkte vooral de slagkracht van zijn mecenas. Het leed onder de burgers was sowieso niet echt zijn ding, zeg maar.  

Zijn studie van de mens ging over wat anders. 

Da Vinci meende aan het uiterlijk van mensen de diepste, innerlijke roerselen te kunnen aflezen. En met hem velen. Later, eind van de negentiende eeuw, zat ook de zeer gerespecteerde zenuwarts Cesare Lombroso op die lijn: hij had een soort atlas ontworpen van de menselijke schedel, waarmee hij het misdadige wezen van het betreffende individu onomstotelijk kon aantonen. Doorlopende wenkbrauwen, diep fronsen, nou dan wist je het wel.

Dit alles vond nadien zijn verfijning in de schedelmetingen waarmee de koloniale onderzoekers op pad gingen. Dat leverde een schat aan metingen, die de sociaal-darwinisten van Das Dritte Reich later nog erg blij maakte. Die vracht aan ‘harde’ feiten was de empirische basis voor hen om voor eens en altijd af te rekenen met de dwaalwegen van de menselijke evolutie.    

De daaraan verbonden rassenleer stelde zich tot taak om de kronkelboom van de menselijke evolutie wat bij te snoeien. 

Toen de juichkreten van de Führer weer een beetje verstomd waren, bleven we wel achter met een spoor van verwoesting. Plus een draaiboek om dat levenswerk door toekomstige idealisten alsnog te laten voltooien. 

Hoewel veel van de opzwepende teksten een beetje uit de mode zijn, is het idee, dat de oplossing voor onze eigen treurnis erin ligt om mensen die de verwezenlijking van ons ideaal in de weg staan op te ruimen, nog springlevend. Met wat copy-paste kom je een heel eind. Toefje A.I. en Tjakka! 

Het succes van  Armeense genocide onder Talaat Pasha (in periode rond 1917) inspireerde von Ludendorff en generaal Heinrich von Reichenau tot een verfijning van dat concept bij hun expansie van de Duitse staat in 1940. 

Tussen Hitler en Stalin bestond er een soort kruisbestuiving. Mao heeft niet echt het wiel uitgevonden wat betreft het uithongeren van de eigen bevolking. Kim Jong-il liet de biografieën van Stalin bundelen in het Koreaans. Altijd handig zo’n handzaam naslagwerkje. Ook voor het fijne handwerk van onderdrukking geldt: ken je klassiekers!

En Donald J.Trump, die rolt nu de rode loper uit voor… een notoire moordenaar. Heel prettig! Terwijl de continenten uiteen drijven, raken onze wereldleiders ook op drift, maar dan wel verstrengeld in een steeds inniger omhelzing .

Oeps, even terugschakelen… Een tandje minder graag… Terug naar mijn eigen leventje, met al z’n dingetjes en gedonder. Wat zal ik ervan zeggen? Als lid van de aanknoeiende  apensoort, ‘De Mens’, is en blijft het ook voor mij nogal een gedoetje – doorgaans een hutsekluts van laffe compromissen. Ik vraag me dan ook af hoe mensen het flikken om zo super strak te deugen. Hoe dan?! En dan nog… Al dat deugen… Wat zegt dat? Zeker nu de Republikeinen zich stevig op de borst kloppen… Ach gossie toch!   

Je kan wel stellen dat de mensen grosso modo deugen, maar dat doet toch onrecht aan ons grote talent om de zaken te verkloten. Hetzij door weg te kijken, hetzij door actieve deelname aan de roofbouw op het menselijk geluk. 

Wonderlijk is wel, dat mensen die zich het minst bekommeren om het leed van anderen, zich juist zo kwaad kunnen maken over het vermeende leed dat henzelf is aangedaan. 

‘De Wet van Behoud van Het Klein Leed’, zo noem ik dat.

Je zou denken dat burgers die de treurnis van de grijze middelmaat wisten te ontstijgen, automatisch arriveren in een oase van rust en geluk. Maar is dat ook zo? Het korte antwoord is: Nee! 

Een recente analyse over dit onderwerp laat iets heel anders zien: juist bij The Very Rich (Vermogen tussen de 10 en 100 miljoen dollar) doet zich iets heel wonderlijks voor: in tegenstelling tot The Super Rich (vermogen boven de 100 miljoen dollar) hebben zij, The Very Rich, toch net de boot gemist. 

Terwijl The Super Rich hun vermogen laten floreren in ondernemingszaken, hebben The Very Rich hun tegoeden vastzitten in vastgoed, kortom zaken die zwaar gebukt gaan onder inflatie. Zij zijn ergens dus toch de losers, zeg maar. Zij hebben het nakijken. Wat sneu toch! Voor hen niet de glorie van The Super Rich. 

Vanuit ‘De Wet van Behoud van Het Klein Leed’ bezien is die misère ook wel weer heel begrijpelijk. 

Bij MAGA bespeur ik een opgewekt vertrouwen dat het huidige maatschappelijk middenveld best mag worden gesloopt, en dat dit krachtenspel mag worden uitbesteed aan The Very Rich. En je weet wel hoe dat er nu voor staat in die kringen.

Vergelijkende onderzoeken tonen aan dat The Very Rich, door de bank genomen, een groot talent hebben om al hun successen op hun eigen conto te schrijven. Daarnaast bezitten zij de gave om incidentele verliezen vooral toe te schrijven aan de kwalijke invloeden van derden. Kortom, niet de ideale basis om op te treden als dé verbindende factor in de samenleving

Voor The Very Rich is ‘filthy rich’ geen vies woord. Maar ‘milde armoede’? Dat dan weer wel. En voor daklozen natuurlijk geen goed woord.

Positieve noot bij dit alles is wel dat MAGA zelf het succes van de eigen verschoppelingen gruwelijk in de weg zit. Zij zullen niet doorstoten naar de rangen van The Very Rich. Nee, dat soort menselijke treurnis zal ze bespaard blijven. Die kans is schier nihil.

Dat je in dat ‘Land van Hoop en Glorie’ door flink aanpakken je kan opwerken ‘From Rags to Riches’, dat is bewezen onzin. Pompeus gelul.

Alleen de Trump-dynastie, plus een handjevol meeknikkende techies, zullen er garen bij spinnen. Die hebben nu de buit al binnen. (De teller staat al op 3,5 miljard dollar). Voor de rest van de burgers is het de zoveelste doodlopende steeg. Zij zijn weer eens bij de neus genomen. 

Als kwispelend angstbijtertje, toont Trump, de ‘chicken out’ president, zich weer eens van z’n stoerste zijde.

Met welke blik zullen over 7000 jaar onderzoekers onze graven openleggen? Welke vragen zal dat oproepen? 

Getuigt deze mijmering zelf niet al van een  ongepast optimisme?

 

Auteur: Paul Terlunen

(Happy. Pharrell Williams)