- Schotland
Mike Arnott, secretaris van de Dundee Trades Union Council, stuurde een brief aan Dr. Ian Borg, voorzitter van het Comité van Ministers van de Raad van Europa, over het ‘recht op hoop’.
Op 15 september zal het Comité van Ministers van de Raad van Europa de zaak van Abdullah Öcalan behandelen, met name in verband met het ‘recht op hoop’. Mike Arnott schreef: “In 1999 werd Abdullah Öcalan ontvoerd en opgesloten in de gevangenis op het eiland Imralı, waar hij door een speciale militaire rechtbank ter dood werd veroordeeld. In 2002, met de afschaffing van de doodstraf in Turkije, werd zijn straf omgezet in een verzwaarde levenslange gevangenisstraf – een levenslange gevangenisstraf zonder mogelijkheid tot voorwaardelijke vrijlating. Naar verluidt werd deze verzwaarde levenslange gevangenisstraf, die nog nooit eerder in het Turkse strafrechtelijk systeem was toegepast, speciaal voor Öcalan ingevoerd, maar later ook uitgebreid naar honderden andere politieke gevangenen.”
Arnott voegde hieraan toe: “Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft tweemaal (in 2003/2005 en 2014) uitspraken gedaan waarin de Turkse staat werd veroordeeld wegens schending van de rechten van Öcalan. Tot op heden heeft de Turkse staat echter geen stappen ondernomen om deze uitspraken ten uitvoer te leggen. Van bijzonder belang is de uitspraak van het Hof uit 2014 dat levenslange gevangenisstraffen zonder mogelijkheid tot vrijlating in strijd zijn met het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling, en dat er relevante wetshervormingen moeten worden doorgevoerd om het ‘recht op hoop’ te erkennen. In de praktijk betekent dit dat de zaak van Öcalan moet worden herzien en dat er mechanismen moeten worden gecreëerd om vrijlating mogelijk te maken.
In september 2024 gaf het Comité van Ministers, bij de herziening van de zaak van Öcalan, Turkije een jaar de tijd om de uitspraken van het Hof ten uitvoer te leggen. Het secretariaat kreeg de opdracht maatregelen voor te bereiden voor het geval Turkije binnen dat jaar niet aan de uitspraken zou voldoen. In de zomer kondigde Turkije aan dat het het ‘recht op hoop’ niet zou erkennen voor gevangenen die zijn veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf met verzwarende omstandigheden, waaronder Abdullah Öcalan. De situatie is nu volkomen duidelijk en het is tijd dat het Comité van Ministers actie onderneemt.
Arnot vervolgde: “Als hoofdonderhandelaar in het lopende proces voor ‘Vrede en een democratische samenleving’ en als legitieme vertegenwoordiger van het Koerdische volk moet Öcalan volledig aan het proces kunnen deelnemen en daarom worden vrijgelaten. Het welslagen van dit proces zal verstrekkende gevolgen hebben voor de hele regio en de weg vrijmaken voor soortgelijke processen die vrede en democratische samenlevingen versterken. In de context van het Midden-Oosten, waar oorlogen tussen natiestaten steeds meer levens van de bevolking eisen, wordt het nog belangrijker om aan te dringen op vrede en democratisch zelfbestuur, als oplossing voor veel van de huidige crises.
Wij dringen er bij uw commissie op aan deze kans te grijpen, druk uit te oefenen op de Turkse regering om de uitspraken van het EHRM na te leven en de vrijlating van Öcalan te bewerkstelligen.”
Bron: ANF