Kürkçü: Het regime wil de CHP niet verbieden, maar verdelen

  • Turkije

De erevoorzitter van de HDP, Ertuğrul Kürkçü, ziet in de huidige politieke discussie in Turkije een gerichte strategie van het regime, dat zich – nadat het Koerdische deel van de oppositie niet kon worden uitgeschakeld – nu sterker tegen de CHP richt. Het doel is om de discussie over een politieke oplossing voor de Koerdische kwestie uit de publieke belangstelling te verdringen en in plaats daarvan nieuwe politieke conflictlijnen te creëren, aldus de 68-jarige socialist in een gesprek met ANF Nieuwsagentschap.

Volgens Kürkçü is het bijzonder problematisch dat er binnen de CHP een vleugel bestaat die samenwerkt met de AKP en contra-guerrillastructuren. Hij noemt Gürsel Tekin als centrale figuur, geflankeerd door de voormalige burgemeester van Hatay en andere groeperingen. Ook Kemal Kılıçdaroğlu, hoewel niet langer partijvoorzitter, zou achter de schermen actief blijven. “Ook al wekt hij in het openbaar de indruk solidair te zijn met de huidige partijvoorzitter Özgür Özel, de ontwikkeling laat het tegenovergestelde zien”, aldus Kürkçü. Veel wijst erop dat hier tegengestelde politieke belangen in het spel zijn.

Het regime probeert op zijn beurt gericht langs deze breuklijnen binnen de partij te opereren – een aanpak die al duidelijk werd in het voorbeeld van de burgemeester van Aydın, die onlangs van de CHP naar de AKP is overgestapt. Het is denkbaar dat ook in de toekomst strategisch geplaatste actoren binnen de CHP zullen worden ingezet om conflicten te verergeren en de eenheid van de partij te verzwakken. “Er zijn mijnen die klaar staan om te worden ontstoken”, aldus Kürkçü.

Strategisch doel: verdeeldheid zaaien onder de oppositie

Volgens Kürkçü streeft de regering niet het directe doel na om de CHP te verbieden, maar volgt zij een langetermijnstrategie van ontwrichting. “Een directe oorlog tegen de CHP zou voor het machtsblok zeer kostbaar zijn”, benadrukt hij. In plaats daarvan zou door gerichte pogingen tot verdeeldheid de samenwerking tussen de CHP en andere oppositiekrachten moeten worden verhinderd. Zo zou het regime elke oppositiekracht afzonderlijk kunnen aanvallen en zo het risico van een overkoepelend democratisch front minimaliseren.

Met de benoeming van Akın Gürlek tot hoofdofficier van justitie van Istanbul is duidelijk geworden dat het justitiële offensief tegen de CHP zijn institutionele centrum in de metropool aan de Bosporus heeft. “Daar concentreert het conflict zich nu, hoewel ook andere steden worden getroffen.” Volgens Kürkçü is het doel om de partij door middel van juridische aanvallen, gerichte provocaties en politieke intimidatie in interne conflicten te verstrikken.

“Tijdbommen” binnen de partij

Kürkçü waarschuwt ook voor andere ‘tijdbommen’ binnen de CHP – structuren of personen die op kritieke momenten bewust voor destabilisatie zouden kunnen zorgen. Het doel zou zijn om de CHP permanent in een defensieve positie te dwingen, haar in juridische conflicten te betrekken en haar politieke aantrekkingskracht te ondermijnen door een klimaat van onzekerheid te creëren, gekenmerkt door onderdrukking, geweld en politie-inzetten.

De CHP houdt vast aan het vredeskompas

“De strategie van het regime is duidelijk: de CHP mag niet langer als een geloofwaardig alternatief voor de regering worden gezien.” Toch houdt de CHP volgens Kürkçü ondanks de aanvallen vast aan een vredesbeleid. “Ze heeft zich verstandig gedragen. Ze wijst het perspectief van een democratische samenleving en een politieke oplossing voor de Koerdische kwestie niet af, maar neemt er actief aan deel – bijvoorbeeld door haar deelname aan de parlementaire commissie.” De CHP heeft daarmee een duidelijk standpunt ingenomen in een uiterst gevoelig onderwerp en is niet ingegaan op eerdere pogingen om haar uit deze verantwoordelijkheid te halen.

“Özgür Özel heeft duidelijk gezegd: de confrontatie met de regering zal er niet toe leiden dat we het perspectief op een oplossing verwerpen.” Deze houding getuigt van strategische vooruitziendheid, vooral met het oog op de band tussen de CHP, de Koerdische democratische oppositie en andere democratische krachten in het land. “Dit toont aan dat de belangrijkste oppositiepartij strategisch te werk gaat en de band met de Koerdische oppositie wil behouden”, benadrukt Kürkçü.

Mobilisatie als antwoord op repressie

De reactie van de CHP op de staatsrepressie is effectief en veelomvattend: “Ze is erin geslaagd grote delen van de samenleving te mobiliseren”, benadrukt Kürkçü. Sinds 19 maart, de dag van de arrestatie van de inmiddels afgezette burgemeester van Istanbul en CHP-presidentskandidaat Ekrem Imamoğlu, heeft de partij in veel steden en districten – ook in bolwerken van de AKP – massale mobilisaties georganiseerd. Deze hebben niet alleen bijgedragen aan het hooghouden van het politieke moreel, maar ook aan het zichtbaar maken en versterken van de politieke gevangenen, voegt Kürkçü toe.

Tegelijkertijd is het gelukt om de juridische procedures te combineren met politiek protest op straat en daarbij vooral vrouwen, jongeren en plattelandsgebieden te mobiliseren. Het succes van demonstraties in steden als Yozgat, Çorum, Trabzon en Rize laat zien dat de CHP ook in traditioneel conservatieve regio’s wordt gezien als een belangrijke politieke kracht.

Kürkçü benadrukt: “De partij heeft haar standpunten niet opgegeven, maar consequent verdedigd. En ze heeft duidelijk gemaakt dat ze geen gemakkelijk doelwit is – in tegenstelling tot wat Erdoğan en Bahçeli in het verleden met de IYI-partij hebben geprobeerd. De CHP is momenteel een kracht die wordt gekenmerkt door strategische wijsheid en heeft daardoor zowel haar initiatief als haar doorzettingsvermogen behouden.”

Een centrale rol in de strijd voor democratie

Kürkçü ziet deze strijd niet als een gewoon partijpolitiek conflict, maar als een existentiële strijd om de democratische toekomst van het land. De CHP is in deze situatie niet alleen een oppositiepartij, maar draagt ook een centrale verantwoordelijkheid voor de verdediging van democratische normen. Alle andere democratische krachten en actoren uit het maatschappelijk middenveld zouden daarom de CHP moeten steunen waar zij gelijk heeft – niet uit partijpolitieke overwegingen, maar uit democratische plicht.

Kritiek op de geheimhouding van de commissie

Een ander voorbeeld van de autoritaire strategie van het regime was de poging om de eerste vergadering van de parlementaire commissie over de Koerdische kwestie achter gesloten deuren te houden. Hoewel dit grotendeels mislukte door verzet van de samenleving, blijft het een veelzeggend signaal.

“De oprichting van de commissie was niet in het belang van de regerende coalitie – ze werd geëist door de DEM-partij, de CHP en anderen. De regering wilde de kwestie behandelen als een puur veiligheidsvraagstuk, zonder maatschappelijke participatie. Maar de commissie heeft het onderwerp in de openbaarheid gebracht. Dat is een belangrijke stap. Als je je uitspreekt voor de samenleving, moet je je inlaten met democratische, op gelijkheid gerichte en liberale randvoorwaarden. Voor het Koerdische volk is dat een winst, omdat het de dialoog met andere maatschappelijke krachten opent.”

De Commissie kan weliswaar geen wetten uitvaardigen, maar ze verkleint wel de afstand tussen de staat en de samenleving, vervolgt Kürkçü. “Wat hier wordt besproken, is sowieso geen geheim”, stelt hij duidelijk: het eigenlijke onderwerp is geen militair of geheimzinnig onderwerp, maar een maatschappelijk onderwerp. Veertig jaar oorlog heeft talrijke slachtoffers geëist – waaronder veel jonge Koerden –, steden zijn verwoest en miljoenen mensen zijn ontheemd. Vandaag de dag zetten hun kinderen – goed opgeleid, als advocaten, academici of activisten – de eisen van hun ouders voort.

Twee denkbare scenario’s voor de toekomst

Voor de nabije toekomst beschrijft Kürkçü twee mogelijke ontwikkelingen:

1. Een koerswijziging door druk van binnenuit en van buitenaf: “Het is denkbaar dat economische kringen en internationale partners van het regime tot het inzicht komen dat een autoritaire aanpak op de lange termijn niet houdbaar is. Dit zou kunnen leiden tot een ommezwaai – mogelijk zelfs in de vorm van een scenario zonder Erdoğan aan het roer.”

2. Voortzetting van de autoritaire koers: “Mocht het regime onder Erdoğan en Bahçeli besluiten om de repressieve lijn voort te zetten, dan is dit echter geen strategie met toekomst. Er bestaat namelijk geen brede maatschappelijke consensus meer, ook niet binnen de AKP. Sinds 2023 zijn alle maatschappelijke groepen verliezers, en een regime met zoveel verliezers kan geen blijvende steun genereren.”

Democratisch verzet, geen partijpolitiek

Tot slot benadrukt Kürkçü dat de politieke strijd van de CHP niet moet worden opgevat als een gewone ruzie tussen regering en oppositie. Het gaat om veel meer: om de verdediging van democratische grondwaarden, om een mogelijk perspectief op vrede en gerechtigheid – en om de toekomst van de Turkse samenleving als geheel. “In die zin is de strijd van de CHP een belangrijke daad van democratisch verzet van historische betekenis.”