DEM roept op tot dialoog met Öcalan en bekritiseert autoritaire koers van de regering

  • Turkije

De woordvoerster van de Volkspartij voor Gelijkheid en Democratie (DEM), Ayşegül Doğan, heeft tijdens een persconferentie in Ankara gereageerd op een vergadering van het centraal uitvoerend comité van haar partij over de huidige politieke situatie in Turkije, die de dag ervoor had plaatsgevonden. De aandacht ging vooral uit naar de toenemende autoritaire tendensen, de rol van de rechterlijke macht en het uitsluiten van oppositionele stemmen – met name met het oog op een vredesproces om de Koerdische kwestie op te lossen.

Bijzondere aandacht ging uit naar de verklaring die de Koerdische vertegenwoordiger Abdullah Öcalan via de Imrali-delegatie aan de DEM-partij had laten overbrengen: “Ik heb belangrijke zaken die ik aan de parlementaire commissie wil meedelen.” Doğan eiste in dit verband dat er dringend gesprekken met Öcalan moeten worden aangeknoopt, wil men überhaupt een geloofwaardige politieke oplossing nastreven. “De commissie moet een manier vinden om met de heer Öcalan te spreken. Dat is noodzakelijk, legitiem en had al lang geleden moeten gebeuren”, aldus Doğan.

De democratische kwestie betreft niet alleen de CHP

In haar verklaring uitte Doğan scherpe kritiek op de benoeming van een tijdelijk hoofd in plaats van de gekozen partijleiding van de CHP in Istanbul. Deze stap is “noch wettig, noch legitiem” en vormt een bedreiging voor de fundamenten van democratische participatie in Turkije als geheel. De DEM-partij ziet dit niet als een partijpolitieke kwestie, maar als een aanval op de democratie zelf.

“Het gaat er niet om of je de CHP verdedigt. Het gaat om het kiesstelsel, de rechtsstaat en de ruimte voor democratische politiek.” Doğan beschuldigde de regering ervan politieke concurrentie uit te schakelen door middel van “vriendjespolitiek en intriges”, in plaats van zich te onderwerpen aan eerlijke democratische concurrentie.

Kritiek op de rol van de rechterlijke macht

Ook de rol van justitie kwam tijdens de persconferentie aan bod. Doğan beschuldigde de rechtbanken ervan politieke belangen te beschermen in plaats van te zorgen voor gerechtigheid en rechtszekerheid. “Justitie moet het recht beschermen, niet politieke manoeuvres veiligstellen”, zei ze. Juist in een tijd waarin de democratische ruimte steeds kleiner wordt, is het van cruciaal belang om het vertrouwen in een onafhankelijk rechtssysteem te herstellen.

“Taboes moeten verdwijnen”

Met betrekking tot de onlangs opgerichte parlementaire commissie voor democratisering waarschuwde Doğan ervoor om het contact met centrale spelers zoals Öcalan uit te sluiten: “Wie het contact met Öcalan weigert, verliest zijn oriëntatie. Wie oplossingen wil, moet afstappen van politieke taboes en nieuwe wegen inslaan.”

Volgens Doğan moet de periode van sprakeloosheid voorbij zijn. De commissie mag geen instrument van retoriek zonder gevolgen worden, maar moet serieuze gesprekken mogelijk maken. De verwijzing naar eerdere vredespogingen is meer dan symboliek – het gaat er veeleer om de “enige speler” met tientallen jaren politieke ervaring in het conflict bij het proces te betrekken.

Kritiek op het Syrië-beleid en de oorlogsretoriek

Ook het standpunt van de Turkse regering ten aanzien van de autonome regio Noord- en Oost-Syrië werd duidelijk bekritiseerd. In plaats van in te zetten op gesprekken met vertegenwoordigers van het lokale zelfbestuur, wakkert Ankara volgens Doğan vijandige retoriek aan tegen de Volksverdedigingseenheden (YPG), de Democratische Strijdkrachten van Syrië (SDF) en de Partij voor Democratische Eenheid (PYD). Dit is “niet de taal van vriendschap en ook niet de taal van de oplossing”.

Ze verwees in het bijzonder naar een uitspraak van PYD-politicus Salih Muslim, die zich bereid had verklaard om naar Ankara te reizen voor een vredesdialoog: “Waarom maakt minister van Buitenlandse Zaken Hakan Fidan geen gebruik van deze bereidheid en gaat hij niet met hem of met Ilham Ehmed in gesprek?”, vroeg Doğan. Laatstgenoemde is mede-vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken van het Democratisch Zelfbestuur van Noord- en Oost-Syrië (DAANES).

Barzanî en het “taboe Öcalan”

Met het oog op een uitspraak van PDK-voorzitter Mesûd Barzanî, die in een interview zei dat hij Öcalan graag zou bezoeken – “maar niet in de gevangenis” – benadrukte Doğan dat er brede belangstelling bestaat voor direct contact met Öcalan: “Het is niet ongebruikelijk om met de heer Öcalan te willen spreken. Het is zelfs noodzakelijk en de weg daarheen mag niet langer worden geblokkeerd.”

De huidige behandeling van het onderwerp als taboe is contraproductief en antidemocratisch. Mensen streven ernaar om Öcalan rechtstreeks te horen en met hem in contact te komen – dit moet eindelijk mogelijk worden gemaakt.

Aankondiging van een bezoek aan Imrali

Tot slot kondigde Doğan aan dat een hooggeplaatste delegatie van de DEM-partij – waaronder de twee covoorzitters Tülay Hatimoğulları en Tuncer Bakırhan – de komende week een bezoek zal brengen aan het gevangeniseiland Imrali om met Öcalan te spreken.

Bron: ANF