- Noord-Koerdistan
De afdeling Vrouwen- en Gezinszaken van de gemeente Diyarbakir (Amed) in Noord-Koerdistan organiseert samen met de afdelingen Vrouwenbeleid van de districtsgemeenten bijeenkomsten met vrouwen in alle dorpen om het maatschappelijk bewustzijn te vergroten tegen het toenemende aantal femicides en geweld tegen vrouwen. In het kader van de campagne “Ons woord is nog niet gezegd, samen maken we een einde aan geweld”, die afgelopen november van start ging en een jaar zal duren, is het afgelopen maand actief werk verricht in het veld.
Naast de centrale districten reizen de teams van dorp naar dorp, ontmoeten ze tientallen vrouwen en organiseren ze bijeenkomsten. Ze vestigen de aandacht op het toenemende geweld en benadrukken in het bijzonder de vaak onzichtbare vormen van geweld, namelijk psychologisch en economisch geweld. De teams luisteren naar de problemen van vrouwen, leggen ze een voor een vast en stellen mogelijke oplossingen voor.
Socioloog Eylem Kaya van het Diyarbakir Centrum voor Onderzoek en Praktijk inzake Vrouwenkwesties (DIKASUM), die deel uitmaakt van het veldwerk, zei dat hun werk voor onbepaalde tijd is en dat ze ernaar streven om vrouwen waar mogelijk te bereiken. Ze merkte op dat vooral op het platteland vrouwen de neiging hebben om familie- en dorpsproblemen boven hun eigen problemen te stellen, waardoor geweld minder zichtbaar wordt. Kaya verklaarde dat ze met deze bewustmakingsinspanningen mannelijke geweld tegen vrouwen en vrouwenmoorden willen terugdringen.
Kaya zei ook dat ze de onderliggende oorzaken van dit geweld aanpakken, waarbij ze benadrukte dat het een maatschappelijk probleem is en erop wees dat het toenemende beleid van straffeloosheid hieraan bijdraagt. Ze deelde details over hun werk in het veld en de feedback die ze van vrouwen hebben gekregen.
Vier femicides in slechts één week
Eylem Kaya vestigde de aandacht op de recente toename van vrouwenmoorden en zei: “Het aantal moorden op vrouwen is dramatisch gestegen. We horen schokkend nieuws. Vooral in Diyarbakir horen we over vier vrouwenmoorden in één week, inclusief verdachte sterfgevallen. Als reactie hierop zijn we dit werk gestart onder de campagne ‘We komen in opstand tegen vrouwenmoord’. We zijn begonnen met activiteiten in dorpen, wijken en centrale parken om deze campagne te verspreiden.”
Ze vervolgde: “Nu zijn we in een dorp in Lice en morgen gaan we naar Kulp. Tegelijkertijd gaan we ’s avonds door met onze activiteiten in de parken.”
Meisjes worden blootgesteld aan digitaal geweld
Kaya legde uit dat ze vrouwen ook informeren over psychologisch en digitaal geweld en beschreef de reden voor deze noodzaak: “Het is zeer snel toegenomen. Vooral op scholen worden meisjes er vaak aan blootgesteld. Als gevolg daarvan horen we van veel zelfmoorden. Door wat ze meemaken door cybercriminaliteit, blijven ze zonder oplossingen achter. Helaas kiezen kinderen soms voor zelfmoord, omdat ze niet goed op de hoogte zijn van de toepassingsmechanismen en geen goede ondersteuning krijgen van hun familie. We willen hier een einde aan maken. We laten zien dat er veel mechanismen zijn waar ze een beroep op kunnen doen en dat we hen steunen.”
Vrouwen geven uiting aan hun zoektocht naar oplossingen
Eylem Kaya reflecteerde ook op haar observaties in het veld en beschreef de kwesties die vrouwen aan de orde stellen: “Als we met vrouwen praten, richten ze zich meestal niet op hun rechten of het geweld dat ze ondervinden, maar op de tekortkomingen in hun buurt of dorp. Ze zeggen dat de wegen kapot zijn, dat er geen water is, dat er geen elektriciteit is, of dat kinderen moeite hebben om naar school te gaan. Dit laat zien dat al deze verantwoordelijkheden bij vrouwen liggen. Maar als we dieper op het gesprek ingaan, komt veel van het geweld dat ze ervaren aan het licht. Als ze horen dat er mechanismen zijn waar ze een beroep op kunnen doen, reageren ze vaak verbaasd en zeggen ze: ‘O, dus er is zo’n mogelijkheid.
Vrouwen zijn bang om over geweld te praten
Kaya legde ook uit hoe de psychologische en juridische ondersteuning aan vrouwen verloopt: “De DIKASUM heeft een protocol met de Orde van Advocaten en biedt juridische ondersteuning aan vrouwen die daarom vragen, zonder daarvoor een financiële vergoeding te vragen. Een vrouw die het slachtoffer is van geweld, kan het ook moeilijk vinden om naar een psycholoog te gaan. We horen zelfs uitspraken als: ‘Ik ben niet gek’ of ‘Als mijn buren dat horen, zullen ze me voor gek verklaren’.”
Kaya zei ook: “Dus eerst moeten we een vertrouwensband opbouwen. Naar een psycholoog gaan betekent niet dat je gek bent, maar dat je psychologische ondersteuning nodig hebt. Wij bieden deze dienst gratis aan. Voor degenen die niet kunnen komen, worden online sessies geregeld, en voor degenen die wel kunnen komen, wordt het werk in het centrum in hun moedertaal uitgevoerd.”
Bron: ANF