- Noord-Koerdistan
Vorig jaar werden Koerden die op bruiloften halay dansten op Koerdische liederen het doelwit van een online campagne die werd aangewakkerd door racistische en militaristische sociale media-accounts. Wat begon op digitale platforms, mondde uit in een wijdverbreide repressie die leek op een heksenjacht, waarbij tientallen mensen in Koerdistan en Turkije werden gearresteerd omdat ze gewoon op bruiloften op Koerdische muziek dansten. Het aantal aanhoudingen en arrestaties bleef toenemen.
Een van die gevallen deed zich voor in Siirt, waar vijf mensen, onder wie twee minderjarigen, werden gearresteerd omdat ze halay dansten. Na ongeveer een maand in hechtenis werden de twee kinderen vrijgelaten, maar later veroordeeld voor “het verspreiden van terroristische propaganda”. De vrouwen, Tülin Taşkesen, Zehra Alver en Edanur Taşkesen, kregen een gevangenisstraf van tien maanden. De rechtbank oordeelde dat zij door te dansen op het lied “Lêxe Gerîla Lêxe” de acties van guerrillastrijders hadden “gelegitimeerd”.
Jonge vrouwen krijgen gevangenisstraf van tien maanden
In het district Kurtalan werden A.T. (17), S.T. (17), Edanur Taşkesen (19), Filiz Taşkesen (42) en Tülin Taşkesen (21) op sociale media aangevallen nadat ze op een bruiloft de halay hadden gedanst op het nummer “Lêxe Gerîla Lêxe”. Kort daarna deed de politie een inval in hun huizen. Vier van hen, waaronder de twee minderjarigen, werden gearresteerd en naar de gevangenis gestuurd, terwijl Zehra Alver onder huisarrest werd geplaatst. De vrouwen werden vrijgelaten tijdens hun eerste hoorzitting op 16 augustus bij de 2e Strafkamer van Siirt, maar het proces werd voortgezet en is nu afgerond.
Rechter oordeelt dat halay niet onder de vrijheid van meningsuiting valt
De vrouwen werden beschuldigd van “het verspreiden van terroristische propaganda” en veroordeeld op grond van wat advocaten als absurde redenen omschreven. Filiz Taşkesen werd vrijgesproken, maar de andere drie vrouwen kregen elk een gevangenisstraf van tien maanden en de twee minderjarigen zes maanden en twintig dagen. De rechtbank besloot de uitspraak op te schorten (HAGB), maar stelde in haar motivering dat het dansen van halay “verder gaat dan de vrijheid van meningsuiting”.
Beschuldigd van het maken van propaganda voor een “illegale organisatie”
De schriftelijke uitspraak bevatte controversiële uitspraken, waaronder de volgende: “Hoewel de verdachten in hun verdediging beweerden dat ze niet wisten dat het lied verboden was, beoordeelde de rechtbank dit als een poging om verantwoordelijkheid te ontlopen. Door te dansen op teksten die de zogenaamde ‘guerrillastrijders’ prijzen, leden van de terroristische organisatie die onder het mom van verzet gewelddadige en illegale acties uitvoeren, toonden de beklaagden openlijk hun steun voor de organisatie. Daarmee verheerlijkten zij gewapende leden die tijdens illegale acties tegen de ondeelbare eenheid van de staat zijn omgekomen, en voerden zij dus propaganda door de onwettige activiteiten van de terroristische organisatie te legitimeren.”
De advocaten van de beklaagden zijn in beroep gegaan tegen de uitspraak bij het Hof van Beroep.
Bron: ANF