- Noord-Koerdistan
Te midden van politieke gesprekken over vrede en democratische openheid in Turkije, gaat de ecologische vernietiging in regio’s met een Koerdische meerderheid gewoon door. Tussen 1 oktober 2024 – de dag waarop de leider van de ultranationalistische MHP, Devlet Bahçeli, voor het eerst zijn bereidheid toonde om een dialoog aan te gaan met de Koerdische beweging – en 9 augustus 2025 werden volgens het ministerie van Milieu in totaal 2.207 milieueffectrapportages (MER) aangevraagd in 24 provincies in het zuidoosten van het land. Het ging om tal van projecten, zoals dammen, mijnbouw, olieboringen, energieparken en infrastructuurprojecten in ecologisch en cultureel kwetsbare gebieden.
Volgens lokale milieu-initiatieven is er met name in de provincie Şırnak een toename geweest van destructieve grootschalige projecten, waaronder ontbossing, de uitbreiding van militaire infrastructuur en de exploitatie van grondstoffen. In slechts één jaar tijd werden in de regio 116 EIA-aanvragen geregistreerd, voornamelijk voor de bouw van zonne-energiecentrales, steengroeven, mijnen en oliebronnen. Negenenveertig projecten werden goedgekeurd zonder verdere milieueisen. In verschillende districten, zoals rond Beytüşşebap en Uludere, zijn bronnen al opgedroogd en rivieren drooggevallen. Ook in de buurt van Silopi en İdil zijn ingrijpende ingrepen in het waterlandschap gedocumenteerd.
Critici beschuldigen de autoriteiten ervan zich opzettelijk te richten op regio’s van historisch, cultureel en ecologisch belang. Geplande dammen en industriële installaties bedreigen onder meer de archeologisch belangrijke Birkleyn-grotten in Amed (Diyarbakır) en verschillende natuurreservaten in Dersim en andere delen van Şırnak. In het gebied rond de Nerduş-rivier, die ontspringt in de berg Cudi, zullen verschillende dorpen volledig onder water komen te staan.
De bouw van een waterkrachtcentrale en bijbehorende infrastructuur vormt ook een bedreiging voor tientallen nederzettingen en religieuze en culturele erfgoedsites in Cizre, waaronder het dorp Şax, dat pas in 2024 door het Ministerie van Cultuur werd aangewezen als archeologisch beschermd gebied. Een ander voorbeeld is de Silvan-dam in het district Silvan, waarvan de bouw ten minste 50 dorpen en een groot aantal Armeense, Syrische en Koerdische culturele erfgoederen onder water zou zetten. Ook de Geliyê Godernê-vallei in dezelfde regio, een natuurmonument, wordt getroffen.
Lokale milieugroeperingen spreken al lang van systematische ecocide in Koerdistan – een ecologische oorlog – en beschuldigen de regering ervan de projecten te gebruiken als onderdeel van een langdurig beleid van veiligheid en ontheemding. Zij stellen dat dit niet alleen natuurlijke habitats vernietigt, maar ook de culturele identiteit van de regio ondermijnt. In Dersim bijvoorbeeld is de beschermde status van de bovenloop van de Munzur-rivier afgezwakt, wat volgens milieuactivisten de weg vrijmaakt voor toekomstige economische exploitatie. De regio wordt beschouwd als een van de meest biodiverse landschappen in Anatolië. Onlangs hebben in verschillende districten protesten tegen de projecten plaatsgevonden.
NGO’s hebben de laatste tijd steeds meer kritiek op de discrepantie tussen politieke retoriek en concrete maatregelen. Ze pleiten voor een transparant, participatief milieubeleid waarbij de lokale bevolking wordt betrokken en rekening wordt gehouden met de ecologische en culturele kenmerken van de regio. “De huidige ontwikkelingen zijn in tegenspraak met de politieke beloften van een duurzame en inclusieve dialoog met de Koerdische bevolking”, benadrukt het ecologieplatform in Şırnak. Op politiek niveau wordt er steeds vaker gesproken over een vredesproces en democratische openheid, maar staatsinterventie onder het mom van energie- en veiligheidsbelangen is de realiteit – een teken van het tegenovergestelde. “In plaats van dialoog zien we ontbossing, explosies en de vernietiging van onze bestaansmiddelen. Er kan hier dus geen sprake zijn van vrede.”