- Rojava/Noord- en Oost-Syrië
Mensenrechtenactivisten hebben opgeroepen tot een onafhankelijk onderzoek naar de aanslagen die in juli plaatsvonden in de provincie Suweida (Suwayda), waar de meerderheid van de bevolking uit druzen bestaat. De oproepen tot een onafhankelijk onderzoek naar de aanslagen die in juli in Suweida plaatsvonden, kwamen nadat zondag beelden waren gepubliceerd waarop te zien was hoe regeringstroepen een vrijwillige gezondheidswerker in een ziekenhuis executeerden.
Op 13 juli escaleerden de gevechten tussen Druzen en Bedoeïenenstammen, gesteund door de interim-regering in Damascus, tot een bloedbad toen troepen van de regering in Damascus tussenbeide kwamen.
Ongeveer 1.400 mensen, voornamelijk Druzen, werden gedood. Het werkelijke aantal slachtoffers ligt waarschijnlijk hoger.
Getuigen, Druzen-groeperingen en het Syrische Observatorium voor Mensenrechten (SOHR) beschuldigden de troepen van de interim-regering ervan de bedoeïenen te steunen en ernstige schendingen te begaan, waaronder executies van Druzen.
Beelden van beveiligingscamera’s, gepubliceerd door de lokale media-outlet Suwayda 24, tonen een groep gezondheidswerkers die op 16 juli op de grond knielen in het belangrijkste ziekenhuis van Sweida. Er vindt een korte woordenwisseling plaats tussen een vrijwillige medicus en een gewapende man in militair uniform en een uniform van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Even later wordt de medicus neergeschoten en wordt zijn levenloze lichaam weggesleept, waarbij een spoor van bloed achterblijft.
SOHR beschreef de beelden als “een schokkende executie uitgevoerd door troepen die gelieerd zijn aan het ministerie van Defensie en Binnenlandse Zaken” en riep op tot de oprichting van een onafhankelijke, onpartijdige internationale onderzoekscommissie.
Fadel Abdul Ghany, hoofd van het Syrische Netwerk voor Mensenrechten, drong er ook bij de aan de VN gelieerde internationale commissie op aan om schendingen door alle partijen in Sweida te onderzoeken, omdat de onderzoekscommissie die vorige maand door de regering in Damascus was ingesteld “niet geloofwaardig” was.