- Turkije
Ayşegül Doğan, woordvoerder van de Partij voor Gelijkheid en Democratie van het Volk (DEM-partij), hield een persconferentie op het hoofdkantoor van de partij over de huidige ontwikkelingen. Doğan omschreef de bosbranden in het hele land als “ecocide” en verklaarde dat het recht op leven van geen enkel levend wezen veilig is. “Als we kijken naar Turkije in zijn huidige staat, zien we een plaats delict voor ons”, voegde ze eraan toe.
Ayşegül Doğan verklaarde dat de commissie die in het parlement zal worden opgericht in het kader van het “Vredes- en Democratisch Samenlevingsproces” gebaseerd moet zijn op het principe van pluralisme. Ze merkte op dat de commissie de komende dagen bijeen zal komen en dat na de vergadering informatie over de routekaart van de commissie zal worden verstrekt.
Verwijzend naar de beweringen dat de commissie om andere redenen is opgericht, zei Ayşegül Doğan: “Terwijl de politieke partijen nog bezig zijn met het bepalen van de leden van de commissie en de discussies over deze kwestie nog gaande zijn, en terwijl deze commissie zich voorbereidt om deze historische kans binnen een wettelijk kader permanent te maken, kan niemand ons vertellen dat de percepties en beweringen dat de commissie om geheel andere redenen is opgericht, niet opzettelijk zijn. De voortdurende discussies over de commissie laten ons eens te meer zien waaraan Turkije door decennia van polarisatie en politiek van woede is blootgesteld. We hebben het al enige tijd over de metafoor van de tafel. We hebben het over het zoeken naar een oplossing voor de democratisering van Turkije. Toch wordt het ontwapeningsproject, dat tot nu toe werd voorgesteld als het grootste obstakel voor de democratisering van Turkije en als zodanig werd besproken, los van de democratie geëvalueerd.”
Doğan vervolgde: “Aan tafel zitten betekent de drijvende kracht zijn achter een oplossing, het proces vaart geven en een plaats hebben in de tweede eeuw van de republiek. We willen dat alle diversiteiten in dit land op hun eigen unieke manier vertegenwoordigd zijn in de tweede eeuw van de republiek. Daar vechten we voor. Dit is precies wat we bedoelen met vrede en een democratische oplossing. Voor ons gaat het om het streven naar een duurzame en rechtvaardige vrede om een einde te maken aan decennia van conflict, onze bezorgdheid te uiten over het welslagen ervan en te verenigen in plaats van te verdelen. We werken eraan om de verdeeldheid zaaiende effecten ervan weg te nemen.”
Ayşegül Doğan vestigde ook de aandacht op het debat rond de vrijlating van degenen die al meer dan 30 jaar gevangen zitten, en zei: “Als mensen in dit land 30 jaar gevangenisstraf uitzitten omdat ze anders denken, dan zou hun vrijlating geen reden tot feest en bezorgdheid moeten zijn, maar eerder een reden om terug te kijken en de onderliggende oorzaken te onderzoeken. Maar mensen vragen zich af waarom degenen die al 30 jaar gevangen zitten nu worden vrijgelaten. Sommigen zeggen: ‘Misschien is er achter gesloten deuren een deal gesloten en worden ze daarom vrijgelaten.’ Dat is niet wat wij verwachten. Wat wij verwachten is wat de samenleving verwacht, namelijk het tot stand brengen van gerechtigheid, het verdedigen van het recht op democratie en het recht op leven voor iedereen.”
De woordvoerder van de DEM-partij concludeerde: “We willen democratie in het hele land. We geloven dat een wet van broederschap op basis van gelijkheid in het hele land tot leven moet komen. Daar vechten we voor. Onze strijd is voor Izmir, voor Istanbul, voor Şırnak, voor Diyarbakir, voor Edirne en voor Yozgat – zonder onderscheid naar taal, religie, etniciteit of identiteit… We hebben het over een visie op het leven waarin iedereen gelijk is en zich gelijk voelt. En we vechten om dit te realiseren. Daarom worden er zoveel offers gebracht en risico’s genomen. Wat er gebeurt reduceren tot louter verkiezingen, of het beoordelen op basis van hoe bepaalde actoren winnen of verliezen, is de simplistische benadering die deze mentaliteit creëert. We zijn ons terdege bewust van het comfort dat deze benadering biedt.”
Bron: ANF